ECLI:NL:RBGEL:2014:1190

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 februari 2014
Publicatiedatum
25 februari 2014
Zaaknummer
06/940314-12
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • A. van Apeldoorn
  • J. Gerbranda
  • M. Prisse
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tenuitvoerlegging van voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf na overtredingen van voorwaarden

Op 25 februari 2014 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak waarbij de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van één jaar werd gelast. De veroordeelde had zich herhaaldelijk niet gehouden aan de voorwaarden die aan zijn voorwaardelijke straf waren verbonden, waaronder deelname aan een behandeling en het zich onthouden van alcohol- en drugsgebruik. Ondanks meerdere waarschuwingen en een eerdere kans om zich aan de voorwaarden te houden, heeft de veroordeelde zijn verplichtingen niet nagekomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de behandeling door Tactus Verslavingszorg op 30 januari 2014 is beëindigd, omdat de veroordeelde niet meewerkte en de voorwaarden overtrad. De officier van justitie heeft ter zitting gepersisteerd bij de vordering tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf, en de rechtbank heeft geoordeeld dat de veroordeelde zijn laatste kans heeft gehad. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en gelast dat de voorwaardelijke gevangenisstraf ten uitvoer wordt gelegd, met aftrek van de tijd die de veroordeelde in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de periode waarin de veroordeelde in zijn vrijheden is beperkt, niet in mindering kan worden gebracht op de tenuitvoer te leggen straf, omdat hiervoor geen wettelijke basis bestaat. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/940314-12
Uitspraak 25 februari 2014
Raadsman: mr. M. van Kan, advocaat te Zutphen
Verschenen
Op 30 januari 2014 is ter griffie van deze rechtbank ingekomen de vordering van de officier van justitie gedateerd 30 januari 2014, betreffende een onherroepelijk geworden vonnis van deze rechtbank van 5 december 2012 waarbij:

[veroordeelde],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
laatstelijk verblijvende te [adres 1],
thans verblijvende in [verblijfplaats],
onder meer is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) jaren, waarvan 1 (één) jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, met als bijzondere voorwaarden – welke zijn gewijzigd bij beslissing van deze rechtbank van 17 oktober 2013 – dat veroordeelde:
  • zich zo spoedig mogelijk meldt bij Tactus reclassering ([adres 2]) en zich na afloop van zijn detentie bij de reclassering blijft melden zo frequent en zolang Tactus reclassering dit noodzakelijk acht;
  • zich houdt aan de afspraken en aanwijzingen die hem door Tactus reclassering worden gegeven, ook als dat inhoudt dat hij moet deelnemen aan een (tussentijds) intakegesprek voor een intramurale behandeling;
  • deelneemt aan de gedragsinterventie “leefstijltraining”;
  • zich klinisch zal laten opnemen in [kliniek] voor de duur van maximaal 2 (twee) jaar gedurende de proeftijd of zoveel korter als de instelling in overleg met de reclassering nodig acht, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de (overige) aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling (waaronder opname ten behoeve van diagnostiek) zullen worden gegeven door of namens de instelling/behandelaar;
  • zal meewerken aan het door of namens [kliniek] te verrichten nader neuropsychologisch onderzoek;
  • zich gedurende de klinische opname bij [kliniek] onthoudt van alcohol- en/of drugsgebruik en zal meewerken aan controles hierop.
De rechtbank heeft de stukken bezien.
De vordering is behandeld ter terechtzitting van 11 februari 2014. Van de behandeling is een proces-verbaal opgemaakt.

