ECLI:NL:RBGEL:2013:BZ8485

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
05/700378-11
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen van poging doodslag en zware mishandeling in discotheek The Matrixx te Nijmegen

In de zaak tegen de verdachte, die op 24 april 2013 door de Rechtbank Gelderland werd behandeld, is de verdachte veroordeeld voor het medeplegen van een poging doodslag en zware mishandeling. De feiten vonden plaats in de nacht van 11 op 12 december 2010 in de discotheek The Matrixx te Nijmegen. De verdachte en zijn medeverdachte hebben samen met anderen de slachtoffers, [slachtoffer1] en [slachtoffer2], zwaar mishandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat [slachtoffer1] een dubbele kaakbreuk heeft opgelopen en [slachtoffer2] een vierdubbele kaakfractuur en een sensibiliteitsstoornis aan de onderlip. De rechtbank oordeelde dat de mishandeling van [slachtoffer1] als een poging doodslag kan worden gekwalificeerd, gezien de ernst van de verwondingen en het geweld dat is gebruikt. De verdachte, die ten tijde van de feiten 20 jaar oud was, had eerder al een veroordeling voor een poging doodslag. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van 20 maanden opgelegd, met aftrek van voorarrest. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, [slachtoffer1] en [slachtoffer2], voor de geleden schade door de mishandeling. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen in hun geheel toegewezen, met wettelijke rente vanaf de datum van de feiten. De rechtbank heeft de beslissing gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, waaronder de artikelen die betrekking hebben op poging doodslag en zware mishandeling.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Promis II
Parketnummer : 05/700378-11
Data zittingen : 25 mei 2011, 10 augustus 2011, 11 januari 2012, 19 december 2012, 10 april 2013
Datum uitspraak : 24 april 2013
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Oost-Nederland
tegen
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum],
adres : [adres],
plaats : [woonplaats].
Raadsman : mr. M.W.G.J. IJsseldijk, advocaat te Arnhem.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, tenlastegelegd dat:
a. hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de nacht van 11 op 12 december 2010 te Nijmegen, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] van het leven te beroven, (telkens) opzettelijk - voormelde [slachtoffer1] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) in/op/tegen zijn gezicht en/of hoofd en/of (elders) op tegen zijn lichaam heeft geslagen en/of
gestompt en/of die [slachtoffer1] (terwijl hij weerloos op de grond lag) meermalen, althans eenmaal, (met kracht) op/tegen zijn hoofd en/of (elders) op/tegen zijn lichaam heeft geschopt en/of getrapt en/of - voormelde [slachtoffer2] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) in/op/tegen zijn
gezicht en/of hoofd en/of (elders) op/tegen zijn lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of (daarbij) die [slachtoffer2] de woorden heeft toegevoegd: "kom maar jongen, ik maak je dood" en/of "ik sla je kapot", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 ten aanzien van de tegen [slachtoffer1] tenlastegelegde geweldshandelingen en/of de tegen [slachtoffer2] tenlastegelegde geweldshandelingen, niet tot een veroordeling leidt:
b. hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de nacht van 11 op 12 december 2010 te Nijmegen tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, - aan een persoon genaamd [slachtoffer1], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (een vierdubbele kaakfractuur), heeft toegebracht, door deze [slachtoffer1] opzettelijk meermalen, althans eenmaal, (met kracht) in/op/tegen zijn gezicht en/of hoofd en/of (elders) op tegen zijn lichaam te slaan en/of te stompen en/of die [slachtoffer1] (terwijl hij weerloos op de grond lag) meermalen, althans eenmaal, (met kracht) op/tegen zijn hoofd en/of (elders) op/tegen zijn lichaam te schoppen en/of te trappen en/of - aan een persoon genaam [slachtoffer2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (een vierdubbele kaakfractuur en/of een discrete sensibiliteitsstoornis aan de onderlip), heeft toegebracht, door deze [slachtoffer2] opzettelijk meermalen, althans eenmaal, (met kracht) in/op/tegen zijn gezicht en/of hoofd en/of (elders) op/tegen zijn lichaam te slaan en/of te stompen;
