Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 18 december 2013;
- de akte van KPN met producties 15-18
- de akte van [gedaagde]
- de antwoord akte van KPN
- de akte uitlaten van [gedaagde].
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 26 februari 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen KPN BV, eiseres in conventie, en een gedaagde, die in verzet is gegaan tegen de vordering van KPN. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde de telefonieovereenkomsten met KPN heeft gesloten, ondanks zijn betwisting hiervan. De rechtbank oordeelt dat KPN de hoofdsom opnieuw moet berekenen aan de hand van de beschikbare specificaties, aangezien de gedaagde heeft aangevoerd dat er geen duidelijke specificaties van de verbruikskosten zijn overgelegd. KPN heeft weliswaar enkele specificaties overgelegd, maar deze zijn niet volledig. De rechtbank benadrukt dat het aan KPN is om de vordering te onderbouwen met de juiste gegevens.
Daarnaast heeft de rechtbank de vordering van KPN tot betaling van ontbindingsvergoedingen afgewezen, omdat KPN niet voldoende heeft onderbouwd waaruit de schade bestaat die zij heeft geleden door de ontbinding van de overeenkomsten. De rechtbank heeft ook de vordering van de gedaagde tot schadevergoeding afgewezen, omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij schade heeft geleden als gevolg van de acties van KPN. De rechtbank heeft de zaak aangehouden voor verdere beoordeling en heeft KPN de gelegenheid gegeven om de hoofdsom opnieuw te berekenen.
De uitspraak is openbaar gedaan door mr. B.J. Engberts, waarbij de rechtbank in conventie en reconventie iedere verdere beslissing aanhoudt en de zaak naar de rolzitting van 9 april 2014 verwijst voor het nemen van een akte aan de zijde van KPN.