ECLI:NL:RBGEL:2014:1315

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 februari 2014
Publicatiedatum
27 februari 2014
Zaaknummer
05/740116-13
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Kropman
  • C. Cremers
  • O. de Jong
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van verkrachting van een minderjarig meisje in Winterswijk

Op 28 februari 2014 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van verkrachting van een minderjarig meisje in Winterswijk. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk. De zaak kwam aan het licht na een politieonderzoek waarbij op de telefoon van de medeverdachte filmpjes werden aangetroffen waarop te zien was dat het slachtoffer onvrijwillig seksuele handelingen onderging. De rechtbank achtte bewezen dat de verdachte, samen met de medeverdachte, het slachtoffer heeft gedwongen tot seksuele handelingen door middel van geweld en andere feitelijkheden. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van het slachtoffer en de verdachte onderling consistent waren en dat de beelden de onvrijwilligheid van de handelingen bevestigden. De rechtbank legde een zwaardere straf op dan door de officier van justitie was geëist, en verbond bijzondere voorwaarden aan het voorwaardelijke strafdeel, waaronder contact met de reclassering en het volgen van een behandeling. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit en de impact op het slachtoffer, en oordeelde dat de verdachte strafbaar was, ondanks dat hij niet eerder met politie en justitie in aanraking was geweest.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Meervoudige kamer
Parketnummer: 05/740116-13
Uitspraak d.d.: 28 februari 2014
Tegenspraak

VONNIS

in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Sovjetunie) op [geboortedatum 1],
wonende te [woonplaats 1],
thans gedetineerd in [verblijfplaats],
raadsman mr. Th.U. Hiddema, advocaat te Maastricht.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 14 februari 2014.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 7 augustus 2012 te Winterswijk, tezamen en in vereniging met een ander, te weten medeverdachte [medeverdachte], althans alleen, door geweld en/of door één of meer andere feitelijkheden, [slachtoffer], geboortedatum [geboortedatum 2], heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], immers heeft verdachte
- één of meer van zijn vingers in haar vagina gebracht en/of
- haar borsten gelikt en betast en/of
- te getracht die [slachtoffer] te (tong)zoenen,
en bestaande dat geweld en/of door die één of meer andere feitelijkheden hierin dat
- verdachte en die medeverdachte de woning van die [slachtoffer] en slaapkamer, waar die [slachtoffer] lag te slapen, zijn binnengegaan en/of
- die medeverdachte, in aanwezigheid van verdachte, geslachtsgemeenschap met die [slachtoffer] heeft gehad waarna hij tegen verdachte heeft gezegd: "Ga maar, doe maar wat je wilt", althans woorden van gelijke strekking en/of
- verdachte naast die (naakte) [slachtoffer] in bed is gaan liggen en/of
- verdachte met kracht één of meer van zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer] heeft geduwd en/of
- verdachte die [slachtoffer] in haar gezicht heeft gespuugd en/of
- verdachte en/of die medeverdachte voorbij is/zijn gegaan aan de verbale en/of non-verbale tekenen van onwil/verzet van die [slachtoffer] en/of
- die medeverdachte de seksuele handelingen van verdachte met die [slachtoffer] heeft gefilmd met een mobiele telefoon,
en/of er (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie is ontstaan;
art 248 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 242 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Aanleiding van het onderzoek
Tijdens een onderzoek dat is verricht door de politie Haaglanden werden er op het telefoontoestel van medeverdachte [medeverdachte] filmpjes aangetroffen, waarop te zien was dat een meisje onvrijwillig seks had met een onbekende man. Uit onderzoek bleek dat het meisje in [woonplaats 4] woonde en [slachtoffer] heet. Er is vervolgens een gesprek met haar gevoerd, waarin zij vertelde dat zij eerst seks had gehad met [medeverdachte] en dat er daarna seksuele handelingen met haar waren verricht door verdachte. Tijdens de seksuele handelingen die door verdachte waren verricht, zouden met een mobiele telefoon opnames zijn gemaakt door [medeverdachte]. Verdachte is vervolgens aangehouden.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft verkort en zakelijk weergegeven aangevoerd dat er van het ten laste gelegde geweld en de feitelijkheden geen sprake is geweest. Uit de filmfragmenten blijkt dat aangeefster zich volledig heeft onderworpen aan de situatie door een slome en inactieve houding aan te nemen. Verdachte heeft op een eerder moment een vriendschappelijke relatie met [slachtoffer] onderhouden, waarbij ook sprake was van vrijwillige seksuele handelingen die vergelijkbaar zijn met hetgeen op 7 augustus 2012 tussen hen is voorgevallen. Verdachte heeft op een gegeven moment beseft dat [slachtoffer] het niet leuk vond, maar hij is toch nog even doorgegaan. Dit korte moment zou als verkrachting gekwalificeerd kunnen worden.