meer subsidiair:
c. hij in of omstreeks in de nacht van 11 op 12 december 2010 te Nijmegen tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een of meer perso(o)n(en) genaamd [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet - voormelde [slachtoffer1] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) in/op/tegen zijn gezicht en/of hoofd en/of (elders) op tegen zijn lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of die [slachtoffer1] (terwijl hij weerloos op de grond lag) meermalen, althans eenmaal, (met kracht) op/tegen zijn hoofd en/of (elders) op/tegen zijn
lichaam heeft geschopt en/of getrapt en/of - voormelde [slachtoffer2] meermalen, althans eenmaal, (met kracht) in/op/tegen zijn gezicht en/of hoofd en/of (elders) op/tegen zijn lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of (daarbij) die [slachtoffer2] de woorden heeft toegevoegd: "kom maar
jongen, ik maak je dood" en/of "ik sla je kapot", althans woorden van gelijke aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meest subsidiair
d. hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de nacht van 11 op 12 december 2010 te Nijmegen met een ander of anderen, op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten in discotheek The Matrixx, en/of op of aan de openbare weg, te weten op een parkeerplaats in de directe omgeving van voormelde discotheek, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen
[slachtoffer1] en/of [slachtoffer2], welk geweld bestond uit het opzettelijk gewelddadig meermalen (met kracht) slaan en/of stompen en/of trappen en/of schoppen van die [slachtoffer1] en/of die [slachtoffer2].
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is laatstelijk op 10 april 2013 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is telkens bijgestaan door mr. M.W.G.J. IJsseldijk, advocaat te Arnhem.
Als benadeelde partijen hebben zich schriftelijk in het geding gevoegd:
• [slachtoffer1];
• [slachtoffer2].
De officier van justitie, mr. S.C.A.M. Janssen, heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Betrouwbaarheid verklaring [slachtoffer2]
De raadsman heeft aangevoerd dat de verklaring van [slachtoffer2] niet voor het bewijs gebezigd kan worden nu deze verklaring onbetrouwbaar is, hij had immers gedronken en de herkenning van de dader vond plaats nadat hij, [slachtoffer2], mishandeld was. Er waren aldus geen gunstige waarnemingsomstandigheden. Tevens is zijn verklaring op meerdere punten tegenstrijdig met de verklaringen van andere getuigen.
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer2] in voldoende mate steun vindt in de verklaring van verdachte zelf dat hij die avond in The Matrixx aanwezig was, en in de verklaring van portier [getuige1] dat hij de jongens op de foto’s 13 en 14 heeft aangewezen als de jongens waarvan hij begrepen had dat ze betrokken waren bij de vechtpartij. Dat de getuige [slachtoffer2] door alcoholgebruik en de mishandeling niet in staat was goede waarnemingen te doen, is op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt en ook uit het dossier niet gebleken. Nu de verklaring van [slachtoffer2] wel betrouwbaar is, kan deze worden gebezigd voor het bewijs.
Feiten
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vast.
In de nacht van 11 op 12 december 2010 bezochten [slachtoffer1] en [slachtoffer2] de uitgaansgelegenheid The Matrixx te Nijmegen. Aldaar kreeg [slachtoffer1] een keiharde vuistslag in zijn gezicht waardoor hij op de grond viel. Hij kwam 2 meter verderop neer. Op de grond werd hij meerdere keren hard geslagen en geschopt. [slachtoffer2], die één van de belagers bij [slachtoffer1] wilde wegtrekken, kreeg ook een harde vuistslag in zijn gezicht en daarna werd hij nog meerdere malen in zijn gezicht geslagen met gebalde vuist. De groep die hiervoor verantwoordelijk was bestond uit drie jongens.
Buiten The Matrixx, op weg naar de auto, werd [slachtoffer1] wederom belaagd door twee jongens, zijnde leden van dezelfde groep als binnen, en hij werd meerdere malen met gebalde vuisten in zijn gezicht geslagen. Hierdoor raakte [slachtoffer1] buiten bewustzijn. Toen hij op de grond lag, werd hij tegen zijn lichaam geschopt.