Overwegingen

De officier van justitie heeft ter terechtzitting gepersisteerd bij haar vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf. Kijkend naar het rapport van de reclassering en hetgeen zich ter terechtzitting heeft afgespeeld, heeft veroordeelde zijn laatste kans gehad. De rechtbank heeft veroordeelde op 17 oktober 2013 nog een kans geboden om zich te laten behandelen, maar juist die behandeling komt niet van de grond. Veroordeelde heeft op meerdere punten de bijzondere voorwaarden overtreden, waardoor de behandeling is geëindigd.
Door en namens veroordeelde is primair aangevoerd dat veroordeelde weliswaar de voorwaarden heeft overtreden, maar dat het ten uitvoer leggen van de gevangenisstraf niets oplost voor veroordeelde noch voor de samenleving. Over tien maanden heeft veroordeelde zijn straf uitgezeten, maar hebben hij en de samenleving een nog groter probleem. Wellicht kunnen op een lager niveau voorwaarden worden opgesteld, zodat er nog enige grip op veroordeelde blijft. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat de tijd die veroordeelde in het kader van de voorlopige tenuitvoerlegging in een huis van bewaring heeft doorgebracht, op de ten uitvoer te leggen straf in mindering dient te worden gebracht. Bovendien heeft veroordeelde vijf maanden erg zijn best gedaan en is hij die periode in zijn vrijheid beperkt geweest. Ook deze tijd dient op de ten uitvoer te leggen straf in mindering te worden gebracht.
De rechtbank overweegt dat veroordeelde nog een kans heeft gekregen zich aan de voorwaarden te houden en mee te werken aan de opgelegde behandeling, doordat de rechtbank op 17 oktober 2013 de vordering tot tenuitvoerlegging van de officier van justitie heeft afgewezen en de voorwaarden heeft gewijzigd/ aangevuld. De rechtbank heeft echter geconstateerd dat veroordeelde deze hernieuwde bijzondere voorwaarden wederom meermalen heeft overtreden.
Uitgangspunt is dat veroordeelde zich moet houden aan de aanwijzingen en voorschriften die hem worden gegeven door of namens de reclassering. Het is niet aan veroordeelde om op dat gebied regels of voorwaarden te stellen. Dat betekent dat veroordeelde zijn medewerking dient te verlenen aan de begeleiding en behandeling en zich heeft te houden aan de aanwijzingen en voorschriften die hem worden gegeven. De rechtbank heeft geconstateerd dat Tactus Verslavingszorg een uitgebreid en duidelijk rapport heeft opgemaakt omtrent het verloop van het toezicht betreffende veroordeelde.
Op 18 oktober 2013 is veroordeelde opgenomen in [kliniek]. In het eerste contact op 25 oktober 2013 met veroordeelde in [kliniek] heeft Tactus Reclassering hem mondeling en schriftelijk een waarschuwing gegeven wegens een positieve urinecontrole op middelengebruik. In de weken die volgden was er om de week een gesprek met veroordeelde, Tactus Reclassering en zijn behandelaar. In elk gesprek werden de bijzondere voorwaarden besproken en de verwachtingen waaraan veroordeelde moest voldoen. Regelmatig hield veroordeelde zich hier niet aan en weigerde hij deelname aan programmaonderdelen of werd er gebruik van middelen geconstateerd, terwijl veroordeelde hier niet over communiceerde. Veroordeelde heeft hiervoor meerdere mondelinge of schriftelijke waarschuwingen gekregen. Er werd een start gemaakt met begeleide vrijheden, maar wederom verviel veroordeelde meerdere keren in middelengebruik.
De rechtbank overweegt dat uit het over veroordeelde opgemaakte advies van Tactus Verslavingszorg en de ter zitting door deskundige [deskundige] gegeven toelichting is gebleken dat veroordeelde zijn afspraken en voorwaarden keer op keer niet is nagekomen. Veroordeelde heeft mondelinge en schriftelijke waarschuwingen gekregen wegens positieve urinecontroles op middelengebruik. Bovendien heeft hij niet deelgenomen aan therapieonderdelen van [kliniek] en heeft hij niet (voldoende) gecommuniceerd met zijn behandelaars. Het gevolg hiervan is geweest dat op 30 januari 2014 de behandeling door [kliniek] is beëindigd. Hoewel veroordeelde wordt ondersteund in de behandeling door reclasseringswerker Van Langen en zijn behandelaar, heeft veroordeelde dit op allerlei manieren ondermijnd. Veroordeelde heeft meerdere waarschuwingen en kansen gehad, maar desondanks is het niet gelukt om een nieuwe start te maken en de voorwaarden na te komen.
Alles afwegend is de rechtbank op grond van het vorenstaande van oordeel dat de tenuitvoerlegging dient te worden bevolen van de eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf. De rechtbank is van oordeel dat de tijd die veroordeelde in het kader van de voorlopige tenuitvoerlegging in het huis van bewaring heeft doorgebracht, op de ten uitvoer te leggen straf in mindering dient te worden gebracht. De door de raadsman aangevoerde periode van vijf maanden waarin veroordeelde in zijn vrijheden is beperkt zal niet op de ten uitvoer te leggen straf in mindering worden gebracht, nu naar het oordeel van de rechtbank hiervoor een wettelijke basis ontbreekt en zij hier ook overigens geen aanleiding toe ziet.
Op grond van het voorgaande zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De rechtbank:
-
gelast de tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 5 december 2012 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van één jaar, met aftrek van de tijd dat veroordeelde in het kader van de voorlopige tenuitvoerlegging van zijn vrijheid is beroofd geweest.
Deze beslissing is gegeven door mrs. Van Apeldoorn, voorzitter, Gerbranda en Prisse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Hoesstee, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 25 februari 2014.
Mr. Gerbranda is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.