Beoordeling door de rechtbank
[slachtoffer], geboren [geboortedatum 2], is gehoord [2] . Zij heeft - zakelijk weergegeven - verklaard dat [medeverdachte] in augustus 2012 haar woning en vervolgens slaapkamer binnen kwam terwijl zij op dat moment nog sliep. Hij was boos. [medeverdachte] riep [verdachte] naar boven. [verdachte] ging op de bureaustoel zitten en [medeverdachte] kwam bij haar liggen. Hij begon aan haar te zitten. Zij had alleen een beha en string aan. [medeverdachte] trok haar beha kapot. Hij deed een condoom om en begon haar te neuken. Toen hij klaar was zei hij tegen [verdachte]: “Ga maar, doe maar wat je wilt”. Daarna zat [verdachte] aan haar. Zij was bang, durfde niets te zeggen en durfde ook niet te schreeuwen. [verdachte] zat aan haar borsten en haar vagina. [medeverdachte] pakte zijn telefoon en begon te filmen. [verdachte] probeerde haar vervolgens te zoenen. Hij heeft aan haar borsten gezeten. Hij heeft haar ook gevingerd. Dat deed hevig pijn. [verdachte] zei dat hij haar niet wilde neuken. Zij heeft tijdens de handelingen tegen [verdachte] gezegd dat hij op moest houden.
[slachtoffer] heeft tijdens het verhoor [3] bij de rechter-commissaris verklaard dat [medeverdachte] haar had verteld dat hij de deur van de woning via de brievenbus had opengehengeld.
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard [4] dat hij [slachtoffer] in augustus 2012 ongeveer vier maanden kende. Hij is op 7 augustus 2012 ’s ochtends vanaf zijn woning in [woonplaats 3] samen met [medeverdachte] naar [woonplaats 4] gegaan, naar de woning van [slachtoffer]. [medeverdachte] had de dag ervoor al met hem besproken of hij met [slachtoffer] zou willen neuken. Daarom is hij meegegaan. Zij kwamen om ongeveer 10.00 uur bij de woning van [slachtoffer] aan. [medeverdachte] is als eerste de woning binnen gegaan en hij heeft gewacht tot [medeverdachte] hem riep. Toen hij boven kwam waren [medeverdachte] en [slachtoffer] al bezig. [slachtoffer] zat eerst op bed en bevredigde [medeverdachte] oraal. Daarna gingen zij neuken. Toen [medeverdachte] klaar was zei hij: “Kom erbij”. [medeverdachte] stapte van het bed af en hij is naast [slachtoffer] gaan liggen. Hij is zijn eigen ding met haar gaan doen. Zij heeft op dat moment niets gezegd. Zij heeft wel een keer tegen hem gezegd: “kanker op”. Hij zag op een gegeven moment aan haar gezicht dat zij niet wilde, maar is nog doorgegaan. Wat later zag hij dat [medeverdachte] aan het filmen was. Op dat moment is hij helemaal gestopt. Naderhand heeft [medeverdachte] hem gezegd dat, als hij niet in de problemen wilde komen, hij bij de politie moest zeggen dat alles vrijwillig was en dat die vrijwilligheid het trio betrof.
