Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[gedaagde sub 1],
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 8 januari 2014
- het verkort proces-verbaal van comparitie van 29 januari 2014.
2.De feiten
3.Het geschil
- de relatie met Kreissparkasse in 2006 te hebben beëindigd, althans gerechtvaardigd erop te hebben mogen vertrouwen dat dit is gebeurd,
- alles te hebben gedaan om het echtscheidingsconvenant na te leven,
- dat Kreissparkasse haar niet heeft geïnformeerd over de situatie waardoor Kreissparkasse ook haar zorgplicht jegens [gedaagde sub 2] heeft geschonden,
- dat de vordering ook naar Duits recht verjaard is omdat zij na november 2006 tot de aanmaningen van november 2012 niets van Kreissparkasse heeft vernomen,
- dat de redelijkheid en billijkheid eraan in de weg staan haar aan te spreken, nu [gedaagde sub 1] huurinkomsten uit de woning in [plaats] heeft genoten en hij een bedrag heeft ontvangen in verband met een afkoop van verzekeringsrechten,
- dat sprake is van rechtsverwerking.
4.De beoordeling
Rechtsmacht en toepasselijk recht
2.842,00(2 punten × tarief € 1.421,00)
710,50(0,5 punt × tarief € 1.421,00)
2.131,50(1,5 punt × tarief € 1.421,00)