ECLI:NL:RBGEL:2013:6444

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 oktober 2013
Publicatiedatum
14 maart 2014
Zaaknummer
232666
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige in faillissementszaak met betrekking tot Jager Aannemingsbedrijf B.V.

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Gelderland, is de curator van Jager Aannemingsbedrijf B.V. betrokken bij een faillissementsprocedure. De rechtbank heeft op 2 oktober 2013 een vonnis uitgesproken waarin zij zich vrij acht om zelf een deskundige aan te wijzen, aangezien partijen geen eensluidend voorstel hebben gedaan voor een deskundige. De curator heeft een registeraccountant voorgesteld, maar de gedaagden hebben andere voorkeuren geuit. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om een deskundige aan te wijzen die al bekend is bij de rechtbank. De deskundige zal vragen beantwoorden over de financiële positie van de onderneming, de juistheid van de jaarcijfers en de impact van eerdere leningen op de bedrijfseconomische situatie. De rechtbank heeft ook bepaald dat de curator een voorschot van € 45.000,00 moet deponeren voor de kosten van de deskundige. De deskundige moet binnen twee weken na de betaling een afspraak maken voor het onderzoek en een rapport indienen voor 30 april 2014. De zaak is verwezen naar de rolzitting voor verdere behandeling na het deskundigenbericht.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/232666 / HA ZA 12-557
Vonnis van 2 oktober 2013
in de zaak van
PIETER MARIUS GUNNING
in hoedanigheid van curator in het faillissement van
Jager Aannemingsbedrijf B.V.,
kantoorhoudende te Velp,
eiser,
advocaat mr. P.M. Gunning te Velp,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JAGER HOLDING B.V.,
gevestigd te Velp,
gedaagde,
advocaat mr. J.H. Steverink te Arnhem,
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te [plaats],
gedaagde,
advocaat onttrokken,
3.
[gedaagde sub 3],
wonende te [plaats],
gedaagde,
advocaat onttrokken,
4.
[gedaagde sub 4],
wonende te [plaats],
gedaagde,
advocaat onttrokken,
5.
[gedaagde sub 5],
wonende te [plaats],
gedaagde,
advocaat mr. D.D.M. Xanthopoulos te Arnhem,
6.
[gedaagde sub 6],
wonende te [plaats],
gedaagde,
advocaat mr. D.D.M. Xanthopoulos te Arnhem,
7.
[gedaagde sub 7],
wonende te [plaats],
gedaagde,
advocaat mr. D.D.M. Xanthopoulos te Arnhem.
Partijen zullen hierna de curator en Jager Holding c.s. genoemd worden. Gedaagden zullen ook wel afzonderlijk worden aangeduid als Jager Holding, [gedaagde sub 2], [gedaagde sub 3], [gedaagde sub 4], [gedaagde sub 5], [gedaagde sub 6] en [gedaagde sub 7].

