ECLI:NL:RBGEL:2014:2034

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 maart 2014
Publicatiedatum
25 maart 2014
Zaaknummer
05/821116-13
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geldboete voor winkeldiefstal in vereniging met geweld

Op 25 maart 2014 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van winkeldiefstal in vereniging. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 17 mei 2013 in Duiven, waar de verdachte samen met anderen een groot aantal goederen heeft weggenomen uit een winkel, met geweld en bedreiging tegen een cassière. De officier van justitie heeft gerekwireerd en stelde dat het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kon worden, met uitzondering van het geweld. Tijdens de zitting op 11 maart 2014 was de verdachte niet aanwezig. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, als chauffeur, betrokken was bij de diefstal en dat hij op de hoogte was van de plannen van zijn mededaders. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de geweldscomponent, omdat er geen bewijs was dat hij zelf geweld had gebruikt of dat hij op de hoogte was van het geweld dat door zijn mededaders werd gebruikt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal door twee of meer verenigde personen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 300,-, te vervangen door 6 dagen hechtenis bij gebreke van betaling. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 23, 24, 24c, 47 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Promis II
Parketnummer : 05/821116-13
Datum zitting : 11 maart 2014
Datum uitspraak : 25 maart 2014
VERSTEK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte]
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats]
adres : [adres]
plaats : [woonplaats]

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 17 mei 2013, in de gemeente Duiven, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een groot aantal goederen/boodschappen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de [benadeelde 1] (gelegen aan de [straat]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd
van geweld en/of bedreiging met geweld tegen (een cassiere genaamd) [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden
en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf
en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het
bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat zijn, verdachtes, mededader(s) genoemde [slachtoffer] (meermalen) op/tegen
het lichaam en/of in/op/tegen het gezicht/hoofd heeft/hebben geslagen en/of
gestompt en/of die [slachtoffer] (met (veel) kracht) aan de haren heeft/hebben
getrokken en/of in de arm(en) heeft/hebben geknepen en/of (in de nek)
heeft/hebben gekrabt;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2], op of omstreeks 17 mei 2013, in de gemeente Duiven, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen een groot aantal goederen/boodschappen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan de [benadeelde 1] (gelegen aan de [straat]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar
mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd
van geweld en/of bedreiging met geweld tegen (een cassiere genaamd) [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden
en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf
en/of aan haar mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het
bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of haar mededader(s) genoemde [slachtoffer] (meermalen) op/tegen het lichaam
en/of in/op/tegen het gezicht/hoofd heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of
die [slachtoffer] (met (veel) kracht) aan de haren heeft/hebben getrokken en/of
in de arm(en) heeft/hebben geknepen en/of (in de nek) heeft/hebben gekrabt, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 17 mei 2013, in de gemeente Duiven en/of elders in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of
opzettelijk behulpzaam is geweest, door die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] in een
door hem, verdachte, bestuurde (personen)auto naar, althans in de nabijheid
van de plaats van het misdrijf te vervoeren en/of door zich in de
onmiddellijke omgeving van de plaats van het misdrijf op te houden, teneinde die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of de (eventuele/uiteindelijke)
buit weg te kunnen voeren;

