ECLI:NL:RBGEL:2013:CA0531

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
10 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
234158
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van bestuurder en vennootschappen in het kader van de Beklamelnorm

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 10 april 2013 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiseres] Advocaten en [gedaagde] c.s. De zaak betreft de vraag of de bestuurder van een vennootschap aansprakelijk kan worden gesteld voor verplichtingen die zijn aangegaan door de vennootschap, in het bijzonder in het kader van de Beklamelnorm. De eiseres, [eiseres] Advocaten, vorderde betaling van een bedrag van € 57.613,02 van [gedaagde] en € 24.101,22 van [gedaagde] Beheer, met de stelling dat [gedaagde] als bestuurder persoonlijk aansprakelijk was voor de schulden van de vennootschappen omdat hij wist dat deze niet konden voldoen aan hun verplichtingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet heeft aangetoond wanneer de opdrachten aan haar zijn verstrekt, waardoor niet kon worden vastgesteld dat [gedaagde] de vennootschappen verplichtingen heeft doen aangaan terwijl hij wist dat zij niet over inkomstenbronnen beschikten. De rechtbank oordeelde dat de Beklamelnorm enkel van toepassing is op bestuurders en niet op aandeelhouders, en dat er geen bewijs was dat [gedaagde] Beheer of Felinus niet zouden betalen na een eventuele veroordeling. De vorderingen van [eiseres] Advocaten zijn afgewezen, en eiseres is veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde] c.s. tot een bedrag van € 2.609,00.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/234158 / HA ZA 12-675
Vonnis van 10 april 2013
in de zaak van
de maatschap naar burgerlijk recht
[eiseres]
eiseres,
advocaat mr. R.H. van de Beeten te Zevenaar,
tegen
[gedaagden (2)]
gedaagden,
advocaat mr. G.J. Hollema te Almelo.
Partijen zullen hierna [eiseres] Advocaten en [gedaagde] c.s. genoemd worden. Gedaagden zullen ook afzonderlijk worden aangeduid als [gedaagde] en [gedaagde] Beheer.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 9 januari 2013
- het proces-verbaal van comparitie van 26 februari 2013.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [eiseres] Advocaten heeft werkzaamheden verricht voor [gedaagde] Beheer en Felinus B.V. (hierna te noemen Felinus). Aandeelhouder van [gedaagde] Beheer is [gedaagde]. Aandeelhouder van Felinus is [gedaagde] Beheer. Bestuurder van [gedaagde] Beheer en Felinus was en is [gedaagde].
2.2. [eiseres] Advocaten heeft voor verrichte werkzaamheden declaraties verzonden die vanaf een bepaald moment onbetaald zijn gelaten.
2.3. De declaraties van [eiseres] Advocaten zoals uitgebracht aan [gedaagde] Beheer en Felinus zijn begroot door de Raad van Toezicht van de Orde van Advocaten in het arrondissement Arnhem (hierna te noemen de Raad van Toezicht). Bij begrotingsbeslissing van 9 september 2011 heeft de Raad van Toezicht de door [eiseres] Advocaten voorgelegde facturen begroot op een bedrag van € 50.654,99.
2.4. [eiseres] Advocaten heeft in een gerechtelijke procedure betaling gevorderd van [gedaagde], [gedaagde] Beheer, Felinus en de vennootschap Echinos B.V. (hierna te noemen Echinos). Bij arrest van 21 februari 2012 heeft het gerechtshof Arnhem [gedaagde] Beheer en Felinus veroordeeld tot betaling van voorschotbedragen van respectievelijk € 25.000,00 en
€ 15.000,00.
2.5. Op 17 april 2012 is ter zake de vordering op [gedaagde] Beheer een bedrag van
€ 25.000,00 betaald en ter zake de vordering op Felinus een bedrag van € 15.000,00. Verdere betaling is uitgebleven.
2.6. [eiseres] Advocaten heeft vervolgens een procedure ex artikel 33 WBTZ aanhangig gemaakt bij de rechtbank Arnhem. Daarnaast zijn er nog procedures ex artikel 33 WTBZ aanhangig bij het gerechtshof Arnhem en bij de rechtbank Almelo ter zake de bij die gerechtelijke instanties verrichte werkzaamheden.
2.7. [eiseres] Advocaten heeft na daartoe verkregen verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem van 30 augustus 2012 ten laste van [gedaagde], [gedaagde] Beheer en Felinus conservatoir beslag gelegd op het woonhuis van [gedaagde] en op aandelen op naam in [gedaagde] Beheer en Felinus.
2.8. Na daartoe verkregen verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem van 19 oktober 2012 heeft [eiseres] Advocaten voorts conservatoir beslag gelegd onder haarzelf voor vorderingen die [gedaagde] Beheer, Felinus en Echinos op haar hebben uit hoofde van vonnissen van de rechtbank Arnhem van 29 februari 2012 en 19 september 2012.
3. Het geschil
3.1. [eiseres] Advocaten vordert, samengevat, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 57.613,02 en veroordeling van [gedaagde] Beheer tot betaling van € 24.101,22, vermeerderd met rente en kosten, waaronder beslagkosten en nakosten.
