Parketnummer : 05/702058-11
Datum zitting : 19 april 2013
Datum uitspraak : 3 mei 2013
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
naam : [verdachte]
geboren op : [geboortedatum]
adres : [adres]
plaats : [woonplaats].
raadsvrouw : mr. J. Steenbrink, advocaat te Arnhem.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 26 april 2010 te Nijmegen, in elk geval in Nederland, (in totaal) ruim/circa, 200 althans een (groot) aantal, afbeeldingen/multimediafiles (te weten foto's en/of filmfragmenten), danwel één of meer gegevensdragers (te weten een PC (merk Packard Bell) en/of een PC (merk Compaq) en/of een laptop (merk Acer), bevattende 200 althans een aantal afbeeldingen/multimediafiles (te weten foto’s en/of filmfragmenten) en/of van (telkens) (een) seksuele gedraging(en) waarbij (een) persoon/personen is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken, die (kennelijk) de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt,
in zijn bezit heeft gehad en/of
welke afgebeelde seksuele gedraging(en) in algemene zin (telkens) bestaan/bestaat uit (een) geheel en/of (een) gedeeltelijk ontkle(e)d(e) minderjarige(n), waarbij de voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met een penis en/of een mond/tong en/of een vinger en/of een voorwerp) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van een lichaam van een persoon door iemand die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met een penis en/of een mond/tong en/of een vinger en/of een voorwerp) en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met een penis en/of een vinger/hand en/of een voorwerp(en) en/of de mond/tong en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon door iemand die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met een penis en/of een vinger/hand en/of een voorwerp(en) en/of de mond/tong)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren door/van één of meer personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt,
- waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een) (erotisch getinte) houding(en) en/of (op een wijze) die niet bij zijn/haar/hun leeftijd past/passen en/of
- waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmgfragmenten van kleding ontdoet/ontdoen en/of
- waarbij door het gekozen camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbare seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling en/of het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
heeft/hebben bereikt
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 19 april 2013 ter openbare terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. J. Steenbrink, advocaat te Arnhem.
De officier van justitie, mr. T. Henniphof, heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsvrouw hebben het woord ter verdediging gevoerd. Tevens is ter terechtzitting als deskundige gehoord: de heer [deskundige], begeleider bij stichting [naam stichting].
3. De beslissing inzake het bewijs
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 26 april 2010 heeft verdachte in zijn woning te Nijmegen verschillende gegevensdragers, te weten een PC (merk Packard Bell), een PC (merk Compaq) en een laptop (merk Acer), met daarop kinderpornografische bestanden voorhanden gehad. Onder andere zijn op die gegevensdragers 200 bestanden aangetroffen die kinderpornografisch van aard waren. Het ging om 102 films en 98 foto’s. Op ongeveer 30% van deze bestanden is te zien dat het lichaam van een minderjarige oraal, anaal dan wel vaginaal wordt gepenetreerd (al dan niet door een minderjarige) met een penis, vinger/hand, dan wel met een voorwerp. Op ongeveer 30% van deze bestanden is te zien dat de geslachtsdelen van een minderjarige (al dan niet door een minderjarige) worden betast/aangeraakt met de penis, vinger/hand dan wel met een voorwerp. Op ongeveer 30% van deze bestanden is te zien dat een minderjarige geheel naakt poseert waarbij de nadruk op de geslachtsdelen, borsten en/of billen is gelegd. Op 10% van deze bestanden is te zien dat een penis dicht bij het lichaam van een minderjarige wordt gehouden.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair gesteld dat sprake is geweest van een onrechtmatige inbeslagname van de gegevensdragers, nu er onvoldoende verdenking bestond dat verdachte kinderporno in zijn bezit had. De enkele verklaring van een begeleider dat kinderporno op het computerscherm van verdachte is gezien, is onvoldoende. Dit dient tot gevolg te hebben dat de resultaten van het onderzoek aan de in beslag genomen gegevensdragers niet mogen bijdragen aan het bewijs.
Subsidiair heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat verdachte de bestanden niet opzettelijk in zijn bezit had. Deze zijn hem door anderen toegezonden, terwijl hij daar niet om had gevraagd. Daarbij komt dat verdachte op het moment dat hij de bestanden in het bezit had, gezien zijn beperkte verstandelijke capaciteiten, niet wist dat het bezit van dergelijk materiaal strafbaar was. Ook om deze reden ontbreekt het opzet.
