ECLI:NL:RBGEL:2014:1410

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 maart 2014
Publicatiedatum
5 maart 2014
Zaaknummer
2730213
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens sluiting van de showroom door de werkgever en de rol van zustervennootschappen

In deze zaak heeft de kantonrechter op 3 maart 2014 uitspraak gedaan over het verzoek van SieMatic Total Concept B.V. tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werknemer, die sinds 1 augustus 2010 in dienst was als keukenadviseur. De werkgever, SieMatic, had haar showroom in Zaltbommel op 6 september 2013 gesloten vanwege bedrijfseconomische redenen, wat leidde tot de aanvraag voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De werknemer voerde verweer aan, stellende dat SieMatic en haar zustervennootschap, [rechtspersoon B], als één vestiging moesten worden beschouwd, waardoor herplaatsing mogelijk was. De kantonrechter oordeelde dat SieMatic een zelfstandige vestiging was en dat de sluiting van de showroom leidde tot het verval van de functie van de werknemer. De kantonrechter concludeerde dat de arbeidsovereenkomst ontbonden moest worden per 15 maart 2014, met toekenning van een ontbindingsvergoeding van € 12.388,00 bruto aan de werknemer. De kantonrechter overwoog dat de sluiting van de showroom in de risicosfeer van SieMatic lag en dat de werkgever niet voldoende had aangetoond dat er herplaatsingsmogelijkheden waren bij de zustervennootschap. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 2730213 \ HA VERZ 14-25 \ 1019/PE
uitspraak van 3 maart 2014
beschikking
in de zaak van
de besloten vennootschap
SieMatic Total Concept B.V.
gevestigd te Maasdonk, kantoorhoudende te Zaltbommel
verzoekende partij
gemachtigde mr. R.G.F. Lammers
tegen
[werknemer]
wonende te [woonplaats]
verwerende partij
gemachtigde mr. O. Labordus
Partijen worden hierna SieMatic en[werknemer] genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties
- het verweerschrift met producties
- de brieven van 19 februari 2014 met bij behorende producties
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 21 februari 2014 mede inhoudende de pleitnotities van de gemachtigde van SieMatic en de gemachtigde van[werknemer].

2.De feiten

2.1.
[werknemer], geboren op [dag en maand] 1967, is sinds 1 augustus 2010 in dienst bij SieMatic in de functie van keukenadviseur tegen een bruto salaris van laatstelijk € 3.525,26 per maand inclusief vakantietoeslag.
2.2.
SieMatic voert een onderneming die keukens verkoopt van het merk SieMatic vanuit een showroom te Zaltbommel.
2.3.
SieMatic is een 100% dochter van [rechtspersoon A] (hierna: [rechtspersoon A]). Naast SieMatic is eveneens [rechtspersoon B] (hierna: [rechtspersoon B]) een 100% dochter van [rechtspersoon A]. SieMatic en [rechtspersoon B] zijn zustervennootschappen. [rechtspersoon B] voert een onderneming die keukens en badkamers verkoopt vanuit een showroom te Tiel. [rechtspersoon A] is een 100% dochter van [rechtspersoon C] (hierna: [rechtspersoon C]).
2.4.
Op 2 september 2013 heeft SieMatic een ontslagaanvraag voor[werknemer] ingediend bij UWV. Bij beslissing van 29 oktober 2013 heeft UWV geweigerd toestemming te verlenen om de arbeidsverhouding met[werknemer] te beëindigen.
2.5.
Op 6 september 2013 is de showroom van SieMatic te Zaltbommel gesloten.
2.6.
Sinds 6 september 2013 is[werknemer] door SieMatic met behoud van loon vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
SieMatic verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met[werknemer] te ontbinden wegens gewichtige redenen bestaande in verandering van omstandigheden onder toekenning van de aangeboden vergoeding van € 12.388,00 bruto, een en ander met compensatie van de proceskosten.
3.2.