[slachtoffer2] liep door het slaan en schoppen binnen in The Matrixx een vierdubbele kaakfractuur en een discrete sensibiliteitsstoornis aan zijn onderlip op. [slachtoffer1] liep een dubbele kaakbreuk op.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft, onderbouwd met bewijsmiddelen, aangevoerd dat verdachte tezamen en in vereniging met in ieder geval [medeverdachte], [slachtoffer1] binnen en buiten The Matrixx heeft geslagen en geschopt. De feitelijk gepleegde handelingen kunnen worden gekwalificeerd als een poging doodslag. [slachtoffer1] is meerdere malen met kracht geschopt tegen het hoofd wat een aanmerkelijke kans op de dood van [slachtoffer1] met zich brengt. Verdachte die de sport kickboksen heeft beoefend, heeft dit geweten en gewild. Bovendien zijn deze gedragingen naar de uiterlijke verschijningsvorm zo gericht op een bepaald gevolg dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte deze aanmerkelijke kans ook heeft aanvaard.
Tevens heeft verdachte tezamen en in vereniging met in ieder geval [medeverdachte] meerdere malen en met kracht [slachtoffer2] in het gezicht en tegen het hoofd geslagen en gestompt waardoor hij, [slachtoffer2] een vierdubbele kaakfractuur en een discrete sensibiliteitsstoornis aan zijn lip opliep welk letsel is te kwalificeren als zwaar lichamelijk letsel. Dit maakt dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de poging doodslag ten aanzien van [slachtoffer2], maar dat het medeplegen van zware mishandeling wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Standpunt verdediging
Verdachte ontkent dat hij deel uit maakte van de groep die verantwoordelijk is voor de mishandeling van [slachtoffer1] en [slachtoffer2]. De verdediging stelt dat deze verklaring steun vindt in de verklaringen van [betrokkene2] en [medeverdachte].
Vervolgens stelt de verdediging dat tegenstrijdigheden in de verklaringen van de aangevers en de andere getuigen maken dat deze verklaringen niet kunnen leiden tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde. Verdachte dient integraal te worden vrijgesproken.
Als laatste voert de verdediging aan dat uit het dossier een alternatief scenario blijkt, namelijk dat [betrokkene1] en zijn vrienden verantwoordelijk zijn voor de mishandeling van de aangevers. De raadsman doet dan ook het voorwaardelijke verzoek om de CIE-informant te horen om hiermee het alternatief scenario te onderbouwen.
Beoordeling
Gezien de feiten en de gevoerde verweren, ziet de rechtbank zich gesteld voor twee vragen.
Was verdachte betrokken bij de mishandeling van de aangevers en zo ja, waarop was het opzet van verdachte en zijn medeverdachten gericht?
Betrokkenheid:
Naar eigen zeggen was verdachte die nacht aanwezig in The Matrixx. Hij was daar samen met [medeverdachte] gekomen en op een gegeven moment zag hij daar een ruzie. Toen werd hij weggetrokken door [medeverdachte]. [medeverdachte] heeft hieromtrent verklaard dat hij samen met verdachte die avond in The Matrixx was en dat zij daar met [betrokkene1] een rondje hebben gelopen. [betrokkene1] kreeg vervolgens een woordenwisseling en er ontstond een vechtpartij tussen hem en de slachtoffers. Hierop trok hij verdachte weg, aldus [medeverdachte]. Uiteindelijk is hij samen met [medeverdachte] bij The Matrixx weggegaan.
[slachtoffer1] heeft over zijn belagers verklaard dat hij – nadat een jongen tegen hem was aangelopen – gelijk van hem een vuistslag in zijn gezicht kreeg. Daardoor is hij op de grond gevallen en toen werd hij hard geslagen en geschopt. [slachtoffer2] is nog tussenbeide gekomen. Buiten The Matrixx zag aangever dezelfde jongens waarmee hij in The Matrixx ruzie had, uit de auto komen.
Aanvullend heeft [slachtoffer1] verklaard dat één van de jongens een wit vest van het merk Adidas droeg en dat er drie jongens bij betrokken waren.
[slachtoffer2] verklaarde dat hij zag dat [slachtoffer1] werd belaagd door drie jongens. Hierop heeft hij, [slachtoffer2] geprobeerd een van de drie bij [slachtoffer1] weg te trekken. Daarop kreeg hij een vuistslag in zijn gezicht, van één van de andere twee jongens. Eenmaal buiten The Matrixx, op weg naar hun auto, zag [slachtoffer2] twee jongens uit een auto stappen en hij herkende hen gelijk als twee van de drie jongens die hen in The Matrixx mishandeld hadden. De derde jongen heeft hij niet gezien. Hij kent één van de daders, deze jongen heeft bij aangever op het MBO gezeten in Boxmeer. Onderzoeksresultaten hebben doen uitwijzen dat verdachte op deze school heeft gezeten. [slachtoffer2] heeft tijdens een fotoconfrontatie een foto herkend als zijnde een foto van verdachte. Dit laatste heeft hij ter terechtzitting bevestigd door te zeggen dat hij heeft gezien dat verdachte een klap aan [slachtoffer1] gaf.
Getuige [slachtoffer2] verklaarde over de groep dat hij zag dat [slachtoffer1] eerst werd geslagen door één jongen en dat hij daarna werd geslagen door twee andere jongens die bij hem hoorden. Toen hij, getuige, één van hen wegtrok, werd hij zelf bijna geslagen, maar op dat moment sprong er een bewaker tussen. Dit wordt bevestigd door barman [getuige3]. Deze verklaarde dat hij het vermoeden had dat zij (de twee jongens onder wie de jongen met het witte vest) de ander jongen ook wilde gaan slaan. Hij is toen op die jongen afgelopen en heeft hem weggetrokken.
Over het incident buiten The Matrixx verklaarde [slachtoffer2] dat ‘die mannen’ op dat moment nog met z’n tweeën waren. De man die hij (in The Matrixx) heeft weggetrokken had een witte trui aan. De man met de witte trui aan heeft op dat moment Anil (rechtbank: [slachtoffer1]) geschopt. De mannen renden naar hun auto en de auto met daarin de daders reed voorbij.
Portier [getuige4] heeft over de vechtpartij in The Matrixx verklaard dat hij van barpersoneel had vernomen dat een jongen met een wit vest had geslagen. Deze jongen stond vervolgens te praten met portier [getuige1]. Getuige vertelde daarop [getuige1] dat de jongen betrokken was bij een vechtpartij. Medeverdachte [medeverdachte] heeft bevestigd dat hij die avond een witte jas van het merk Adidas droeg.
Verdachte zelf heeft verklaard dat hij de persoon is die staat afgebeeld op de foto’s 13 en 15.
Portier [getuige1] verklaard dat hij met twee jongens had gepraat, te weten met [medeverdachte] en met een jongen die een kapotte trui aan had en vol zat met adrenaline, en dat hij had begrepen dat deze twee jongens wat te maken hadden met de vechtpartij in The Matrixx. Dit had hij begrepen van zijn collega [getuige4]. De portier herkende de jongen op foto 14 als [medeverdachte] en de jongen op foto 13 als de jongen met het gestreepte shirt waarover hij heeft verklaard.
Getuige [getuige5] heeft over foto 13 verklaard dat ze bij die foto meteen denkt aan de jongen die in haar richting kwam gerend met het petje. Hij kwam uit de richting van een plek waar zij later een jongen op de grond zag liggen.
Gelet op het vorenstaande stelt de rechtbank het volgende vast.
Verdachte is samen met [medeverdachte] bij The Matrixx aangekomen en ze zijn samen weggegaan. In The Matrixx hebben zij een groepje gevormd met (in ieder geval) [betrokkene1]. [medeverdachte] is de jongen met het witte vest die volgens verschillende getuigen heeft geslagen. [slachtoffer2] heeft verdachte aangewezen als één van de jongens die [slachtoffer1] een klap gaf. De twee jongens die buiten de mishandeling hebben gepleegd, zijn dezelfde jongens die waren betrokken bij de mishandeling in The Matrixx. [slachtoffer2] ziet de twee daders samen in een auto langsrijden. Naar het oordeel van de rechtbank is daarmee wettig en overtuigend bewezen dat verdachte binnen in The Matrixx deel heeft uitgemaakt van de groep van drie die [slachtoffer1] en [slachtoffer2] heeft mishandeld en buiten The Matrixx een van de twee jongens is geweest die [slachtoffer1] heeft mishandeld.