Beoordeling door de rechtbank
Inbeslagname gegevensdragers
Met betrekking tot de vraag of de inbeslagname van de gegevensdragers bij klager al dan niet rechtmatig heeft plaatsgevonden, overweegt de rechtbank als volgt.
Verdachte verbleef in april 2010 in een woning van stichting de [naam]. Een begeleider van die stichting heeft gezien dat er op de computer van verdachte kinderporno stond. Verdachte zou hiermee geconfronteerd zijn en hij zou zich bewust hebben verklaard van het feit dat dit niet mag. Van deze bevindingen heeft de begeleider een melding gedaan bij de politie.
Op basis van deze melding is door de hulpofficier van justitie een machtiging tot binnentreden woning afgegeven, zijn de verbalisanten ter plaatse gegaan en zijn uiteindelijk de gegevensdragers in beslag genomen.
Naar het oordeel van de rechtbank was de melding van de begeleider van verdachte, zeker in combinatie met de verklaring dat verdachte zich bewust was van het feit dat dit niet mocht, voldoende voor een redelijk vermoeden van schuld dat verdachte zich schuldig zou maken aan het misdrijf omschreven in artikel 240b Wetboek van Strafrecht (Sr). Nu dat feit een misdrijf omschreven in artikel 67, eerste lid, Wetboek van Strafvordering betreft, waren de verbalisanten bevoegd de gegevensdragers in beslag te nemen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat geen sprake was van een onrechtmatige inbeslagname, zodat geen aanleiding bestaat tot uitsluiting van het bewijs van enig onderzoeksresultaat.
Kinderpornografisch materiaal
Naar het oordeel van de rechtbank zijn bestanden, zoals aangetroffen op de gegevensdragers van verdachte, aan te merken als kinderpornografische afbeeldingen, zoals bedoeld in artikel 240b Sr. Dit reeds gelet op de hiervoor weergeven samengevatte inhoud van die bestanden. Meer in het bijzonder overweegt de rechtbank dat de aangetroffen bestanden, waarop meermalen te zien is dat een penis dicht bij het lichaam van een minderjarige wordt gehouden dan wel dat een minderjarige te zien is waarbij de nadruk is gelegd op de ontblote geslachtsdelen, borsten en/of billen, een onmiskenbare seksuele strekking hebben, dan wel strekken tot seksuele prikkeling. De verklaring van verdachte dat hij niet opgewonden werd van de afbeeldingen kan hieraan niet afdoen.
Opzet
De verdediging heeft betwist dat verdachte de bestanden opzettelijk in zijn bezit had.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.
Verdachte heeft aangegeven dat de kinderpornografische bestanden hem werden toegezonden. Die bestanden heeft verdachte geaccepteerd en (onder meer) in aparte mappen op zijn computer opgeslagen om later terug te kunnen zien. Voorts heeft hij naar deze bestanden gekeken. Uit het voorgaande volgt dat verdachte de beschikkingsmacht over de bestanden heeft gehad en dat hij de bestanden bewust heeft opgeslagen. Hiermee heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank bedoelde bestanden opzettelijk in zijn bezit gehad.
Voor zover verdachte zich op het standpunt stelt dat het opzet ontbrak omdat voor hem de wederrechtelijkheid van het bezit van die bestanden niet kenbaar was, volgt de rechtbank verdachte hierin niet. Ten tijde van de politieverhoren heeft verdachte aangegeven de inhoud van de bestanden te kennen. Hij heeft aangegeven dat het filmpjes en foto’s waren van kinderen van jonge leeftijd, het kan zijn van 9 a 10 jaar oud. Hij vond het niet kloppen, “je ziet alles”.