SieMatic onderbouwt het verzoek, kort samengevat, als volgt. Er is sprake van een verandering van omstandigheden. Als gevolg van bedrijfseconomische omstandigheden heeft zij haar showroom te Zaltbommel op 6 september 2013 moeten sluiten. SieMatic heeft haar bedrijfsactiviteiten moeten staken en[werknemer] is niet herplaatsbaar bij de zustervennootschap [rechtspersoon B], waardoor de arbeidsovereenkomst met[werknemer] volgens haar dient te eindigen.
3.3.
[werknemer] voert gemotiveerd verweer. Volgens hem kan SieMatic niet als een volledig zelfstandige vestiging worden gezien. SieMatic en [rechtspersoon B] werkte nauw samen. De samenwerking heeft volgens hem tot gevolg dat bij toepassing van het afspiegelingsbeginsel, ter beantwoording van de vraag welke werknemers voor ontslag in aanmerking komen, ook de werknemers van [rechtspersoon B] moeten worden betrokken. Daarnaast voert[werknemer] aan dat er mogelijkheden tot herplaatsing zijn als verkoopadviseur in de vestiging te Tiel en verwijst naar de vacature verkoopadviseur op de website. Voorts voert[werknemer] aan dat hij ook beschikbaar is voor andere functies binnen de organisatie, zoals kok, gastheer en badkameradviseur. Volgens hem is SieMatic hierover geen gesprek met hem aangegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Vooropgesteld wordt dat een procedure als deze zich niet leent voor nadere bewijslevering. Er is in dit geschil geen aanleiding om hiervan af te wijken. Dat betekent dat moet worden beslist aan de hand van de onbetwiste stukken en onweersproken gelaten stellingen van partijen wat aannemelijk voorkomt.
4.2.
Het verzoek houdt geen verband met een opzegverbod als bedoeld in de artikelen 647, 648, 670 en 670a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, noch met enig ander verbod tot opzegging van de arbeidsovereenkomst.
4.3.
Beoordeeld moet worden of in onderhavige sprake is van zodanige wijziging van omstandigheden dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve op korte termijn dient te eindigen. De kantonrechter overweegt daartoe als volgt.
4.4.
SieMatic heeft gesteld dat vanwege bedrijfseconomische en organisatorische redenen het noodzakelijk was haar activiteiten te staken. Haar eigen vermogen bedroeg op 1 juli 2013 € 2,8 miljoen negatief. Om deze redenen is op 6 september 2013 dan ook de showroom te Zaltbommel gesloten. Hierdoor is volgens haar de arbeidsplaats van[werknemer] komen te vervallen. Door[werknemer] is niet betwist dat het vanwege bedrijfseconomische en organisatorische redenen noodzakelijk was dat SieMatic haar vestiging te Zaltbommel sloot, waardoor de kantonrechter dit als vaststaand aanneemt.
4.5.
[werknemer] heeft als verweer gevoerd dat SieMatic samen met [rechtspersoon B] als één vestiging in de zin van artikel 4:2 Ontslagbesluit moet worden beschouwd, waardoor bij toepassing van het afspiegelingsbeginsel, ter beantwoording van de vraag welke werknemer voor ontslag in aanmerking komt, ook de werknemers van [rechtspersoon B] moeten worden betrokken. Ter onderbouwing van de nauwe samenwerking tussen SieMatic en [rechtspersoon B] stelt hij dat het backoffice voor beide dochterondernemingen geschiedde vanuit de vestiging Tiel, vanuit Tiel de keukens werden besteld, er eens per maand een verkoopbespreking plaatsvond voor de verkopers van Tiel en Zaltbommel gezamenlijk, er een uitwisseling van personeel plaatsvond, er jarenlang één bedrijfsleider voor beide vestigingen was, in het concurrentiebeding is bepaald dat[werknemer] niet werkzaam mag zijn in een straal van 50 km met als middelpunt Tiel respectievelijk Zaltbommel, de communicatie richting[werknemer] altijd via Van [rechtspersoon C] verliep en op salarisstroken ook het adres van [rechtspersoon C] stond vermeld.
4.6.
De kantonrechter stelt voorop dat hij in onderhavige procedure strikt genomen niet gebonden is aan het Ontslagbesluit, maar dat aan deze regelgeving wel een zekere mate van reflexwerking toekomt, zodat de kantonrechter zich wel zal richten naar de regels en de achterliggende gedachten van het Ontslagbesluit.