3.2. [eiseres] Advocaten legt aan haar vorderingen ten grondslag de stelling dat [gedaagde] persoonlijk aansprakelijk moet worden geacht jegens [eiseres] Advocaten als bestuurder van [gedaagde] Beheer en Felinus. Hij heeft die vennootschappen welbewust verplichtingen jegens [eiseres] Advocaten doen aangaan terwijl hij wist dat deze vennootschappen niet over inkomstenbronnen beschikten en ook anderszins geen verhaal boden. [gedaagde] persoonlijk valt hiervan een ernstig verwijt te maken, aldus [eiseres] Advocaten. Hij is aansprakelijk op grond van artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek (BW), in het bijzonder op grond van de norm die door de Hoge Raad is geformuleerd in het Beklamel-arrest (HR 6 oktober 1989, NJ 1990, 286).
[gedaagde] Beheer is volgens [eiseres] Advocaten aansprakelijk omdat zij inzicht heeft in en zeggenschap over Felinus. Zij wist of behoorde te weten dat zij Felinus haar schuldeisers niet zou kunnen voldoen en heeft niet ingegrepen. [gedaagde] Beheer heeft haar zorgplicht ten opzichte van Felinus geschonden, aldus [eiseres] Advocaten.
3.3. [gedaagde] c.s. voeren verweer. Volgens [gedaagde] c.s. is er geen sprake van dat bij het aangaan van de overeenkomsten van opdracht met [eiseres] Advocaten [gedaagde] Beheer en Felinus geen verhaal zouden bieden voor de declaraties van [eiseres] Advocaten. [gedaagde] Beheer en Felinus hebben in elk geval ook de voorschotten betaald waartoe zij krachtens het arrest van het gerechtshof Arnhem van 21 februari 2012 gehouden waren.
In de tweede plaats hebben [gedaagde] c.s. naar voren gebracht dat de Beklamelnorm alleen van toepassing is op bestuurders en niet op aandeelhouders zoals [gedaagde] Beheer.
In de derde plaats stellen [gedaagde] c.s. dat [eiseres] Advocaten geen vordering meer heeft op [gedaagde] c.s. en Felinus. In elk geval betwisten zijn dat zij gehouden zijn tot betaling van het door de Raad van Toezicht begrote bedrag in welk verband nu dan de artikel 33 WTBZ-procedures aanhangig zijn. Mede gelet op het feit dat er reeds voorschotbedragen met een totale omvang van € 40.000,00 zijn betaald, heeft [eiseres] Advocaten niets meer te vorderen, aldus [gedaagde] c.s.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het gaat er in deze procedure om om vast te stellen of is voldaan aan de zogenaamde Beklamelnorm. Daarbij is de vraag of de bestuurder bij het aangaan van verbintenissen namens de vennootschap wist of redelijkerwijs moest weten dat de vennootschap niet kan nakomen en geen verhaal zou bieden, behoudens door de bestuurder aan te voeren omstandigheden op grond waarvan de conclusie gerechtvaardigd is dat hem ter zake van de benadeling geen persoonlijk verwijt gemaakt kan worden. Voor het antwoord op deze vraag is het moment van aangaan van verplichtingen cruciaal. [eiseres] Advocaten heeft evenwel in haar dagvaarding noch ter comparitie gesteld wanneer de verschillende aan de declaraties ten grondslag liggende opdrachten aan haar zijn gegeven zodat niet kan worden vastgesteld dat [gedaagde] de desbetreffende vennootschappen verplichtingen heeft doen aangaan terwijl hij wist dat deze vennootschappen niet over inkomstenbronnen beschikten en ook anderszins geen verhaal boden.
Voor aansprakelijkheid van [gedaagde] Beheer op grond van de Beklamel-norm kan voorts geen sprake zijn nu [gedaagde] Beheer geen bestuurder is van Felinus maar slechts aandeelhouder en de Beklamel-norm zich uitsluitend richt tot de bestuurder.
4.2. Voor zover [eiseres] Advocaten mede heeft beoogd te stellen dat [gedaagde] als bestuurder aansprakelijk zou zijn omdat hij heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt (in de zin van HR 31 januari 1958, NJ 1958, 251, Van Dullemen / Sala) heeft te gelden dat gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] Beheer en Felinus, na een eventuele veroordeling tot betaling, niet zullen betalen en geen verhaal zullen bieden. Zonder toelichting, die ontbreekt, valt dan niet in te zien waarom [gedaagde], als bestuurder, dan op grond van onrechtmatige daad persoonlijk aansprakelijk zou zijn.
Nu ook deze norm zich uitsluitend richt tot de bestuurder en niet tot de aandeelhouder en [eiseres] Advocaten overigens niet heeft aangegeven op grond waarvan Felinus als aandeelhouder aansprakelijk gesteld kan worden voor eventuele betalingsonwil c.q. selectieve betaling van de vennootschap, kan er ook van aansprakelijkheid van [gedaagde] Beheer als aandeelhouder geen sprake zijn. De enkele stelling ter comparitie inhoudende dat [gedaagde] Beheer zich dividend heeft laten uitkeren terwijl facturen van [eiseres] Advocaten betaald hadden moeten worden is in dat verband volstrekt onvoldoende.
De vorderingen zijn derhalve niet toewijsbaar.
4.3. [eiseres] Advocaten zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] c.s. worden begroot op:
- explootkosten € 0,00
- griffierecht 821,00
- getuigenkosten 0,00
- deskundigen 0,00
- overige kosten 0,00
- salaris advocaat 1.788,00 (2,0 punten × tarief € 894,00)
Totaal € 2.609,00
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt [eiseres] Advocaten in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] c.s. tot op heden begroot op € 2.609,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.T. Boks en in het openbaar uitgesproken op 10 april 2013.