[eiser] blijft protesten uiten, maar [gedaagde sub 2] wijst hem er op dat hij over dit onderwerp verder geen opmerkingen mag maken. [eiser] heeft een voorstel gedaan en om een stemming gevraagd, zijn voorstel is verworpen en dan is de zaak gesloten. [eiser] krijgt van [gedaagde sub 2] nog wel de gelegenheid om commentaren op het HR naar voren te brengen, maar het is jammer dat hij dat niet eerder heeft gedaan, dan had [gedaagde sub 2] zich daarop kunnen voorbereiden. [eiser] heeft nog het volgende commentaar:
- Art. 1, punt j. : [eiser] zou liever zien dat in de definitie van een klacht de laatste woorden "... door een andere bewoner." worden geschrapt. Zoals het er nu staat kan [eiser] geen
klacht indienen wanneer het bestuur inbreuk maakt op zijn woonrecht . [gedaagde sub 2] antwoordt dat bestuursleden ook bewoners zijn. Bovendien heeft [eiser] de mogelijkheid een motie van wantrouwen tegen het bestuur in te dienen, "zoals u (zegt [gedaagde sub 2]) ook in de vorige AV 132 hebt gedaan". Dit artikel wordt niet gewijzigd.
- Art. 13, lid 2: Onderhoud van het slot van de voordeur hoort volgens [eiser] niet tot de taak van de Vereniging. [gedaagde sub 2] vindt van wel; discussie gesloten.
- Art. 16, lid 5 (Melden van afwezigheid van meer dan een week):
Waarom moet deze bepaling nu opgenomen worden, terwijl in al die 55 jaren dat de flat er staat nooit de noodzaak er van is ingezien? [gedaagde sub 2] antwoordt dat in de laatste tijd is gebleken dat er mensen gezocht werden waarvan men niet wist waar men ze kon vinden. Als de bewoner aangeeft op welk telefoonnummer of e-mailadres hij/zij bereikbaar is, voldoet dat ook aan de regel.
- Art. 18, lid 2b: [eiser] is het niet eens met de verplichting tot het afgeven van een reservesleutel aan de huismeester; hij is immers altijd bereikbaar en kan binnen 8 uur in de flat zijn.
Bovendien vindt hij het niet juist om twee totaal verschillende situaties, Calamiteiten en Onderhoud, in één artikel te regelen.
[gedaagde sub 2] antwoordt dat deze bepaling zo in de statuten staat, waarvoor [eiser] getekend heeft. Bovendien: We wonen hier in een flat met oudere bewoners, waar het erg nuttig is snel te kunnen ingrijpen als er iets met hen gebeurt.
[derde] zegt dat ze het, op grond van haar eigen ervaringen, heel erg op prijs stelt dat deze bepaling in het HR staat; ze zou het heel vervelend vinden als deze bepaling zou worden geschrapt en wil daarom dat dit punt in stemming wordt gebracht. Bij de stemming met handopsteken blijkt dat een ruime meerderheid vóór handhaven van deze bepaling is.
[gedaagde sub 2] wijst [eiser] er voor de goede orde op dat hij, wanneer hij van mening is dat hij op enig punt in rechte wordt gekort, altijd naar de rechter kan stappen.
[eiser] zegt dat hij wel bereid is een duplicaatsleutel in een verzegelde enveloppe in te leveren bij de huismeester.
- Art. 19, lid 2, le alinea: [eiser] merkt op dat er in 1955, toen de flat werd gebouwd, nog geen bouwbesluit bestond en ook geen bouwvoorschriften. In de bouwvergunning stonden geen
eisen voor geluidsisolatie.
[gedaagde sub 2] verwijst naar de tweede alinea, want die is veel relevanter. [eiser] stelt dat deze bepaling betekent dat je zwevende vloeren moet aanleggen en zegt dat de huidige eisen voor de geluiddemping van vloeren zo hoog zijn dat je dat nooit voor elkaar krijgt in dit gebouw.
[gedaagde sub 2] stelt voor om de woorden "Vloeren of ....." uit de aanhef van deze alinea te schrappen en alleen eisen voor de geluidisolatie van de vloerbedekking te formuleren. [eiser] zegt dat er aan vloerbedekking geen eisen voor de geluiddemping worden gesteld, tenzij dat je die eisen zelf formuleert (bijvoorbeeld hoogpolig tapijt van een bepaald minimum gewicht per vierkante meter en een ondertapijt van een bepaalde kwaliteit eisen of een minimum eis stellen aan de geluiddemping). Voor de rest kom je uit op criteria van redelijkheid en billijkheid.
[gedaagde sub 2] stelt voordat we in de tijd tot de volgende AV eisen voor de vloerbedekking formuleren. [derde] stelt voor dat [eiser] die eisen opstelt, maar hij voegt er aan toe dat tot nu toe niemand van ons problemen heeft gehad met vloeren, met uitzondering van [eiser].
[eiser] is van mening dat de hele eerste alinea van art.19, lid 2 geschrapt moet worden, maar [gedaagde sub 2] stelt voor om de eerste en tweede alinea van art. 19, lid 2 nader te bekijken en daarop terug te komen in de volgende AV. Aldus wordt besloten.
Art. 27, lid 3: [eiser] heeft twijfels over de objectiviteit van de klachtencommissie in geval van een klacht tegen het bestuur of een bestuurslid. [gedaagde sub 2] is daarover heel duidelijk: "Als u een klacht hebt over het bestuur brengt u dat in op de AV. Bij klachten tussen bewoners onderling is het niet relevant of één van die bewoners bestuurslid is. Als u twijfels hebt over de objectiviteit van de klachtencommissie kunt u altijd nog naar de rechter stappen".