ECLI:NL:RBGEL:2013:CA2413

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
137305 KG RK 13-155
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van rechter mr. D.J. Buijs door verzoeker

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 6 mei 2013 uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Verzoeker heeft op 2 januari 2013 een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. D.J. Buijs, rechter in deze rechtbank. Verzoeker stelt dat de rechter hem altijd ongelijk geeft en hem niet serieus neemt, wat hem heeft doen besluiten om de wraking aan te vragen. Hij verwijst naar eerdere uitspraken waarin andere rechters hem wel gelijk hebben gegeven en naar een beslissing van het gerechtshof die de uitspraak van de rechter niet in stand kon laten. De rechter heeft schriftelijk gereageerd op het wrakingsverzoek en aangegeven niet in de wraking te berusten.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat een wrakingsverzoek kan worden ingediend in elke stand van het geding, mits dit voor de einduitspraak gebeurt. In dit geval heeft de rechter echter al een einduitspraak gedaan in een eerder beroep, waardoor het wrakingsverzoek niet ontvankelijk kan worden verklaard. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat verzoeker zijn wrakingsverzoek pas twee weken na de einduitspraak heeft ingediend, wat in strijd is met de regels omtrent wraking.

Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek tot wraking van mr. D.J. Buijs. Deze beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. M.S. Bos.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Zittingsplaats Zutphen
Meervoudige wrakingskamer
Rekestnummer: 137305 KG RK 13-155
Beslissing van 6 mei 2013 van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende te [plaats],
hierna: verzoeker,
strekkende tot wraking van:
mr. D.J. Buijs,
rechter in deze rechtbank,
hierna: de rechter.
1. Het verloop van de procedure
Het verloop van de wrakingsprocedure blijkt uit:
- het verzoekschrift tot wraking d.d. 2 januari 2013, op 4 januari 2013 ingekomen bij de griffie van de rechtbank Oost Nederland (inmiddels rechtbank Gelderland) in de zaak 491051 BR 12-203;
- de schriftelijke reactie van de rechter d.d. 22 maart 2013, strekkende tot het afwijzen van het verzoekschrift tot wraking;
- het proces-verbaal van de behandeling van het wrakingsverzoek ter terechtzitting van
22 april 2013.
2. Het wrakingsverzoek
Verzoeker heeft aan zijn wrakingsverzoek, voor zover relevant, het volgende ten grondslag gelegd. Het gaat verzoeker om de gedragingen van de rechter. De rechter geeft hem altijd ongelijk en neemt hem niet serieus. Zo ook in de beslissing van 20 december 2012. Verzoeker was nog geen twee minuten binnen toen hij niet-ontvankelijk werd verklaard. Andere rechters geven hem wel gelijk en ook het gerechtshof heeft in een zaak beslist dat de uitspraak van de rechter niet in stand kan blijven omdat het door verzoeker gevoerde draagkrachtverweer door de rechter onderzocht had moeten worden. Doel van de wraking is dat de rechter nooit meer een zaak van hem zal behandelen.
3. Het standpunt van de rechter
De rechter heeft schriftelijk aangegeven niet in de wraking te berusten en dat het verzoek geen aanleiding geeft tot een reactie.
4. De beoordeling door de rechtbank
4.1 Ingevolge artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kan op verzoek van een partij een rechter die een zaak behandelt, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
4.2 Blijkens de arresten van de Hoge Raad van 18 december 1998 (LJN: AD2977) en
2 november 2010 (LJN: BN2366) kan een wrakingsverzoek worden ingediend in elke stand van het geding, mits voor de einduitspraak. Dit uitgangspunt is eveneens opgenomen in artikel 4.4 van het wrakingsprotocol van de Rechtbank Gelderland. Wraking strekt er immers toe te voorkomen dat de door een verdachte als niet onpartijdig of vooringenomen rechter over zijn zaak oordeelt en beslist. Als de betrokken rechter die de zaak heeft behandeld uitspraak heeft gedaan, dan kan die uitspraak door wraking niet meer worden voorkomen.
4.3 Het vorenstaande brengt met zich dat een wrakingsverzoek niet kan worden gedaan nadat er een einduitspraak is gedaan. Vastgesteld wordt dat de door de rechter gegeven beslissing een einduitspraak betreft in een beroep inzake de Wet Administratieve Handhaving Verkeersvoorschriften. De behandeling van het beroep eindigt daarmee. Uit de stukken blijkt dat verzoeker zijn wrakingsverzoek ongeveer twee weken later heeft ingediend. In het licht van hetgeen is overwogen in 4.2 moet dit leiden tot niet-ontvankelijk verklaring van verzoeker in zijn wrakingsverzoek. De wrakingskamer tekent daarbij aan dat zij niet bekend is met vóór de datum van de uitspraak gedane wrakingsverzoeken, zoals door verzoeker gesteld.
4.4 Het voorgaande leidt ertoe dat verzoeker niet in zijn verzoek tot wraking kan worden ontvangen, zodat aan een inhoudelijke beoordeling van het verzoek niet kan worden toegekomen.
5. De beslissing
De rechtbank:
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking van mr. D.J. Buijs.
Deze beslissing is gegeven door mr. S.A.M. Vrendenbarg-Elsbeek, voorzitter, mrs. W.L.F. Prisse en C. Kleinrensink, rechters, en in het openbaar uitgesproken op 6 mei 2013 in aanwezigheid van mr. M.S. Bos, griffier.