ECLI:NL:RBGEL:2014:1015
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Uitleg van de bevoegdheid tot bestuursdwang op basis van artikel 13b Opiumwet
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 13 februari 2014 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. B. Smit, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van Nijmegen, die had besloten tot bestuursdwang om een pand te sluiten vanwege de aanwezigheid van harddrugs. De burgemeester had op 20 januari 2014 besloten het pand te sluiten voor de duur van één jaar, met ingang van 30 januari 2014. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om dit besluit te schorsen.
De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 3 februari 2014. In zijn overwegingen verwijst de voorzieningenrechter naar artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt om een voorlopige voorziening te treffen bij onverwijlde spoed. De rechter legt uit dat de burgemeester op basis van artikel 13b van de Opiumwet bevoegd is om bestuursdwang toe te passen indien in een pand drugs aanwezig zijn die bestemd zijn voor verkoop, aflevering of verstrekking.
In dit geval zijn op 9 november 2013 in het pand van verzoeker aanzienlijke hoeveelheden cocaïne en heroïne aangetroffen. De voorzieningenrechter concludeert dat de aanwezigheid van deze hoeveelheden erop wijst dat de drugs bestemd zijn voor verkoop, aflevering of verstrekking, en dat verzoeker niet heeft aangetoond dat dit niet het geval is. De rechter wijst erop dat de burgemeester terecht heeft geoordeeld dat hij bevoegd was om het pand te sluiten op basis van artikel 13b van de Opiumwet.
Verzoeker heeft ook betoogd dat de beleidsregel voor bestuurlijke handhaving ongeldig is, maar de voorzieningenrechter volgt dit betoog niet. Hij stelt dat er een verschil moet worden gemaakt tussen de sluiting van een woning en een voor het publiek toegankelijk lokaal. De voorzieningenrechter wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af, en concludeert dat de burgemeester rechtmatig heeft gehandeld.