[verdachte] heeft tegenover de politie verklaard [5] - zakelijk weergegeven - dat [medeverdachte] zelf de woning binnen ging, volgens hem met een sleutel. [medeverdachte] zei dat hij het eerst naar boven zou gaan en hem zou roepen. Hij heeft even bij de deur gewacht tot hij werd geroepen door [medeverdachte]. Hij is toen naar boven gegaan. [slachtoffer] had een string en een beha aan. [medeverdachte] heeft [slachtoffer] uitgekleed. Zij ging hem pijpen en hij ging haar neuken. Tijdens de seks die zij met elkaar hadden zei [medeverdachte] ”doe dit” en “doe dat”. Zij moest luisteren naar hem. [medeverdachte] zei tegen hem: “Kom erbij”. Hij heeft vervolgens [slachtoffer] gezoend en aan haar borsten gezeten en gelikt. Ook heeft hij aan haar vagina gezeten. Hij heeft haar gevingerd. Hij heeft gezien dat [medeverdachte] filmde. Hij heeft [slachtoffer] gevraagd of zij het lekker vond. Hij heeft ook wel gezegd ”Dit vind je wel lekker”. [slachtoffer] heeft een keer iets van “kankerlijer” tegen hem gezegd. [medeverdachte] zat op een stoel en filmde en liet hem zijn gang gaan. [slachtoffer] was niet actief. Toen hij begon lette hij niet op haar, maar toen hij verder ging zag en merkte hij aan haar dat zij niet wilde.
Er is onderzoek [6] gedaan naar de twee filmpjes die op de onder verdachte [medeverdachte] in beslag genomen mobiele telefoon zijn aangetroffen. De verbalisanten hebben de filmpjes bekeken en hebben het volgende waargenomen:
Film 1:
Wij zagen een naakte vrouw/meisje op een bed liggen. Wij zagen dat zij een licht getinte huidskleur had en schatten haar tussen de 16 en 25 jaar oud. Wij zagen dat ze op haar rug lag en met haar knieën opgetrokken lag. Wij zagen aan haar linkerzijde een gezette man met zwart haar zitten van vermoedelijk Turkse afkomst. Wij zagen dat deze man met zijn rechterhand bij en in de vagina van het meisje zat. Wij zagen dat hij wilde bewegingen maakte met zijn rechterhand en dat hij deze regelmatig diep de vagina van het meisje probeerde in te duwen. Wij zagen dat hij met zijn mond de borsten van het meisje zoende. Wij zagen aan de mimiek in het gezicht van het meisje dat ze het absoluut niet prettig vond wat er gebeurde. Wij zagen dat zij haar gezicht vertrok alsof ze moest huilen, waarna ze zich herpakt en omhoog en naar achter keek. Wij zagen dat ze een aantal maal de hand van de man bij haar vagina vandaan duwde waarna deze gewoon weer verder ging. Op enig moment keek de man het meisje in haar gezicht waarop wij hoorden dat het meisje zei: “kanker op”. Wij zagen dat de man haar in haar gezicht spuugde en vervolgens weer verder ging. De persoon die de opname maakt hoorde je op de achtergrond ook wat zeggen. Ik, verbalisant [verbalisant], herkende hierin de stem van de verdachte [medeverdachte]. Hij filmde dit kennelijk met zijn mobiele telefoon. Ik, verbalisant, heb de verdachte [medeverdachte] meerdere malen gesproken en kon derhalve zijn stem herkennen.
Film 2:
Wij zagen in deze film een soortgelijk filmpje als hierboven omschreven behalve dat het gezicht van de man en het meisje niet zichtbaar waren. Wij hoorden de vrouw de achtergrond kermen. Door de manier waarop liet meisje haar lichaam bewoog kregen wij het zeer sterke
vermoeden dat het niet om vrijwillige sex ging.
De filmfragmenten zijn gekopieerd op een dvd waarover de officier van justitie beschikte. Deze dvd maakt, ter voorkoming van strafbare feiten en verdere verspreiding, niet als een processtuk deel uit van het dossier.
De raadsman heeft in aanwezigheid van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken, op 11 februari 2014 voorafgaand aan de getuigenverhoren de filmfragmenten bekeken.