Naar het oordeel van de rechtbank is niet gebleken dat het bij verdachte in zijn geheel ontbrak aan het besef van de strafbaarheid van het bezit van die kinderpornografische bestanden. Zulks te meer nu verdachte reeds op 23 april 2010 jegens zijn begeleider heeft aangegeven zich bewust te zijn van het feit dat dit niet mocht.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij op of omstreeks 26 april 2010 te Nijmegen, gegevensdragers te weten een PC (merk Packard Bell) en/of een PC (merk Compaq) en/of een laptop (merk Acer), bevattende 200 althans een aantal afbeeldingen/multimediafiles (te weten foto’s en/of filmfragmenten) en/of van (telkens) (een) seksuele gedraging(en) waarbij (een) persoon/personen is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn betrokken, die (kennelijk) de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt,
in zijn bezit heeft gehad,
welke afgebeelde seksuele gedraging(en) in algemene zin (telkens) bestaan/bestaat uit (een) geheel en/of (een) gedeeltelijk ontkle(e)d(e) minderjarige(n), waarbij de voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met een penis en/of een mond/tong en/of een vinger en/of een voorwerp) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt,
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van een lichaam van een persoon door iemand die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met een penis en/of een mond/tong en/of een vinger en/of een voorwerp),
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met een penis en/of een vinger/hand en/of een voorwerp(en) en/of de mond/tong,
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon door iemand die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met een penis en/of een vinger/hand en/of een voorwerp(en) en/of de mond/tong)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren door/van één of meer personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt,
nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbare seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbare seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken in het bezit hebben, meermalen gepleegd.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft primair verzocht de zaak aan te houden opdat een nader persoonlijkheidsonderzoek bij verdachte kan worden verricht. Daarbij kan tevens gekeken worden welke begeleiding en behandeling voor verdachte passend is. Subsidiair heeft de officier van justitie geëist dat verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat uit de stukken volgt dat verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht. Gewezen is op het grote tijdsverloop in deze zaak. Op een tussentijdse controle van de computer van verdachte door de politie is geen strafbaar materiaal aangetroffen. Gelet op dit alles kan worden volstaan met een geheel voorwaardelijke straf.
Beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de meervoudige kamer rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
• het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 13 december 2011;
• een reclasseringsadvies d.d. 28 februari 2012, betreffende verdachte; en
• een rapport opgesteld door [clustermanager], clustermanager Stichting [naam] d.d. 26 maart 2013, met bijlage.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft 200 kinderpornografische bestanden in zijn bezit gehad. Dit is een ernstig feit. Iedereen die dergelijk materiaal in bezit heeft, werkt mee aan de instandhouding van de kinderporno-industrie. De kinderen die hiertoe worden geëxploiteerd ondervinden vaak nog levenslang de psychische gevolgen hiervan.
Uit de stukken in het dossier over de persoon van verdachte leidt de rechtbank af dat bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en van psychische stoornissen die van invloed zijn geweest op het bewezen verklaarde. De rechtbank zal het bewezen verklaarde dan ook in verminderde mate aan verdachte toerekenen.
Uit die informatie blijkt tevens dat verdachte behandeling en begeleiding nodig heeft. Nu verdachte reeds onder curatele staat en daarnaast begeleid wordt door de stichting de [naam] ziet de rechtbank geen aanleiding de begeleiding en behandeling van verdachte in een strafrechtelijk kader te doen plaatsvinden. De rechtbank heeft er vertrouwen in dat de curator in samenwerking met de begeleiders van de [naam] een passende instelling voor verdachte zal vinden, alwaar verdachte in voldoende mate kan worden begeleid en behandeld.
De rechtbank acht om die reden niet noodzakelijk dat alsnog een persoonlijkheidsonderzoek zal worden uitgevoerd en zal het onderzoek dan ook niet heropenen, zoals de officier van justitie wel had gevorderd.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen oordeelt de rechtbank dat voor de afdoening van de onderhavige zaak een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf, zoals ook gevorderd door de officier van justitie, passend en geboden is.
Ten aanzien van het beslag
De in beslag genomen en nog niet teruggegeven PC (merk Packard Bell), PC (merk Compaq) en laptop (merk Acer), met betrekking tot en/of met behulp waarvan het tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan, dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden.
Bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: een PC (merk Packard Bell), een PC (merk Compaq) en een laptop (merk Acer).
Aldus gewezen door:
mr. C.M.E. Lagarde (voorzitter), mr. P.C. Quak en mr. W.L.J.M. Duijst, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C. Aalders, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting
van deze rechtbank op 3 mei 2013.