ECLI:NL:RBGEL:2013:5921
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstandsuitkering en medewerkingsverplichting in het kader van re-integratie
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 19 december 2013 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker wiens bijstandsuitkering was ingetrokken door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem. De intrekking vond plaats op basis van de medewerkingsverplichting zoals vastgelegd in artikel 17 lid 2 van de Wet werk en bijstand (Wwb). De verzoeker had niet voldaan aan zijn verplichtingen om op een gesprek bij een re-integratiebedrijf te verschijnen, wat leidde tot de intrekking van zijn uitkering per 12 september 2013.
De voorzieningenrechter oordeelde dat, hoewel de verzoeker in strijd had gehandeld met de medewerkingsverplichting, de verweerder niet bevoegd was om de bijstand in te trekken. Dit was omdat er geen voorafgaand opschortingsbesluit was genomen, zoals vereist door artikel 54 lid 4 van de Wwb. Bovendien verwees artikel 54 lid 3 van de Wwb enkel naar schending van de inlichtingenverplichting en niet naar de medewerkingsverplichting in het kader van re-integratie.
De voorzieningenrechter benadrukte dat de medewerkingsplicht zowel geldt jegens de gemeente als jegens het ingeschakelde re-integratiebedrijf. De rechter concludeerde dat de verzoeker niet in staat was om te verschijnen op de oproep van het re-integratiebedrijf en dat er geen grondslag was voor de intrekking van de bijstand. De voorzieningenrechter schorste het primaire besluit en bepaalde dat de verzoeker recht had op bijstand naar de geldende norm, met terugwerkende kracht vanaf 12 september 2013. Tevens werd de gemeente veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van de verzoeker.