ECLI:NL:RBGEL:2013:5829
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter in WOZ-zaak wegens vermeende partijdigheid
In deze zaak heeft verzoeker op 6 november 2013 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. R.P. van Baaren, de rechter die betrokken is bij zijn WOZ-procedures. Verzoeker stelt dat de rechter de schijn van partijdigheid heeft gewekt door bepaalde opmerkingen in het proces-verbaal van de zitting van 4 november 2013. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking behandeld op 18 november 2013, waarbij verzoeker aanwezig was, maar de rechter niet. Verzoeker heeft zijn wrakingsverzoek toegelicht en verzocht om aanhouding van de behandeling, wat door de wrakingskamer is afgewezen.
De wrakingskamer overweegt dat wraking van een rechter alleen mogelijk is op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank stelt vast dat verzoeker geen concrete feiten heeft aangedragen die objectief gerechtvaardigd zijn om te concluderen dat de rechter vooringenomen is. De stelling van verzoeker dat de rechter de schijn van partijdigheid heeft gewekt door te stellen dat zijn woning onverkoopbaar is, wordt verworpen. De rechter heeft deze opmerking niet als feit gepresenteerd, maar als een stelling van verzoeker.
Daarnaast wordt het argument van verzoeker dat de rechter niet alle relevante stukken heeft opgevraagd, eveneens afgewezen. Het is aan de rechter om te bepalen welke stukken aan het dossier worden toegevoegd. De wrakingskamer concludeert dat er geen grond is voor de vrees van verzoeker dat de rechter vooringenomen is. Het verzoek tot wraking wordt afgewezen, evenals de overige verzoeken van verzoeker, die buiten het wettelijk toetsingskader vallen. De procedures onder de zaaknummers AWB 12/6115 en 13/1909 zullen worden voortgezet in de stand waarin zij zich bevonden op het moment van het wrakingsverzoek.