De rechtbank heeft voor aanvang van het onderzoek ter terechtzitting op 14 februari 2014 de filmfragmenten bekeken, namelijk een filmfragment gedateerd 7 augustus 2012 met het aanvangstijdstip 09.32 uur en een filmfragment gedateerd 7 augustus 2012 met het aanvangstijdstip 09.36 uur. Op grond van haar eigen waarneming is de rechtbank van oordeel dat de beschrijvingen van die beelden, zoals weergegeven in voornoemd proces-verbaal van bevindingen [7] , overeenkomen met hetgeen de rechtbank zelf op de filmfragmenten heeft waargenomen, waaronder het ruw penetreren met de vingers van de vagina en bijvoorbeeld het tijdens het vingeren wegduwen van de hand van verdachte [verdachte] door [slachtoffer]. In aanvulling op de waarneming door de verbalisanten heeft de rechtbank bovendien waargenomen dat [slachtoffer] haar armen gekruist over het bovenlichaam houdt terwijl verdachte [verdachte] haar betast en dat ze op enig moment van hem probeert weg te draaien. Daarnaast heeft de rechtbank waargenomen dat [verdachte] haar op enig moment aankijkt en een voorwaartse beweging met het hoofd maakt. Al deze waarnemingen van de rechtbank zijn met verdachten ter zitting besproken en toen door geen van beiden tegengesproken.
De rechtbank is van oordeel dat er sprake is geweest van medeplegen van verkrachting.
Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
Belangrijke bron van informatie zijn de verklaringen van [verdachte] en [slachtoffer] waaruit een bewuste en nauwe samenwerking en rolverdeling tussen verdachten naar voren komt.
Deze verklaringen zijn op belangrijke punten, zoals voor wat betreft het betreden van de woning, het benaderen van [slachtoffer] en de wijze waarop opeenvolgend seksuele handelingen plaatsvonden en werden gefilmd, onderling consistent. Bovendien vinden de verklaringen aangaande de onvrijwillige seksuele handelingen bevestiging door de beschikbare beelden. De rechtbank ziet dan ook geen enkel aanknopingspunt te twijfelen aan de betrouwbaarheid van voornoemde verklaringen. Voor wat betreft de verklaring van [verdachte] merkt de rechtbank in dit verband nog op dat hij daarin ook zichzelf in belangrijke mate heeft belast. Ten aanzien van de rolverdeling en uitvoering overweegt de rechtbank nog in het bijzonder als volgt.
  • Medeverdachte [medeverdachte] is de initiatiefnemer geweest om samen met verdachte naar [slachtoffer] te gaan voor het hebben van seks met haar. [medeverdachte] en verdachte hadden dat de dag daarvoor al besproken.
  • [medeverdachte] is degene geweest die de deur van de woning van [slachtoffer] van buiten af heeft geopend.
  • [medeverdachte] heeft tegen verdachte gezegd dat hij beneden moest wachten en heeft hem enige tijd later naar boven geroepen.
  • [medeverdachte] heeft in het bijzijn van verdachte seks gehad met [slachtoffer].
  • [medeverdachte] heeft tijdens de seks met [slachtoffer] opdracht gegeven tot het verrichten van bepaalde seksuele handelingen.
  • Door het hebben van seks in bijzijn van verdachte en het daarbij geven van opdrachten heeft [medeverdachte] [slachtoffer] in een kwetsbare situatie gebracht.
  • [medeverdachte] heeft vervolgens tegen verdachte gezegd “Ga maar, doe maar wat je wilt”.
  • Vervolgens heeft verdachte seksuele handelingen met [slachtoffer] verricht, waarbij deze ook met zijn vingers het lichaam van [slachtoffer] is binnengedrongen. [verdachte] is daarmee niet onmiddellijk gestopt toen hij merkte dat zij het niet wilde. Medeverdachte [medeverdachte] is bovendien doorgegaan met filmen, ook nadat [slachtoffer] in woord en gebaar (onder andere het wegduwen hand), te kennen gaf niet te willen. In plaats van in te grijpen en verdachte [verdachte] te laten stoppen is medeverdachte [medeverdachte] een actieve rol blijven vervullen door de door [slachtoffer] niet gewilde handelingen te blijven filmen.
  • Verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer] niets heeft gezegd. Zij heeft wel een keer tegen hem gezegd: “kanker op”. Hij zag op een gegeven moment aan haar gezicht dat zij niet wilde, maar is nog doorgegaan.
  • De waarneming van de rechtbank komt overeen met de beschrijving van de beelden en de verklaring van [slachtoffer] over het gebeurde. Zij heeft verklaard dat zij op dat moment bang was. De rechtbank heeft aan de hand van de beelden vastgesteld dat [slachtoffer] tekenen van onwil/verzet heeft getoond. Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat verdachten die tekenen van onwil/verzet ook hebben waargenomen maar in de wind hebben geslagen.
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank de verklaring van verdachte dat zij naar de woning van [slachtoffer] zijn gegaan omdat zij graag en vrijwillig trioseks zou willen hebben niet aannemelijk geworden. Bovendien heeft verdachte [verdachte] daarover tijdens het verhoor [8] bij de rechter-commissaris verklaard dat [medeverdachte] hem na het incident vroeg om bij de politie een ander verhaal te vertellen, namelijk dat alles vrijwillig was en dat die vrijwilligheid het trio betrof.
De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 7 augustus 2012 te Winterswijk, tezamen en in vereniging met een ander, te weten medeverdachte [medeverdachte], door geweld en door andere feitelijkheden, [slachtoffer], geboortedatum [geboortedatum 2], heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], immers heeft verdachte
- zijn vingers in haar vagina gebracht en
- haar borsten gelikt en betast en
- getracht die [slachtoffer] te (tong)zoenen,
en bestaande dat geweld en die andere feitelijkheden hierin dat
- verdachte en die medeverdachte de woning van die [slachtoffer] en slaapkamer, waar die [slachtoffer] lag te slapen, zijn binnengegaan en
- die medeverdachte, in aanwezigheid van verdachte, geslachtsgemeenschap met die [slachtoffer] heeft gehad waarna hij tegen verdachte heeft gezegd: "Ga maar, doe maar wat je wilt", althans woorden van gelijke strekking en
- verdachte naast die naakte [slachtoffer] in bed is gaan liggen en
- verdachte met kracht zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer] heeft geduwd en/of
- verdachte die [slachtoffer] in haar gezicht heeft gespuugd en/of
- verdachte en die medeverdachte voorbij zijn gegaan aan de verbale en/of non-verbale tekenen van onwil/verzet van die [slachtoffer] en
- die medeverdachte de seksuele handelingen van verdachte met die [slachtoffer] heeft gefilmd met een mobiele telefoon,
en er aldus voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie is ontstaan.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
-
medeplegen van verkrachting.
Strafbaarheid van de verdachte
Over verdachte is een rapport van psychologisch onderzoek opgemaakt op 29 november 2013 door [psycholoog], psycholoog. De conclusie van dit rapport is dat er bij verdachte geen sprake is van een ziekelijke stoornis, noch van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens.
Verdachte is strafbaar, nu ook overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar, met daaraan verbonden de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, namelijk meldplicht, het verplicht volgen van een ambulante behandeling en contactverbod met de medeverdachte en met pro-criminele personen.
Ter toelichting op de eis heeft de officier van justitie aangevoerd dat verdachte en zijn mededader een zeer ernstig feit hebben gepleegd, waarbij verdachte zich – ondanks zijn eigen verantwoordelijkheden – heeft laten meeslepen door de medeverdachte.
