Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 20 november 2013
- het proces-verbaal van comparitie van 15 januari 2014.
2.De feiten
- In de winkelunit moet een aantal werkzaamheden worden uitgevoerd, zoals het vervangen van plafondplaten en het reinigen van de wanden en de vloer. De kosten voor diverse verrichtingen raamt Adinex op € 10.000,00.
- [eiser] moet nieuwe (vers-)producten inkopen. Op het bedrag hiervan zal de restwaarde door de verkoop van de restanten aan R&W in mindering moeten worden gebracht. Voorts bestaat bedrijfsschade in het gedurende drie maanden gesloten moeten houden van het bedrijf. De kosten van deze heraanschaf en bedrijfsschade raamt Adinex op € 30.000,00.
3.Het geschil
- een verklaring voor recht dat Arma haar zorgplicht jegens hem heeft geschonden en gehouden is de schade die hij dientengevolge heeft geleden, te vergoeden,
- veroordeling van Arma tot betaling aan hem van € 91.290,00,
- veroordeling tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten ad € 5.287,50,
- veroordeling tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten ad € 1.788,00,
- een en ander vermeerderd met rente en kosten.
4.De beoordeling
5.De beslissing
19 februari 2014voor het nemen van een akte door [eiser] over hetgeen is vermeld onder 4.18 en 4.25, waarna Arma op de rol van twee weken daarna een antwoordakte kan nemen,