ECLI:NL:RBGEL:2014:1999
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtsverhouding tussen een stichting en de gemeente inzake subsidie en exploitatiebijdrage
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 25 maart 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland over de toekenning en beëindiging van een subsidie. De stichting had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de gemeente waarin werd aangekondigd dat de subsidie voor de exploitatie van een dorpsaccommodatie zou worden verlaagd en uiteindelijk beëindigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de exploitatiebijdrage die de gemeente aan de stichting verstrekte, niet kan worden aangemerkt als een civielrechtelijke overeenkomst, maar als een subsidie in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat de rechtsverhouding tussen partijen voldeed aan de vereisten van artikel 4:21 van de Awb, wat betekent dat de toekenning van de exploitatiebijdrage als subsidie moet worden beschouwd.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de aankondiging van de gemeente in de brief van 30 december 2011 niet als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb kan worden aangemerkt, omdat deze niet gericht was op rechtsgevolg. De rechtbank concludeerde dat het bezwaar van de stichting niet-ontvankelijk had moeten worden verklaard, en dat het bestreden besluit vernietigd moest worden. De rechtbank heeft het beroep van de stichting gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, en het bezwaar alsnog niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is de gemeente veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van de stichting.