Uitspraak
Rechtbank GELDERLAND
Eiffel B.V.,
1.Procesverloop
- het op 3 oktober 2013 ter griffie binnengekomen verzoekschrift,
- het verweerschrift,
- de brief van mr. Plomp van 24 oktober 2013, met bijlagen,
- de mondelinge behandeling ter terechtzitting d.d. 28 oktober 2013, waarvan door de griffier aantekening is gehouden.
2.De feiten
“
Hierbij dien ik namens mijn cliënt een verzoek in op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Graag ontvang ik een bevestiging van ontvangst van dit verzoek.Het wob-verzoek heeft betrekking op de volgende informatie:- een overzicht van alle binnen uw gemeente ontvangen Wob-verzoeken in de periode 2005-heden, waarbij het aantal ontvangen wob-verzoeken per jaar inzichtelijk is.- ik verzoek u in het overzicht aan te geven waarop de wobverzoeken betrekking hadden.- ik verzoek u in het overzicht aan te geven of het Wob-verzoek afkomstig was van een burger (of diens gemachtigd) de media, of anderszins.- ik verzoek u in het overzicht aan te geven hoeveel bezwaarprocedures, hoeveel voorlopige voorzieningen en hoeveel beroepsprocedures hieruit voortvloeien.- in verzoek u – per jaar – aan te geven hoeveel fte werkzaam was tgv de bij u binnengekomen wobverzoeken. Ik verzoek u hierbij tevens aan te geven of dit om interne of externe (ingehuurde) medewerkers ging.- indien het om interne medewerkers ging verzoek ik u aan te geven in welke schaal de medewerkers zitten.-indien het om externe medewerkers ging, verzoek ik u aan te geven welke kosten u – per jaar – heeft gemaakt.
“
(…) Het door de gemeente Ermelo gestelde vermoeden van betrokkenheid van Eiffel bij jouw werkzaamheden brengt Eiffel in een lastig parket en tast onze integriteit aan, waardoor het mogelijk is dat Eiffel schade zal lijden. Daarnaast roept de aard van de vraagstelling in de WOB-verzoeken het vermoeden op dat Eiffel de positie van haar concurrenten wil nagaan door inzet van [naam bedrijf] in de persoon van haar medewerkster [verweerster]. (…) Wij onderzoeken op dit moment jouw activiteiten en in hoeverre jouw activiteiten schade heeft berokkend bij onze relaties en onze integriteit heeft aangetast. (…)’.
Op 24 september 2013 heeft [collega verweerster] aan haar leidinggevende gemeld dat [verweerster ] op de terugreis uit Groningen heeft gesproken over verdienen van geld door het indienen van WOB-verzoeken.
Wanneer medewerkers van een bedrijf naar alle gemeenten WOB verzoeken indienen, vinden wij dat die reputatie is aangetast. Dat heeft voor ons de consequentie dat wij eerder een ander bureau zouden kiezen om de opdracht uit te voeren”.
3. Het verzoek en het verweer
Als het toch tot een ontbinding moet komen, dan bestaat er aanleiding om [verweerster ] een vergoeding toe te kennen op basis van c=2.
4.De beoordeling
Geconstateerd wordt dat het een omvangrijk verzoek betreft, alleen al door het aantal specifieke vragen, dat bij ontvangst de indruk kan wekken dat het er op gericht is dat de beantwoording niet binnen de daarvoor geldende termijnen zal kunnen plaatsvinden en dus bedoeld is om misbruik te maken van de mogelijkheid een dwangsom te incasseren. Dat het deze indruk daadwerkelijk gewekt heeft blijkt uit de reactie van [naam B], de gemeentes Ermelo en Goes en andere gemeentes die bij [verweerster ] nadere informatie hebben gevraagd over haar bedoeling met het verzoek.
Wat daarvan ook zij, zelfs als aangenomen wordt dat [verweerster ] goede bedoelingen had, valt niet te begrijpen dat zij in haar vraagstelling aan de gemeenten geen open kaart heeft gespeeld. Juist van haar had, gelet op haar opleiding, ervaring en betrokkenheid bij Eiffel, verwacht mogen worden dat zij zich zou realiseren dat het risico bestond dat haar verzoek in verband zou worden gebracht met Eiffel en dat in een dergelijk verband een open onderzoeksvraag een heel andere indruk wekt dan de door haar gekozen werkwijze met een anonieme cliënt en een niet bestaande verzoeker.