Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
VONNIS
[verdachte],
Gezien de ontkenning van verdachte kan er geen inschatting worden gemaakt van het recidiverisico. Op dit moment woont verdachte zelfstandig en is er geen contact meer met zijn broer, zodat de kans op escalatie tussen beiden laag is. Tot op heden houdt verdachte zich aan de afspraken in het kader van het toezicht. De reclassering meent dat sprake is van aanwijzingen voor problematiek waarvoor eigenlijk interventie geïndiceerd zou zijn. Omdat verdachte ontkent, niet heeft meegewerkt aan het persoonlijkheidsonderzoek en niet gemotiveerd is voor interventie, kan de reclassering echter geen verband leggen tussen criminogene factoren en het delictgedrag en kan geen adequaat plan van aanpak worden opgesteld. In het licht van de huidige omstandigheden levert het voortzetten van het huidige toezicht geen meerwaarde op.
Beslissing
niet bewezen, dat verdachte
het primair ten laste gelegdeheeft begaan en
spreekt verdachte daarvan vrij;
het subsidiair tenlastegelegdeheeft begaan;
poging tot zware mishandeling;
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van
2jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
werkstrafgedurende
180 (honderdtachtig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
90 (negentig) dagen;
heft ophet -geschorste- bevel tot voorlopige hechtenis.