4.7.
Naar het oordeel van de kantonrechter gaat het verweer van[werknemer] niet op. Onder een bedrijfsvestiging in de zin van art. 4:2 Ontslagbesluit wordt verstaan ‘elk in het maatschappelijk als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband’. Of sprake is van één bedrijfsvestiging dient blijkens de beleidsregels Ontslagtaak UWV beoordeeld te worden aan de hand van een afweging van een aantal externe en interne kenmerken. Ter onderbouwing van de nauwe samenwerking tussen SieMatic en [rechtspersoon B] heeft[werknemer] een aantal interne kenmerken gesteld die onder rechtsoverweging 4.4 zijn weergeven. Naar het oordeel van de kantonrechter zijn deze deels niet komen vast te staan dan wel niet van voldoende gewicht. Naar het oordeel van de kantonrechter is niet aannemelijk geworden dat er sprake is van een structurele uitwisseling van personeel. Door SieMatic is gemotiveerd betwist dat er uitwisseling van personeel plaatsvond en onweersproken aangevoerd dat tot twee jaar geleden er enkel één bedrijfsleider voor beide vestigingen was waarvan de kosten door beide vestigingen werden gedeeld. Ook is niet aannemelijk geworden dat er maandelijks een verkoopbespreking plaatsvond voor alle verkopers van Tiel en Zaltbommel gezamenlijk. SieMatic heeft dit betwist en aangevoerd dat SieMatic daar door slechts één medewerker werd vertegenwoordigd, de heer [persoon X]. De kantonrechter acht van onvoldoende gewicht dat de backoffice voor beide dochterondernemingen geschiedde vanuit de vestiging Tiel en dat vanuit Tiel de keukens werden besteld, nu dit tussen de ondernemingen onderling werd afgerekend. Voorts acht de kantonrechter niet van belang dat de communicatie richting[werknemer] via [rechtspersoon C] verliep en zij ook vermeld stond op de salarisstroken, nu [rechtspersoon C] de moedervennootschap is van [rechtspersoon A] waarvan zowel SieMatic als [rechtspersoon B] een dochter is. Bovendien acht de kantonrechter bij de beoordeling van belang dat het hier gaat om twee aparte rechtspersonen die ieder een eigen adres hebben en een eigen bedrijfslocatie. Niet is gesteld of gebleken dat misbruik is gemaakt van deze vennootschapsrechtelijke structuur in die zin dat deze zou zijn opgezet met als doel de rechtspositie van de werknemers de verzwakken.
4.8.
Gelet op het voorgaande komt de kantonrechter tot de conclusie dat SieMatic en [rechtspersoon B] niet als één bedrijfsvestiging kan worden gezien, maar dat SieMatic een zelfstandige bedrijfsvestiging is. De kantonrechter neemt, zoals in rechtsoverweging 4.2 is overwogen, de noodzaak tot het staken van de bedrijfsactiviteiten door SieMatic als vaststaand aan. Het staken van deze bedrijfsactiviteiten heeft geleid tot het verval van de functie van[werknemer]. Daarom komt de kantonrechter tot de conclusie dat de arbeidsovereenkomst met ingang van 15 maart 2014 moet worden ontbonden wegens veranderingen in omstandigheden als bedoeld in artikel 7:685 van het Burgerlijke Wetboek.
4.9.
Nu de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbindt, dient de kantonrechter zich uit te laten over het al dan niet toekennen van een vergoeding. De kantonrechter overweegt daartoe als volgt.
4.10.
Vooropgesteld kan worden dat de sluiting van de showroom zich meer in de risicosfeer van SieMatic bevindt en dat toekenning van een vergoeding daarom op zijn plaats is.
4.11.
Bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding dient de kantonrechter voorts te beoordelen of SieMatic in strijd met het goed werkgeverschap heeft gehandeld gelet op het feit dat zij een vennootschap is die in concernverband opereert en niet aan[werknemer] andere functies bij [rechtspersoon B], een andere vennootschap, heeft aangeboden.[werknemer] heeft gesteld dat er mogelijkheden waren tot herplaatsing bij [rechtspersoon B] in de functie van verkoopadviseur keukens dan wel in de functie van verkoopadviseur badkamers, kok of gastheer. SieMatic heeft niet betwist dat het in haar macht lag om te bewerkstellingen dat[werknemer] werd herplaatst bij de [rechtspersoon B]. Wel heeft zij gemotiveerd betwist dat er daar een vacature voor verkoopadviseur keukens was. De kantonrechter acht niet aannemelijk dat deze vacature er was, gezien het feit dat er al twee verkoopadviseurs keukens van SieMatic zijn herplaatst bij [rechtspersoon B]. Dat er al maanden een vacature staat op de website van [rechtspersoon B] maakt dit niet anders. SieMatic heeft voldoende gemotiveerd dat die vermelding op de website niet betekent dat er (steeds) een vacature voor de functie van verkoopadviseur (keukens) was. Wat betreft de overige functies heeft SieMatic aangevoerd dat deze niet passend zijn vanwege opleiding, ervaring of capaciteiten van[werknemer] dan wel van wege het verschil in loon of aantal uren. Naar het oordeel van de kantonrechter zijn de door[werknemer] gestelde functies inderdaad niet passend. De kantonrechter acht de functie van kok niet passend, omdat door SieMatic onweersproken is gesteld dat de functie van kok niet een arbeidsverhouding betreft en het aantal uren minder is. De functie van gastheer is naar het oordeel van de kantonrechter niet passend, nu door SieMatic onweersproken is gesteld dat de functie van gastheer een arbeidsverhouding voor bepaalde tijd betreft tegen een salaris dat veel lager ligt dat het salaris dat[werknemer] ontvangt als verkoopadviseur keukens. De functie van badkameradviseur acht de kantonrechter eveneens niet passend. De functie van verkoopadviseur badkamer vereist, zoals door SieMatic is gesteld en door[werknemer] niet is betwist, andere kennis. Naar het oordeel van de kantonrechter stond het een [rechtspersoon B] bovendien vrij om een werknemer in dienst te nemen met (actuele) kennis en ervaring op het gebied van de verkoop van badkamers. Op basis van het voorgaande komt de kantonrechter tot de conclusie dat niet aannemelijk is dat de SieMatic zich in het kader van de herplaatsingsmogelijkheden niet heeft gedragen als een goed werkgever.
4.12.
Bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding is voorts van belang de vraag of rekening moet worden gehouden met de door[werknemer] gederfde provisiebonus. De kantonrechter is van oordeel dat daarmee wel rekening moet worden gehouden. Voldoende aannemelijk is dat deze een min of meer structureel karakter had met dien verstande dat wordt uitgegaan over het gemiddelde over de periode 2010-2013 zijnde € 394,02 per maand. Ten slotte acht de kantonrechter van belang dat SieMatic – dit is niet weersproken – technisch gezien failliet is en slechts door [rechtspersoon A] of [rechtspersoon C] in staat is om een vergoeding aan[werknemer] te betalen. Tevens acht de kantonrechter in dit bijzondere geval van belang dat[werknemer] reeds sinds 6 september 2013 is vrijgesteld van werkzaamheden en aldus geruime tijd heeft gehad om zich in te stellen op en om te zoeken naar ander werk.
4.13.
Op basis van de hiervoor geschetste omstandigheden acht de kantonrechter de door SieMatic aangeboden vergoeding van € 12.388,00 (bruto) billijk.
4.14.
De kantonrechter is van plan de arbeidsovereenkomst te ontbinden met ingang van 15 maart 2014 en daarbij aan[werknemer] een vergoeding van € 12.388,00 toe te kennen. Nu de vergoeding in overeenstemming is met de door SieMatic aangeboden vergoeding, krijgt SieMatic niet de gelegenheid om het verzoek in te trekken.
4.15.
De kantonrechter compenseert de proceskosten in die zien dat ieder partij de eigen proceskosten moet dragen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst met ingang van 15 maart 2014 en kent aan[werknemer] ten laste van SieMatic een vergoeding toe van € 12.388,00 bruto;
5.2.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. B.J. Engberts en in het openbaar uitgesproken op 3 maart 2014.