In deze zaak vorderde eiser schadevergoeding van gedaagden wegens onrechtmatig handelen bij de splitsing van appartementen. Eiser stelde dat gedaagden bij de splitsing in 1999 niet de vereiste vergunning hadden aangevraagd, wat leidde tot een illegale situatie voor hem als opvolgend eigenaar. De rechtbank Gelderland oordeelde dat de geschonden norm niet strekt tot bescherming tegen vermogensschade van opvolgende eigenaren. De rechtbank concludeerde dat gedaagden niet onrechtmatig hadden gehandeld, omdat de norm die zij hadden geschonden, gericht was op het voorkomen van onveilige en ongezonde woonsituaties, en niet op het beschermen van de vermogensschade van opvolgende eigenaren. De rechtbank wees de vorderingen van eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 5 maart 2014.