Op 23 december 2013 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van rechter mr. J.T.G. Roovers door verzoeker, wonende te Andorra. Het wrakingsverzoek was ingediend op 24 oktober 2013 en betrof de vermeende vooringenomenheid van de rechter tijdens een comparitie. Verzoeker stelde dat de rechter onterecht aannames had gedaan over de rechtsgeldigheid van een fax en de volmacht van de wederpartij, en dat hij zich niet goed gehoord voelde tijdens de zitting. De rechter had volgens verzoeker ook niet goed naar het dossier gekeken en had vragen gesteld die volgens verzoeker niet toevallig waren, maar voortkwamen uit een andere zaak waarin hij betrokken was.
De wrakingskamer heeft de procedure en de argumenten van verzoeker zorgvuldig beoordeeld. Volgens de wrakingskamer moet een rechter uit hoofde van zijn aanstelling worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die deze onpartijdigheid in twijfel trekken. De wrakingskamer oordeelde dat de door verzoeker aangevoerde gronden niet kwalificeerden als uitzonderlijke omstandigheden. De vraag van de rechter over de mogelijkheid tot procederen tot de Hoge Raad werd niet als blijk van vooringenomenheid gezien, en de wrakingskamer concludeerde dat verzoeker niet voldoende had aangetoond dat de rechter het dossier niet had gelezen of dat er sprake was van schending van het beginsel van hoor en wederhoor.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de onderliggende procedure zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van het indienen van het wrakingsverzoek.