ECLI:NL:RBGEL:2013:CA2241
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- M.C. van der Mei
- W.M. Eijkelestam
- L.J.P. Lambooij
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring wrakingsverzoek tegen de eerste wrakingskamer van de rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 9 april 2013 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van de Stichting Garantie- en Waarborgfonds Nederland, gericht tegen de eerste wrakingskamer van de rechtbank. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van een eerdere zitting op 18 december 2012, waarbij de verzoekster de behandelend rechter, mr. C. Hoogland, had gewraakt. De verzoekster stelde dat de rechtbank Oost-Nederland, waar de zaak zich afspeelde, zelf belanghebbende was geworden en dat er in het verleden fouten waren gemaakt door rechters van de rechtbank Zutphen, wat de schijn van partijdigheid zou oproepen.
Tijdens de behandeling van het wrakingsverzoek op 18 februari 2013 heeft de verzoekster ook de eerste wrakingskamer gewraakt. De wrakingskamer heeft de behandeling van het verzoek geschorst in afwachting van de beslissing op het wrakingsverzoek van 18 februari. De rechters van de eerste wrakingskamer hebben schriftelijk verklaard niet te berusten in het verzoek tot wraking en hebben aangegeven niet ter zitting te verschijnen.
De wrakingskamer heeft op 26 maart 2013 het verzoek behandeld en geconcludeerd dat de verzoekster misbruik maakte van het rechtsmiddel wraking door herhaaldelijk identieke verzoeken in te dienen zonder relevante feiten of omstandigheden aan te voeren die de onpartijdigheid van de rechters in twijfel zouden trekken. De rechtbank heeft uiteindelijk het wrakingsverzoek ongegrond verklaard en bepaald dat de behandeling van het inleidende wrakingsverzoek van 18 december 2012 hervat zou worden in de stand waarin het zich bevond ten tijde van de schorsing op 18 februari 2013. Tevens is bepaald dat een volgend verzoek om wraking van de wrakingskamer in deze procedure niet in behandeling zou worden genomen.