Opzet op de dood:
Over de mishandeling van [slachtoffer1] in The Matrixx is onder de feiten vastgesteld dat hij een keiharde vuistslag in zijn gezicht heeft gekregen en dat hij, toen hij op de grond lag, meerdere malen is geslagen en geschopt. De raadsman betwist dat hij daarbij ook tegen zijn hoofd is geschopt. Hierover heeft barman [getuige2] verklaard dat hij zag dat een andere jongen de jongen (die op de grond lag) vol op zijn hoofd of in zijn gezicht schopte. Dat zag er echt verschrikkelijk uit. De getuige stond op een afstand van ongeveer 5 meter van de plek waar er werd gevochten. De rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan deze verklaring. Temeer nu de rechtbank steun ziet in de verklaring van [slachtoffer1] zelf die verklaarde dat hij, toen hij op de grond lag, niets heeft gezien van de mishandeling van [slachtoffer2] omdat hij zijn gezicht aan het beschermen was. [slachtoffer1] is aldus ook vol tegen het hoofd geschopt. Verder heeft [medeverdachte] verklaard dat hij zich semiprofessioneel bezig houdt met de vechtsport kickboksing en verdachte heeft aangegeven dat hij ook enige tijd geleden deze vechtsport heeft beoefend. Over de schoenen die verdachte droeg is enkel bekend geworden dat hij schoenen van het merk Armani droeg en volgens [slachtoffer2] droeg hij lakschoenen, maar wel een sportief model.
Naar het oordeel van de rechtbank levert met geschoeide voet met kracht schoppen tegen het hoofd van een slachtoffer, dat al tegen de grond is geslagen, een aanmerkelijke kans op dat het slachtoffer daarbij het leven laat. Dat niet vaststaat dat er werd geschopt met een harde schoen, doet hieraan niet af. Nu verdachte en diens medeverdachte dit hebben gedaan terwijl zij beide een vechtsport beoefenen, hebben zij beide naar het oordeel van de rechtbank geweten dat er een aanmerkelijke kans was dat het slachtoffer daardoor kon overlijden en hebben zij deze kans ook aanvaard. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank sprake van voorwaardelijk opzet op de dood van [slachtoffer1] en dus van een poging doodslag.
Tevens is de rechtbank van oordeel dat de mishandeling buiten The Matrixx een poging doodslag oplevert. Vast staat dat [slachtoffer1] meerdere malen met een vuist in zijn gezicht werd geslagen en dat hij meerdere malen tegen zijn lichaam werd geschopt. Redengevend dat door deze gedragingen de aanmerkelijke kans op dodelijk letsel zou ontstaan, vindt de rechtbank dat [slachtoffer1] kort daarvoor, binnen The Matrixx, al zeer hard tegen zijn lichaam en hoofd was geslagen en geschopt en dus al letsel had. [slachtoffer2] verklaarde daarover dat [slachtoffer1] er slecht aan toe was, veel pijn en het nodige letsel had. Nu verdachte en [medeverdachte] na de eerste confrontatie nogmaals de confrontatie zijn aangegaan en met z’n tweeën [slachtoffer1] ‘hebben gepakt’, hebben zij naar het oordeel van de rechtbank de aanmerkelijke kans op de dood wederom aanvaard.
Ingeval van het letsel van [slachtoffer2] overweegt de rechtbank dat hij een vierdubbele kaakfractuur heeft opgelopen waaraan is hij is geopereerd. Het herstel van de discrete sensibiliteitsstoornis in de onderlip kan verschillende maanden in beslag nemen. De rechtbank is van oordeel dat dit letsel is aan te merken als zwaar lichamelijk letsel. Dat verdachte en zijn mededaders voorwaardelijk opzet hadden op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, leidt de rechtbank af uit de omstandigheden dat zij, terwijl verdachte en medeverdachte [medeverdachte] beide kickboksers zijn, meerdere malen met kracht en met gebalde vuist in het gezicht van [slachtoffer2] hebben geslagen of gestompt.
