ECLI:NL:RBGEL:2014:1620
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens onvoldoende inspanning en weigering tot taalcursus
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 13 maart 2014 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de schuldenares. De schuldenares, die al zeventien jaar in Nederland woont, heeft geweigerd deel te nemen aan een Nederlandse taalcursus, ondanks het advies van haar bewindvoerder. De rechtbank oordeelt dat haar slechte beheersing van de Nederlandse taal haar kansen op de arbeidsmarkt belemmert, wat leidt tot een schending van haar inspanningsverplichting om fulltime werk te vinden en te behouden. Dit heeft negatieve gevolgen voor haar schuldeisers, aangezien zij niet in staat is om aan haar verplichtingen te voldoen.
De rechter-commissaris heeft de regeling voorgedragen voor tussentijdse beëindiging, omdat de schuldenares de uitvoering van de regeling frustreert. Tijdens de zitting heeft de schuldenares verklaard dat zij wel solliciteert, maar telkens wordt afgewezen vanwege haar leeftijd. De rechtbank concludeert dat de schuldenares onvoldoende blijk geeft van een saneringsgezinde houding, vooral gezien haar weigering om de taalcursus te volgen, ondanks de duidelijke consequenties die haar zijn voorgehouden.
De rechtbank beslist uiteindelijk om de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen zonder toekenning van de schone lei. De beëindiging zal een maand na het onherroepelijk worden van het vonnis in werking treden. Tevens wordt het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op € 0,00, gezien het gebrek aan boedelactief. De rechtbank benadrukt dat de vorderingen van de schuldeisers weer opeisbaar zijn zodra het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan.