ECLI:NL:RBGEL:2013:6460

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 november 2013
Publicatiedatum
14 maart 2014
Zaaknummer
240637
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheidsincident tussen KEVSER HELAL WINE en CARL JUNG GmbH

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een onbevoegdheidsincident tussen KEVSER HELAL WINE en CARL JUNG GmbH. De rechtbank heeft op 27 november 2013 uitspraak gedaan in het incident, waarbij de bevoegdheid van de rechtbank aan de orde was. KEVSER HELAL WINE, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.J.P.C.G. Verheijen, had een vordering ingesteld tegen CARL JUNG GmbH, die werd bijgestaan door advocaat mr. S.W. van Dijk. De kern van het geschil was de vraag of de rechtbank Gelderland bevoegd was om van de vordering kennis te nemen, gezien het feit dat CARL JUNG GmbH haar vestigingsplaats in Duitsland heeft. De rechtbank heeft vastgesteld dat op grond van artikel 2 lid 1 van de EEX-Verordening de Duitse gerechten bevoegd zijn, tenzij er een forumkeuze is overeengekomen of de rechtbank bevoegd is op basis van artikel 5 van de EEX-Verordening. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen duidelijke forumkeuze was overeengekomen in de distributieovereenkomst tussen partijen, waardoor de rechtbank zich onbevoegd heeft verklaard om van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen. Tevens is KEVSER HELAL WINE veroordeeld in de proceskosten van het incident en de hoofdzaak, waarbij de kosten aan de zijde van CARL JUNG GmbH zijn begroot op respectievelijk € 452,00 en € 3.715,00. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. J.D.A. den Tonkelaar.

Uitspraak

Vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/240637 / HA ZA 13-165
Vonnis in incident van 27 november 2013
in de zaak van
[eiser], h.o.d.n. KEVSER HELAL WINE / DELIKAT WINE
gevestigd en zaakdoende te Arnhem,
eiser in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
advocaat mr. G.J.P.C.G. Verheijen te Nijmegen,
tegen
gesellschaft mit beschränkter haftung
CARL JUNG GmbH,
gevestigd te (65385) Rüdesheim am Rhein,
gedaagde,
eiseres in het incident,
advocaat mr. S.W. van Dijk te Apeldoorn.
Partijen zullen hierna [eiser] en Carl Jung genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring.
1.2.
[eiser] is in de gelegenheid gesteld te antwoorden op de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring. [eiser] heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling

in het incident

2.1.
Partijen hebben met ingang van 1 maart 2011 een distributieovereenkomst gesloten voor de duur van één jaar. Overeengekomen is onder meer dat Carl Jung alcoholvrije wijn aan [eiser] zal verkopen en leveren en dat [eiser] het exclusieve recht heeft om de producten van Carl Jung onder de naam ‘Carl Jung’ in de Republiek Iran af te zetten.
2.2.
In de distributieovereenkomst is onder meer de volgende bepaling opgenomen.
Settlements of dispute: German courts and/or relevant courts in The Netherlands
Parties will seek to resolve all disputes amicably or through arbitration prior to seeking redress in a court of law.
2.3.
In de hoofdzaak vordert [eiser] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de veroordeling van Carl Jung tot betaling aan hem van € 167.321,20 (€ 150.995,73 hoofdsom, € 12.090,47 gemaakte kosten en € 4.235,00 aan buitengerechtelijke incassokosten), te vermeerderen met wettelijke rente en proceskosten.
2.4.
Carl Jung vordert voor alle weren dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart. Carl Jung legt daaraan primair ten grondslag dat partijen in de distributieovereenkomst geschilbeslechting door arbitrage zijn overeengekomen. Subsidiair voert Carl Jung aan dat krachtens de EEX-Verordening (hierna: EEX-Vo) niet de Nederlandse rechter, maar de Duitse rechter bevoegd is van de vordering kennis te nemen.
2.5.
Hoewel [eiser] geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om verweer te voeren, rust volgens vaste jurisprudentie in zaken als de onderhavige op de rechtbank de verplichting om haar bevoegdheid ambtshalve te toetsen. Het geschil valt onder het toepassingsgebied van de EEX-Vo. Daarom zal de rechtbank de bevoegdheid beoordelen aan de hand van deze verordening.
2.6.
Carl Jung heeft haar vestigingsplaats in Duitsland, zodat zij op grond van de hoofdregel van artikel 2 lid 1 EEX-Vo voor de gerechten van Duitsland dient te worden opgeroepen. Aldus heeft de rechtbank Gelderland in beginsel geen bevoegdheid om van de vordering kennis te nemen. Dit is anders indien partijen een forumkeuze zijn overeengekomen dan wel als de rechtbank bevoegd is op grond van artikel 5 EEX-Vo.
2.7.
Gesteld noch gebleken is dat de rechtbank aan dat artikel 5 EEX-Vo bevoegdheid kan ontlenen, zodat de vraag resteert of sprake is van een tussen partijen overeengekomen forumkeuze. Voor de geldigheid van een forumkeuze is van belang of partijen daarover daadwerkelijk wilsovereenstemming hebben bereikt. Naar het oordeel van de rechtbank kan dat aan de hand van de onder 2.2. weergegeven bepaling niet worden vastgesteld. De bepaling biedt daarvoor geen of onvoldoende houvast. De bepaling laat in het midden of de Duitse dan wel de Nederlandse rechter bevoegd is van de onderhavige vordering kennis te nemen, en zo ja welke Duitse of Nederlandse rechter relatief competent is. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat de zin: “
Parties will seek to resolve all disputes amicably, or through arbitration prior to seeking redress in a court of law” aldus moet worden uitgelegd dat geschilbeslechting door de gewone rechter kan plaatsvinden als partijen hebben geprobeerd het geschil op te lossen in onderleg overleg of door ‘
arbitration’. Carl Jung heeft niet weersproken dat [eiser] heeft getracht met haar overleg te voeren over het geschil, zoals door [eiser] in de dagvaarding is gesteld. Daarom kan in het midden blijven of het Engelse woord ‘
arbitration’ moet worden vertaald in ‘bemiddeling’, zoals door [eiser] is gedaan, of in ‘arbitrage’, zoals door Carl Jung is betoogd. Gezien dit alles zal de incidentele vordering worden toegewezen. De rechtbank verklaart zich dan ook onbevoegd van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen.
2.8.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld. Deze kosten worden overeenkomstig tarief II van het liquidatietarief rechtbanken en gerechtshoven begroot omdat de incidentele vordering is aan te merken als een zaak van onbepaalde waarde.
in de hoofdzaak
2.9.
Nu de rechtbank zich onbevoegd verklaart van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen, behoeft de hoofdzaak geen verdere behandeling en zal [eiser] in de hoofdzaak in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Carl Jung in de hoofdzaak worden begroot op € 3.715,00 aan griffierecht.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
verklaart zich onbevoegd van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen,
3.2.
veroordeelt [eiser] in de kosten van het incident, aan de zijde van Carl Jung tot op heden begroot op € 452,00, te vermeerderen met de nakosten aan de zijde Carl Jung begroot op een bedrag van € 131,00, dan wel, indien de betekening van dit vonnis plaatsvindt, een bedrag van € 199,00,
3.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
3.4.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Carl Jung tot op heden begroot op € 3.715,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar en in het openbaar uitgesproken op 27 november 2013.
Coll.: SJM