Uitspraak
[verdachte]
Rechtbank Gelderland
Op 7 maart 2014 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 33-jarige man die werd beschuldigd van betrokkenheid bij een schietincident op 20 februari 2013 te Nijmegen. De verdachte was de bestuurder van een auto van waaruit geschoten zou zijn op een andere auto met drie inzittenden. De officier van justitie had meerdere tenlasteleggingen geformuleerd, waaronder poging tot moord en zware mishandeling. Tijdens de zittingen op 20 september 2013, 1 november 2013 en 21 februari 2014 werd het bewijs tegen de verdachte besproken. De officier van justitie, M.R. van Nes, concludeerde dat het tenlastegelegde feit niet wettig en overtuigend kon worden bewezen, en vroeg om vrijspraak van de verdachte. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. J.A. Schadd, steunde deze conclusie en pleitte eveneens voor vrijspraak. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. Tevens werd de vordering van de benadeelde partij, [slachtoffer 1], niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte was vrijgesproken. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer bestaande uit mr. M.C. Gerritsen (voorzitter), mr. A. Tegelaar en mr. E. de Boer, in aanwezigheid van griffier mr. M.S. Verhagen.