In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Gelderland, ging het om een schadevergoeding na een ongeval met een geleende auto. De eiser, Winplus B.V., had de gedaagde aangesproken voor schade die was ontstaan door een ongeval. De rechtbank oordeelde dat het enkele feit dat de gedaagde er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de auto all risk verzekerd was, niet voldoende was om te concluderen dat de volledige schadevergoeding tot kennelijk onaanvaardbare gevolgen zou leiden. De rechtbank verwees naar een eerder tussenvonnis en stelde vast dat de schade het gevolg was van de onrechtmatige daad van de gedaagde. De gedaagde had aangevoerd dat de omstandigheden aan de zijde van een derde partij, die de auto had geleend, mede oorzaak waren van de schade. Echter, de rechtbank oordeelde dat deze omstandigheden niet relevant waren voor de beoordeling van de aansprakelijkheid van de gedaagde.
De rechtbank behandelde ook de vraag of de gedaagde zich kon beroepen op eigen schuld in het kader van de schadevergoeding. De rechtbank concludeerde dat de gedaagde niet had aangetoond dat er omstandigheden waren die zouden leiden tot een onbillijke schadevergoeding. De rechtbank wees de volledige schadevergoeding toe aan Winplus B.V. en oordeelde dat de gedaagde ook aansprakelijk was voor de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten. De totale schadevergoeding werd vastgesteld op € 29.500,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.