Met de hierboven weergegeven bespreking van het bewijs, verwerpt de rechtbank het verweer inzake de tegenstrijdigheden in de bewijsmiddelen.
Voorwaardelijk verzoek:
Het voorwaardelijk gedane verzoek tot het horen van de CIE-informant om daarmee een alternatief scenario te onderbouwen wordt - na heroverweging - wederom afgewezen. De noodzaak tot het horen van de CIE-informant ontbreekt nu deze noodzaak tevens afgezet moet worden tegen het belang van de informant dat zijn identiteit onbekend blijft en nu andere getuigen, waaronder [betrokkene1] en [getuige6] zijn gehoord en nadere fotoconfrontaties hebben plaatsgevonden. Bovendien wordt een alternatief scenario door de bovenstaande bespreking van het bewijs uitgesloten.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder a en b tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
a. hij op één of meer tijdstippen in de nacht van 11 op 12 december 2010 te Nijmegen, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk [slachtoffer1] van het leven te beroven, (telkens) opzettelijk - voormelde [slachtoffer1] meermalen, (met kracht) in/op/tegen zijn gezicht en/of hoofd en/of (elders) op tegen zijn lichaam heeft geslagen en/of
gestompt en/of die [slachtoffer1] (terwijl hij weerloos op de grond lag) meermalen, (met kracht) op/tegen zijn hoofd en/of (elders) op/tegen zijn lichaam heeft geschopt en/of getrapt terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en:
b. hij in de nacht van 11 op 12 december 2010 te Nijmegen tezamen en in vereniging met anderen
- aan een persoon genaamd [slachtoffer2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (een vierdubbele kaakfractuur en/of een discrete sensibiliteitsstoornis aan de onderlip), heeft toegebracht, door deze [slachtoffer2] opzettelijk meermalen, (met kracht) in/op/tegen zijn gezicht te slaan en/of te stompen;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
a. medeplegen van poging doodslag, meermalen gepleegd
en
b. medeplegen van zware mishandeling
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van de onder a en b ten laste gelegde feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De officier van justitie is tot deze eis gekomen vanwege de ernst van dit zinloze geweld tegen de twee slachtoffers. De impact van dit geweld zal voor de slachtoffers enorm zijn. Daarbij komt dat verdachte jong is, maar ondanks dat al eerder ter zake van poging doodslag is veroordeeld. Als laatste heeft de officier van justitie aansluiting gezocht bij de straf die aan medeverdachte [medeverdachte] is opgelegd.
Standpunt verdediging
Uitgaande van enkel betrokkenheid bij zware mishandeling van de slachtoffers, sluit de raadsman zich aan bij de oriëntatiepunten van het LOVS en stelt dat een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden passend en geboden is nu geen sprake is van gebruik van een wapen en niet van letsel dat levensbedreigend was. Subsidiair voert de raadsman aan dat de rol van verdachte veel kleiner is dan de rol van [medeverdachte] die ook nog eens een kickbokser is en dat maakt dat er volgens de raadsman aanleiding is om aan verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf op te leggen.
Beoordeling strafmaat
Bij de beslissing over de straf heeft de meervoudige kamer rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
• het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, d.d. 14 maart 2013; en
• een consultbrief van [psychiater], psychiater bij het NIFP, d.d. 23 februari 2011, betreffende verdachte.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft een groot aandeel gehad in de zware mishandeling van twee discotheekbezoekers. Zonder enige aanleiding heeft de groep van verdachte binnen in de discotheek de twee jongens uitermate hard geslagen en geschopt. En wel zodanig, dat een van de barmannen heeft verklaard dat hij zo geschokt was door wat hij had gezien, dat hij de knop om alarm te slaan niet meteen kon vinden. Wat de zaak vooral schokkend maakt, is dat verdachte en de hiervoor eveneens veroordeelde [medeverdachte] buiten de discotheek de slachtoffers nogmaals en weer zonder enige aanleiding hebben opgezocht en dat zij het eerste slachtoffer bewusteloos hebben geslagen en hem zonder zich verder te bekommeren om de fysieke gesteldheid van het slachtoffer, hebben achtergelaten. Dit slachtoffer heeft aan het geweld een dubbele kaakbreuk opgelopen waaraan hij geopereerd moest worden en naar eigen zeggen een hersenschudding en verschillende wonden aan zijn hoofd. Zoals eerder overwogen heeft het tweede slachtoffer een vierdubbele kaakbreuk en een discrete sensibiliteitsstoornis aan zijn onderlip opgelopen.
