Uitspraak
[verdachte],
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Het onderzoek ter terechtzitting
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van verdachte
.
6.De motivering van de maatregel
(…)
Rechtbank Gelderland
Op 25 februari 2014 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in de zaak tegen een 19-jarige man die beschuldigd werd van poging tot doodslag op zijn stiefvader. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 4 juli 2013 in Epe met een mes op zijn stiefvader is ingestoken, terwijl hij zich in een ernstige psychotische toestand bevond. De verdachte heeft tijdens de zitting verklaard dat hij zijn stiefvader wilde doden, wat door getuigen werd bevestigd. De rechtbank heeft de verklaringen van de moeder van de verdachte en zijn stiefvader in overweging genomen, waarbij zij aangaven geen aangifte te willen doen, maar hulp voor de verdachte zochten. De verdediging stelde dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard, gezien de psychische toestand van de verdachte. De rechtbank oordeelde echter dat de vervolging gerechtvaardigd was, gezien de ernst van het geweld en de eerdere contacten van de verdachte met justitie.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte ten tijde van het delict volledig ontoerekeningsvatbaar was, als gevolg van een psychotische stoornis en middelenmisbruik. De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging, maar gelast dat hij voor een jaar in een psychiatrisch ziekenhuis wordt geplaatst. De rechtbank oordeelde dat er een gevaar voor recidive bestond, vooral gezien het alcohol- en drugsgebruik van de verdachte, wat zijn impulscontrole beïnvloedde. De beslissing van de rechtbank is gebaseerd op de conclusies van gedragsdeskundigen die de verdachte hadden onderzocht en de risico's die aan zijn gedrag verbonden waren. De rechtbank heeft de verdachte niet strafbaar verklaard voor de poging tot doodslag, maar heeft wel de noodzaak van behandeling in een psychiatrische instelling benadrukt.