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is op 11 maart 2014 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte niet verschenen.
De officier van justitie, mr. S.H. Keijzer, heeft gerekwireerd.
3. De beslissing inzake het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit, met dien verstande dat het ten laste gelegde geweld niet kan worden bewezen.
Beoordeling door de rechtbank
Op 17 mei 2013 is namens [benadeelde 1] aan de [straat] te Duiven aangifte gedaan van diefstal van een groot aantal goederen. [2]
De bedrijfsleider van de winkel heeft verklaard dat hij in verband hiermee twee vrouwen heeft aangesproken, waarop een handgemeen is ontstaan tussen deze vrouwen en winkelmedewerkster [slachtoffer]. [3] De vrouwen waren hierna vertrokken in een rode Opel bestelauto met kenteken [kenteken]. [4]
Dit kenteken is op naam van verdachte gesteld. Verbalisanten hebben deze auto kort na het incident laten stoppen bij het adres van verdachte in Arnhem. Verdachte bleek achter het stuur te zitten. In de auto zaten verder twee vrouwen en in de laadruimte van de auto bevond zich een grote hoeveelheid goederen. [5]
Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft als volgt verklaard:
Op 16 mei 2013 had ze met [medeverdachte 1] afgesproken om de volgende dag diverse winkeldiefstallen te plegen. Ze had verdachte gevraagd om mee te gaan omdat ze vervoer nodig hadden. Ze had verdachte verteld wat ze gingen doen. Met zijn drieën zij ze naar [benadeelde 1] in Duiven gereden waar [medeverdachte 1] een groot aantal goederen heeft gestolen. Na eerdergenoemd handgemeen zijn ze teruggereden naar Arnhem. [6]
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft als volgt verklaard:
Op 17 mei 2013 was zij was met [medeverdachte 2] en verdachte naar [benadeelde 1] in Duiven gereden. Daar aangekomen wist zij dat ze spullen gingen stelen. Nadat zij en [medeverdachte 2] goederen hadden gestolen waren ze naar buiten gelopen waar verdachte stond te wachten met zijn auto. Zij moest de tassen in de auto van verdachte zetten. Verdachte wist ervan. [7] Hij had de deuren van de auto al geopend. In de auto was al tussen [medeverdachte 2] en verdachte afgesproken dat verdachte benzinegeld zou krijgen. De goederen die ze zouden stelen, zou verdachte voor de helft van de waarde overnemen of voor [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] verkopen. [8]
De goederen die zijn aangetroffen in de auto van verdachte zijn afkomstig van de winkeldiefstal bij [benadeelde 1] in Duiven en van winkeldiefstal bij [benadeelde 2] in Duiven. [9]
Uit de bovengenoemde handelingen van verdachte en de verklaringen van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] leidt de rechtbank af dat verdachte samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] op pad is gegaan om winkeldiefstallen te plegen, dat bij [benadeelde 1] in Duiven een groot aantal goederen is gestolen en dat verdachte zou delen in de buit. Verdachte had de rol van chauffeur en heeft ervoor gezorgd dat de beide vrouwen naar de plaats delict werden vervoerd, hun gestolen spullen in de auto konden opslaan en van de plaats delict konden vluchten. Gelet op de uit het vorenstaande volgende nauwe en bewuste samenwerking tussen de drie acht de rechtbank medeplegen van diefstal bewezen.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de geweldscomponent, nu uit het dossier niet is gebleken dat verdachte zelf geweld heeft gebruikt en evenmin kan worden afgeleid dat verdachte wist, heeft ingecalculeerd of had moeten weten dat de vrouwen geweld zouden gebruiken.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij op 17 mei 2013, in de gemeente Duiven, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een groot aantal goederen/boodschappen, toebehorende aan de [benadeelde 1] (gelegen aan de [straat]),
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Diefstal door twee of meer verenigde personen.
Het feit is strafbaar.

5.De strafbaarheid van verdachte

Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot betaling van een geldboete ten bedrage van 300 euro, te vervangen door 6 dagen hechtenis.
Bij de beslissing over de straf heeft de meervoudige kamer rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan en met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 31 januari 2014.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft samen met anderen een winkeldiefstal gepleegd waarbij een groot aantal goederen is buitgemaakt. De diefstal werd van tevoren gepland en maakte onderdeel uit van een strooptocht langs verschillende supermarkten.
Gelet op de omstandigheid dat verdachte geen recente documentatie op het gebied van vermogensdelicten heeft en reeds 6 dagen in verzekering heeft doorgebracht zal de rechtbank de eis van de officier van justitie volgen en volstaan met een geldboete.

7.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 23, 24, 24c, 47 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een betaling van een geldboete van € 300,- (driehonderd euro)
bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door de duur van 6 (zes) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door:
mr. J. Barrau (voorzitter), mr. L.C.P. Goossens en mr. M.A. Jansen-van Leeuwen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. mr. C.T.P.M. van Aarssen, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 maart 2014.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant(en)] [verbalisant] van de politie Gelderland-Midden, Verdachten afhandelingsteam, opgemaakte proces-verbaal, zaaknummer BVH 2013062084, gesloten op 13 juni 2013 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte, p. 50; Proces-verbaal van bevindingen, p.58; goederenlijst, p. 59-62.
3.Proces-verbaal van verhoor [betrokkene], p. 66-67.
4.Idem, p. 67; proces-verbaal van bevindingen, p. 72.
5.Proces-verbaal van aanhouding, p. 28.
6.Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 2], p. 76-78.
7.Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 1], p. 86-87.
8.Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 1], p. 89.
9.Proces-verbaal van aanhouding, p. 28.