De mishandeling is juridisch gezien vertaald in een poging doodslag van het eerste slachtoffer en een zware mishandeling van het tweede slachtoffer. Het letsel van beide slachtoffers is buitengewoon fors. Zij mogen van geluk spreken dat zij van het lichamelijk letsel volledig zijn hersteld of zullen herstellen.
Dit zijn zeer schokkende en verontrustende feiten, temeer nu verdachte, die ten tijde van deze feiten 20 jaar oud was, al eerder ter zake van een poging doodslag is veroordeeld. Destijds heeft een multidisciplinair rapport geen ziekelijke stoornis in de geestvermogens of een stoornis in de ontwikkeling van de geestvermogens uitgewezen. Thans zijn daarvoor ook geen aanwijzingen, aldus de psychiater van het NIFP.
De rechtbank acht enkel een gevangenisstraf van een lange duur passend en geboden is. Gezien de ernst van de twee feiten, waaronder een poging doodslag, is de rechtbank van oordeel dat de door de raadsman primair en subsidiair voorgestelde straffen, in geen enkel opzicht recht doen aan de ernst van de feiten. De rechtbank gaat dan ook voorbij aan het strafmaatverweer van de raadsman.
Voor de duur van de gevangenisstraf, zoekt de rechtbank aansluiting bij de afdoening van de strafzaak tegen medeverdachte [medeverdachte] en zal aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden met aftrek van diens voorarrest opleggen.
6a. De beoordeling van de civiele vorde¬ring(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer1] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder a bewezen verklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 3.025,-.
De benadeelde partij [slachtoffer2] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder b bewezen verklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 1.962,84.
Standpunten
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer1] hoofdelijk toe te wijzen tot het bedrag van € 2.275,-, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f Sr wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 32 dagen hechtenis. Voor het overige heeft de officier van justitie verzocht dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de vordering.
De officier van justitie heeft voorts verzocht de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer2] tot betaling van het bedrag van € 1.962,84 hoofdelijk toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f Sr wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 29 dagen hechtenis.
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling vorderingen benadeelde partijen
De vorderingen van [slachtoffer1] en [slachtoffer2] zijn niet betwist door de verdediging en komen de rechtbank gegrond voor. De rechtbank zal de vorderingen dan ook in hun geheel hoofdelijk toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van gepleegde feiten.
Ter meerdere zekerheid voor daadwerkelijke betaling aan de benadeelde partijen, zal de rechtbank tevens bij iedere vordering de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
De gevorderde en toegewezen rente/vergoeding voor proceskosten, zijn daar niet bij inbegrepen.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 12 december 2010.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 36f, 45, 47, 57, 287 en 302 van het Wetboek van Straf¬recht.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 20 (twintig) maanden.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer1] toe.
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover medeverdachten betalen ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer1] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [slachtoffer1], te betalen € 3.025,- (drieduizend vijfentwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 december 2010 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding ter zake van het onder a bewezen verklaarde feit:
- Legt op aan veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover medeverdachten betalen ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer1] zal zijn gekweten - de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer1], te betalen € 3.025,- (drieduizend vijfentwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 december 2010 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 40 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer2] toe.
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover medeverdachten betalen ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer2] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [slachtoffer2], te betalen € 1.962,84 (eenduizend negenhonderdtweeënzestig euro en vierentachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 december 2010 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding ter zake van het onder b bewezen verklaarde feit
- Legt op aan veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover medeverdachten betalen ook veroordeelde daardoor tegenover [slachtoffer2] zal zijn gekweten - de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer2] te betalen € 1.962,84 (eenduizend negenhonderdtweeënzestig euro en vierentachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 december 2010 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 29 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
Aldus gewezen door:
mr. M.F. Gielissen (voorzitter), mr. H.P.M. Kester-Bik en mr. J.J.H. van Laethem, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.P.H. Brinkman, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 april 2013.