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 5 juni 2013
  • de akte van de curator
  • de akte van Jager Holding
  • de akte van [gedaagde sub 5], [gedaagde sub 6] en [gedaagde sub 7]
  • de akte niet dienen jegens [gedaagde sub 2], [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4].
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De rechtbank handhaaft hetgeen is overwogen en beslist in het tussenvonnis. In dat tussenvonnis heeft de rechtbank de zaak naar de rol verwezen teneinde partijen in de gelegenheid te stellen om zich uit te laten over haar voorstel ten aanzien van de aan een nader te benoemen deskundige te stellen vragen en over eventueel aanvullende vragen, alsmede over het vakgebied en de persoon van de deskundige.
2.2.
Partijen hebben met betrekking tot de persoon van de deskundige geen eensluidend voorstel gedaan. Jager Holding en [gedaagde sub 5], [gedaagde sub 6] en [gedaagde sub 7] menen dat te benoemen deskundige een registeraccountant zou moeten zijn die werkzaam is op een gerenommeerd accountantskantoor zoals PricewaterhouseCoopers, KPMG of Ernst & Young omdat Jager Aannemingsbedrijf in het verleden altijd is bijgestaan door de grotere kantoren BDO en Deloitte. De curator stelt, zonder enige verdere toelichting, voor om te benoemen [naam] van Grip Accountants te Duiven. De rechtbank acht zich vrij nu zelf een deskundige aan te wijzen en wel een register accountant die reeds bij de rechtbank als deskundige bekend is. De rechtbank heeft vervolgens contact gehad met [naam], werkzaam bij Ons Accountants te Elst. Nu hij zich in staat en bereid heeft verklaard een benoeming als deskundige te aanvaarden, zal hij als zodanig worden benoemd.
2.3.
Aan de deskundige worden de in het dictum geformuleerde vragen gesteld. Hierbij is uitgangspunt de vragen waaromtrent tussen partijen overeenstemming is bereikt.
2.4.
De vragen die van Jager Holding in haar akte heeft gesteld en waar [gedaagde sub 5], [gedaagde sub 6] en [gedaagde sub 7] zich aan hebben geconformeerd, sluiten aan bij de vragen die de rechtbank in het tussenvonnis van 5 juni 2013 heeft geformuleerd. De vragen van de curator sluiten deels aan bij de in het tussenvonnis geformuleerde vragen. Met betrekking tot de overige detailvragen van de curator, die voornamelijk betrekking hebben op het Ros rapport, overweegt de rechtbank dat deze vragen worden ondervangen door de slotvraag: welke andere feiten of omstandigheden, gebleken uit het onderzoek, kunnen van belang zijn voor een goed begrip van de zaak? Het is daarbij aan de deskundige om zelf stukken op te vragen of inlichtingen bij partijen of derden in te winnen die hij van belang acht voor een goed begrip van de zaak.
2.5.
Aan de hand van de opgave van de deskundige wordt het voorschot op zijn loon en kosten, inclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting, bepaald op € 45.000,00. Dit bedrag dient, zoals reeds overwogen in het tussenvonnis, ter griffie worden gedeponeerd door de curator.
2.6.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
1. Kan men, gezien de omvang van de onderneming en de wijze van archiveren van administratieve bescheiden, snel inzicht krijgen in de debiteuren- en crediteurenpositie op enig moment en geven deze posities en stand van de liquiditeiten, gezien de aard en omvang van de onderneming, een redelijk inzicht in de vermogenspositie, in aanmerking nemend dat het een aannemingsbedrijf betreft?
Kunt u het antwoord op uw vraag toelichten?
2. Zijn de posten onderhanden werk en voorraden juist en volledig weergegeven?
Kunt u het antwoord op uw vraag toelichten?
3. Blijkt uit de jaarcijfers dat in de drie jaar voor het faillissement maatregelen zijn getroffen die hebben bijgedragen aan de continuïteit van de onderneming, en zo ja, welke maatregelen zijn dat dan geweest en welk effect hebben deze maatregelen gehad? Kunt u het antwoord op uw vraag toelichten?
4. Welk effect zou het eerder terugvragen van leningen aan familieleden hebben gehad op de bedrijfseconomische situatie van Jager Aannemingsbedrijf?
Kunt u het antwoord op uw vraag toelichten?
5. Welke andere feiten of omstandigheden, gebleken uit het onderzoek, kunnen van belang zijn voor een goed begrip van de zaak?
3.2.
benoemt tot deskundige om dit onderzoek te verrichten:
[naam]
[contactgegevens]
3.3.
bepaalt dat de griffier een kopie van dit vonnis aan de deskundige zal toezenden,
3.4.
bepaalt dat de curator binnen twee weken na datum van dit vonnis (kopieën van) de overige processtukken aan de rechtbank Gelderland, Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Arnhem, civiele roladministratie, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem zal doen toekomen,
3.5.
bepaalt dat de deskundige zelf de overige stukken bij partijen opvraagt of inlichtingen bij partijen of derden inwint die hij nodig acht.
3.6.
bepaalt dat de curator binnen twee weken na datum van dit vonnis als voorschot op de kosten inclusief omzetbelasting van de deskundige € 45.000,00 ter griffie van deze rechtbank dient te deponeren door dit bedrag over te maken op rekening nummer 56.99.90.548 ten name van MvJ arrondissement Arnhem onder vermelding van het rolnummer en de namen van partijen,
3.7.
bepaalt dat de griffier onmiddellijk na betaling van dit voorschot de deskundige hiervan in kennis zal stellen en dat de deskundige pas dan met het onderzoek behoeft te beginnen,
3.8.
bepaalt dat de deskundige binnen twee weken nadat hij bericht heeft gekregen dat het voorschot is gedeponeerd met de partijen een afspraak moet hebben gemaakt voor een datum en tijdstip waarop het onderzoek zal plaatsvinden en die datum aan de rechtbank moet hebben doorgegeven, tenzij een dergelijke afspraak vanwege de aard van het onderzoek naar het oordeel van de deskundige niet nodig is,
3.9.
bepaalt dat indien een partij of de deskundige de aldus afgesproken datum voor het onderzoek wil wijzigen, die partij of de deskundige daartoe een schriftelijk gemotiveerd verzoek moet doen aan de griffie van de rechtbank, met afschrift aan de andere betrokkenen,
3.10.
bepaalt dat de deskundige zich met vragen over het onderzoek kan wenden tot de rechter mr. D.T. Boks (via telefoonnummer: [contactgegevens]),
3.11.
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek de partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het schriftelijk bericht moet doen blijken of aan dit voorschrift is voldaan, onder vermelding in dat bericht van de eventueel gemaakte opmerkingen en/of gedane verzoeken,
3.12.
bepaalt dat de deskundige een schriftelijk en ondertekend conceptrapport zal inleveren ter griffie van deze rechtbank voor 30 april 2014, waarna schriftelijk nadere instructies van de rechtbank zullen volgen over de indiening van het definitieve rapport en de declaratie van de deskundige,
3.13.
verwijst de zaak naar de rolzitting van vier weken na de datum waarop het definitieve rapport ter griffie is ingeleverd voor het nemen van een conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van de curator of voor bepaling datum vonnis,
3.14.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.T. Boks en in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2013.
in afwezigheid van mr. D.T. Boks
getekend door de rolrechter
Coll.: MBR