ECLI:NL:RBGEL:2013:CA3423
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- D. Vergunst
- N.C. Lookeren van Campagne
- M.J. Ouweneel
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot opheffing en schorsing van inbewaringstelling in faillissementszaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 10 juni 2013 uitspraak gedaan in het kader van de inbewaringstelling van een gefailleerde, hierna aangeduid als [naam]. De rechtbank heeft de verzoeken tot opheffing en schorsing van de inbewaringstelling afgewezen. De gefailleerde, die zich op dat moment in een penitentiaire inrichting bevond, had verzocht om zijn inbewaringstelling op te heffen, stellende dat hij bereid was om de curator alle benodigde informatie te verstrekken voor de afwikkeling van zijn faillissement. De advocaat van [naam] voerde aan dat de inbewaringstelling onrechtmatig was en in strijd met de artikelen 5 en 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Hij stelde dat [naam] niet onverwijld was gehoord na zijn inverzekeringstelling en dat de faillissementsbewaring parallel liep aan een strafrechtelijk onderzoek, wat zou leiden tot een schending van zijn rechten.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat [naam] niet had voldaan aan zijn verplichtingen om te verschijnen voor de rechter-commissaris en/of de curator, zoals vereist door artikel 105 van de Faillissementswet. Het enkele aanbod om informatie te verstrekken via telefoon of e-mail werd niet als voldoende beschouwd. De rechtbank heeft vastgesteld dat [naam] niet aannemelijk had gemaakt dat hij niet in staat was om naar Nederland te reizen om de curator te ontmoeten. Bovendien bleek uit de overgelegde stukken dat hij had nagelaten de vragen van de curator te beantwoorden, ondanks herhaalde verzoeken om dit te doen.
De rechtbank heeft de belangen van de schuldeisers afgewogen tegen het recht op persoonlijke vrijheid van [naam]. Gezien het feit dat de inbewaringstelling was opgelegd als dwangmiddel wegens het verzuim van [naam] om aan zijn inlichtingenplicht te voldoen, was er geen reden om de inbewaringstelling op te heffen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen gronden waren om de inbewaringstelling te beëindigen en heeft het verzoek tot schorsing afgewezen. De beschikking is gegeven in raadkamer, waarbij de rechters D. Vergunst, N.C. Lookeren van Campagne en M.J. Ouweneel aanwezig waren.