De raadsman heeft verzocht een straf op te leggen die gelijk is aan de duur van het voorarrest. Er is geen gevaar voor herhaling. Er is geen reden voor oplegging van een voorwaardelijk strafdeel met de geadviseerde voorwaarden.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen - en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur leiden - dat verdachte en zijn mededader inbreuk hebben gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer. Het feit vond immers plaats in haar woning. Verdachte wist dat zijn medeverdachte een relatie met [slachtoffer] had en hij was zelf op zijn minst goed bevriend met haar. Daarmee is haar vertrouwen geschonden. De belangen van het slachtoffer zijn door de verdachte en zijn mededader ondergeschikt gemaakt aan hun eigen lustgevoelens. Verdachte is doorgegaan met zijn seksuele handelingen terwijl voor hem uit woord en gebaar van [slachtoffer] duidelijk was dat zij dat niet wilde. De medeverdachte heeft daarvan filmopnamen gemaakt en is dat zonder ingrijpen van verdachte blijven doen. Het filmen moet voor haar gegeven de omstandigheden als extra vernederend ervaren zijn. Een verkrachting onder de omstandigheden waarvan hier sprake is, moet voor het slachtoffer buitengewoon ingrijpend zijn geweest. De rechtbank rekent de verdachte dit buitengewoon ernstig feit zwaar aan.
Anderzijds houdt de rechtbank er rekening mee dat niet verdachte, maar zijn mededader de initiërende rol heeft gehad en dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest.
In het over verdachte opgemaakte rapport van psychologisch onderzoek [9] heeft de psycholoog vermeld dat een verplichte begeleiding of behandeling niet noodzakelijk wordt geacht. In het rapport [10] van de reclassering wordt echter vermeld dat er zorgen bestaan over onder meer de beïnvloedbaarheid en wijze van probleemhantering. Gelet op de ernst van het feit en de beïnvloedbaarheid van verdachte wordt toezicht door de reclassering noodzakelijk geacht, om zicht te houden op de verdere ontwikkeling van verdachte.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte het feit mede heeft begaan onder beïnvloeding van de medeverdachte. Alhoewel dat de eigen verantwoordelijkheid van verdachte geenszins wegneemt, zal de rechtbank daarom de in het reclasseringsadvies genoemde voorwaarden, met uitzondering van het contactverbod, verbinden aan een voorwaardelijk deel van de op te leggen gevangenisstraf. De proeftijd zal op 3 jaren worden gesteld.
Gelet op de ernst van het feiten, de voornoemde omstandigheden, en gelet op de oriëntatiepunten en op uitspraken in (enigszins) vergelijkbare zaken acht de rechtbank alles afwegend een hogere strafoplegging dan door de officier van justitie is gevorderd, passend en geboden.
Gelet op de hoogte van de op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt het verzoek om de voorlopige hechtenis bij eindvonnis op te heffen afgewezen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 47 en 242 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
-
medeplegen van verkrachting;
 verklaart verdachte strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, groot
8 (acht) maanden,niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 3 (drie) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel zich voor de navolgende voorwaarden niet heeft nageleefd;
 stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich vóór het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
 stelt als
bijzondere voorwaardendat veroordeelde:
  • zich aansluitend aan zijn detentie zal melden bij de reclassering, Reclassering Nederland, [adres]. Hierna moet veroordeelde zich bij de reclassering blijven melden, zo frequent en zolang als de reclassering dit nodig acht;
  • indien gedurende het reclasseringstoezicht mocht blijken dat behandeling geïndiceerd is, hieraan deel dient te nemen. Hij dient zich in dat geval ambulant te laten behandelen door de geestelijke gezondheidszorg of de forensische psychiatrie, waarbij hij zich dient te houden aan de behandelafspraken die met hem gemaakt worden.
 beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 wijst het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis af.
Aldus gewezen door mrs. Kropman, voorzitter, Cremers en O. de Jong, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van
28 februari 2014.
Mr. De Jong is buiten staat mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina’s, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal, nummer PL0630 2013050291-35, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district IJsselstreek, gesloten en ondertekend op 29 oktober 2013.
2.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer], pag. 44-51
3.Proces-verbaal van verhoor van getuigen door de rechter-commissaris op 11 februari 2014, pag. 7
4.De verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 14 februari 2014
5.Processen-verbaal van verhoor van [verdachte], pag. 69-76 en 77-89
6.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 40d-40e
7.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 40d-40e
8.Proces-verbaal van verhoor van getuigen door de rechter-commissaris op 11 februari 2014, pag. 7
9.Psychologisch onderzoek opgemaakt op 29 november 2013 door [psycholoog], psycholoog.
10.Reclasseringsrapport van Reclassering Nederland, [adres], van 26 november 2013