In deze zaak vordert eiser, [eiser], betaling van een geldsom van € 47.000,00 van gedaagde, [gedaagde], op basis van twee koopovereenkomsten die op 16 december 2011 zijn gesloten. Eiser stelt dat gedaagde niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen uit deze overeenkomsten, die betrekking hebben op de verkoop van twee woningen. Gedaagde voert als verweer aan dat zijn geestesvermogens zijn gestoord ten tijde van het aangaan van de overeenkomsten, waardoor hij niet in staat was om een weloverwogen beslissing te nemen. Hij stelt dat eiser misbruik heeft gemaakt van zijn geestelijke toestand.
De rechtbank Gelderland heeft de zaak op 13 november 2013 behandeld. Eiser heeft zijn vordering onderbouwd met de stelling dat gedaagde in gebreke is gebleven en dat hij aanspraak maakt op contractueel verbeurde boetes. Gedaagde heeft zijn verweer onderbouwd met verwijzingen naar zijn geestelijke toestand en heeft betwist dat hij de koopovereenkomsten heeft willen aangaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat er behoefte is aan deskundigenonderzoek naar de geestesgesteldheid van gedaagde ten tijde van het aangaan van de overeenkomsten. De zaak is aangehouden voor het nemen van een akte over de wenselijkheid van een deskundigenbericht.
De rechtbank heeft in reconventie de verdere beslissing aangehouden, gezien het voorwaardelijke karakter van de vorderingen van gedaagde. De zaak zal opnieuw op de rol komen voor het gelijktijdig nemen van een akte over de geestelijke toestand van gedaagde. De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken op 13 november 2013.