ECLI:NL:RBGEL:2013:BZ6903
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- W.J. Vierveijzer
- N.K. van den Dungen-Dijkstra
- F.M.Th. Quaadvliet
- Rechtspraak.nl
Wraking van politierechter door verzoeker in strafzaken
In deze zaak heeft verzoeker op 22 januari 2013 een wrakingsverzoek ingediend tegen politierechter mr. E. de Boer. Verzoeker stelde dat de politierechter niet onpartijdig was en dat hij gerechtvaardigde vrees had dat de rechter niet onpartijdig zou zijn. Hij baseerde zijn verzoek op het feit dat de politierechter een toezegging van 18 januari 2011 niet was nagekomen, waarin was beloofd dat de zaken naar de rechter-commissaris zouden worden verwezen. Ook had de politierechter het verzoek om toevoeging van een raadsman niet gehonoreerd. Tijdens de zitting van de wrakingskamer heeft verzoeker deze gronden verder toegelicht.
De rechtbank overweegt dat op basis van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering in een wrakingsprocedure moet worden vastgesteld of er feiten of omstandigheden zijn die de rechterlijke onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. De rechtbank concludeert dat verzoeker geen overtuigende feiten heeft aangedragen die wijzen op partijdigheid van de politierechter. De rechtbank stelt vast dat de politierechter de zaken op de juiste wijze heeft behandeld en dat de beslissing om de zaken niet opnieuw naar de rechter-commissaris te verwijzen geen aanwijzing is voor partijdigheid.
De rechtbank wijst het wrakingsverzoek af en stelt vast dat verzoeker misbruik maakt van het rechtsmiddel van wraking. De beslissing is openbaar uitgesproken op 5 april 2013 door de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, bestaande uit de rechters W.J. Vierveijzer, N.K. van den Dungen-Dijkstra en F.M.Th. Quaadvliet. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.