5.Ingevolge artikel 15, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wmo, kan de gemeenteraad bij verordening bepalen dat een persoon van 18 jaren of ouder aan wie maatschappelijke ondersteuning is verleend, een eigen bijdrage verschuldigd is voor zover die ondersteuning bestaat uit het verlenen van een individuele voorziening in natura of een persoonsgebonden budget waaronder de vergoeding voor een arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 5, eerste lidartikel 5, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, en niet bestaat uit een aan hem verleende financiële tegemoetkoming.
In artikel 13, eerste lid, van de Verordening individuele voorzieningen Wmo Ede 2013 (hierna: de Verordening) is bepaald dat het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel bestaat uit het kunnen doen van dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen en het doen van gewenste activiteiten, alles binnen de directe woon- en leefomgeving.
Ingevolge het tweede lid kan, voor zover van belang, met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon en leefomgeving.
Het vierde lid bepaalt dat als met het collectief vervoer van deur tot deur het resultaat kan worden bereikt, belanghebbende in aanmerking komt voor een individuele voorziening in de vorm van een kortingspas. Met deze kortingspas kan belanghebbende tegen een gereduceerd tarief reizen met het collectief vervoer. Per zone is een door het college in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Ede vast te leggen bedrag verschuldigd.
Ingevolge artikel 21, eerste lid, van de Verordening, voor zover hier van belang, is bij het verstrekken van een voorziening een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten: (…) zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel. Aan belanghebbende, die gebruik maakt van een kortingspas voor het collectief vervoer kan, naast de zoneprijs en de aanschafkosten van de kaart, een eigen bijdrage worden opgelegd in de kosten van het collectief vervoer die ten laste van de gemeente blijven.
In het derde lid is de duur en maximum van de eigen bijdrage of eigen aandeel bepaald:
a. Indien een voorziening in eigendom wordt verstrekt waaronder een bouwkundige voorziening, wordt gedurende een periode van maximaal 39 maal vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht. De totale eigen bijdrage of eigen aandeel kan niet meer bedragen dan de totale kosten die de gemeente voor de voorziening draagt.
b. Voor individuele voorziening, gericht op het op bereiken van het resultaat onder artikel 7, 9, 10 of 12 wordt per periode van vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht zolang de indicatie geldig is en deze wordt afgenomen. De eigen bijdrage per periode kan niet meer bedragen dan de kosten van de afgenomen hulp in die periode.
c. Indien een door de gemeente gehuurde voorziening aan belanghebbende ter beschikking wordt gesteld wordt per periode van vier weken een eigen bijdrage in rekening gebracht zolang de gemeente de voorziening ten behoeve van belanghebbende huurt. Als het gaat om voorzieningen waarvan de gemeente eigenaar is en die ter beschikking worden gesteld geldt de eigen bijdrage maximaal gedurende de economische afschrijvingstermijn van de voorziening. De eigen bijdrage per periode kan niet meer bedragen dan de totale kosten die de gemeente in die periode voor de voorziening draagt. Als belanghebbende voor het collectief vervoer een eigen bijdrage moet betalen, betaalt hij deze zolang hij van de kortingspas gebruikt maakt.
In artikel 6, eerste lid, van het Besluit Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Ede heeft verweerder bepaald dat voor het reizen met de regiotaxi met een toegekende kortingspas als bedoeld in artikel 13, vierde lid, van de Verordening voor een rit een tarief verschuldigd is dat gebaseerd is op de prijs die in het reguliere OV wordt gehanteerd.
Volgens het derde lid betaalt de belanghebbende naast het vaste tarief per zone en aanschafkosten van de kortingspas een eigen bijdrage (gebaseerd op het inkomen en vermogen) in de kosten die ten laste van de gemeente blijven. Het college stelt deze kosten op een bedrag van € 1,45 per zone.