De Rechtbank Gelderland heeft op 24 december 2013 uitspraak gedaan in de zaak tegen een 30-jarige man uit Wijchen, die werd beschuldigd van het bewegen van een minderjarige tot het plegen en dulden van ontuchtige handelingen. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie dagen, met aftrek van de tijd die hij reeds in verzekering heeft doorgebracht, en een werkstraf van 120 uren. De zaak kwam aan het licht na een melding bij de politie, waarbij de verdachte werd beschuldigd van het geven van beltegoed en geld aan een minderjarige in ruil voor seksuele handelingen. Tijdens de zitting op 11 december 2013 heeft de verdachte ontkend dat hij de minderjarige heeft bewogen tot deze handelingen, maar de rechtbank oordeelde op basis van de verklaringen van de minderjarige en chatgesprekken dat de verdachte wel degelijk schuldig was aan het beweeggedrag. De rechtbank verklaarde de dagvaarding ten aanzien van een tweede feit nietig, omdat de ontuchtige handelingen niet voldoende waren omschreven. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn blanco strafblad en het feit dat hij psychische hulp heeft gezocht. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld en dat het recidiverisico laag was. De rechtbank legde een lagere werkstraf op dan geëist door de officier van justitie, en besloot geen voorwaardelijke straf op te leggen, omdat de verdachte geen misbruik had gemaakt van zijn positie als trainer. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit, gezien de betrokkenheid van een minderjarige, en de impact die de zaak op het leven van de verdachte had gehad.