ECLI:NL:RBGEL:2014:1380

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 februari 2014
Publicatiedatum
3 maart 2014
Zaaknummer
C/05/257852 / KZ ZA 14-19
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende ontruiming van een woning

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 28 februari 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de woningstichting De Goede Woning en twee gedaagden, die niet verschenen zijn. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.J. Seijbel, heeft verzocht om ontruiming van een woning met toebehoren gelegen aan een specifiek adres in Apeldoorn. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke vereisten voldeed en heeft verstek verleend tegen de niet verschenen gedaagden.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het gevorderde niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft de vordering toegewezen. De gedaagden zijn veroordeeld om binnen zeven dagen na betekening van het vonnis de woning te ontruimen en deze zonder schade ter beschikking van de eiseres te stellen. Tevens is de woningstichting gemachtigd om de kosten van de ontruiming op de gedaagden te verhalen, indien zij niet vrijwillig aan het vonnis voldoen.

Daarnaast zijn de gedaagden hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op €1.232,75. Dit bedrag omvat de kosten van de dagvaarding, griffierecht en het salaris van de advocaat. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat de gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor eventuele na dit vonnis ontstane kosten, waaronder extra advocaatkosten, indien zij niet binnen de gestelde termijn aan het vonnis voldoen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eiseres het vonnis kan laten uitvoeren, ook als de gedaagden in beroep gaan.

Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. O. Nijhuis, die de uitspraak heeft gedaan in de zittingsplaats Zutphen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/257852 / KZ ZA 14-19
Vonnis in kort geding van 28 februari 2014
in de zaak van
de stichting
WONINGSTICHTING DE GOEDE WONING,
gevestigd te Apeldoorn,
eiseres,
advocaat mr. M.J. Seijbel te Zwolle,
tegen

1.[gedaagde A],

op grond van artikel 5 van de huurovereenkomst woonplaats gekozen hebbende aan [adres te plaats], alsmede in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Apeldoorn ingeschreven op laatstgemeld adres,
2.
[gedaagde B],
feitelijk wonende op het adres [adres te plaats],
gedaagden,
niet verschenen.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • de mondelinge behandeling.

2.De beoordeling

2.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek zal worden verleend.
2.2.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.3.
Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding €  97,75
- griffierecht 608,00
- salaris advocaat
527,00
Totaal €  1.232,75
3. De beslissing
De voorzieningenrechter
3.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagden;
3.2.
veroordeelt gedaagden om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis de woning met toebehoren gelegen aan [adres te plaats] met al het hunne en al de hunnen te ontruimen, te verlaten en ontruimd te laten en zonder schade en onder afgifte van alle sleutels ter vrije beschikking van eiseres te stellen;
3.3.
machtigt De Goede Woning om bij gebreke van vrijwillige ontruiming de met de ontruiming gemoeide kosten op gedaagden hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, te verhalen;
3.4.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 1.232,75;
3.5.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagden niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. O. Nijhuis en in het openbaar uitgesproken op 28 februari 2014. [1]

Voetnoten

1.sa/on