ECLI:NL:RBGEL:2013:5800

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 december 2013
Publicatiedatum
17 december 2013
Zaaknummer
05/780025-13
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in mensenhandelzaak met slachtoffers uit Roemenië

Op 17 december 2013 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 29-jarige man die werd beschuldigd van mensenhandel. De verdachte was aangeklaagd door de officier van justitie, mr. E.D.I. Martens, voor het werven, vervoeren en uitbuiten van twee slachtoffers, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], die beiden uit Roemenië afkomstig waren. De tenlastelegging omvatte verschillende vormen van uitbuiting, waaronder het werven van de slachtoffers voor prostitutie en het gebruik maken van hun kwetsbare positie.

Tijdens de zittingen op 24 juni, 9 september en 2 en 3 december 2013, heeft de verdediging, vertegenwoordigd door mr. R.A.C. Frijns, betoogd dat er geen wettig en overtuigend bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de prostitutiewerkzaamheden van de slachtoffers. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en de bewijsvoering van de officier van justitie zorgvuldig gewogen.

De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor de tenlastegelegde feiten. Zowel de officier van justitie als de verdediging waren van mening dat de betrokkenheid van de verdachte niet kon worden aangetoond. De rechtbank sprak de verdachte dan ook vrij van de beschuldigingen van mensenhandel, omdat niet was aangetoond dat hij de slachtoffers had geworven of hen had gedwongen tot prostitutie.

De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit mr. T.P.E.E. van Groeningen (voorzitter), mr. J.M.J.M. Doon en mr. H.T. Wagenaar. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag, 17 december 2013.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Promis II
Parketnummer : 05/780025-13
Datum zitting : 24 juni 2013, 9 september 2013, 2 en 3 december 2013
Datum uitspraak : 17 december 2013
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte],
geboren op :[geboortedatum]
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier in Nederland.
Raadsman : mr. R.A.C. Frijns, advocaat te Arnhem.
Officier van justitie : mr. E.D.I. Martens.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari
2013 tot en met 9 april 2013 te Voorthuizen en/of te Ede en/of in elders in
Nederland en/of in Roemenië,
(lid 3, onder 1°)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal (telkens),
een ander, te weten, [slachtoffer 1] (geboren[geboortedatum])
(lid 1, onder 2°)
heeft/hebben geworven en/of vervoerd en/of gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting, terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en/of
(lid 1, onder 3°)
[slachtoffer 1] heeft/hebben aangeworven en/of medegenomen en/of ontvoerd, met het oogmerk die [slachtoffer 1] in een ander land, te weten Nederland, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling,
en/of
(lid 1, onder 5°)
die [slachtoffer 1] ertoe heeft/hebben gebracht zich beschikbaar te stellen tot het
verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling en/of enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij, verdachte en/of diens
mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1]
zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en/of
(lid 1, sub 8°)
opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit seksuele handelingen van die
[slachtoffer 1] met of voor een derde tegen betaling, terwijl voornoemde [slachtoffer 1] de
leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt,
immers heeft/hebben verdachte en/of diens mededader(s) (telkens)
- die [slachtoffer 1] via een (contact)bureau in Roemenië geworven voor de prostitutie
in Nederland en/of
- aan die [slachtoffer 1] een adres verstrekt in Voorthuizen, althans in Nederland,
waar die [slachtoffer 1] in de prostitutie kon gaan werken en/of
- die [slachtoffer 1] vanuit Roemenië naar Nederland gebracht en/of laten brengen
en/of
- die [slachtoffer 1] onderdak gegeven in een woning en/of
- die [slachtoffer 1] geholpen om een seksadvertentie te maken en/of op internet te
plaatsen en/of
- de klantentelefoon beheerd en/of afspraken gemaakt met klanten voor die
[slachtoffer 1] en/of
- die [slachtoffer 1] naar klanten gebracht en/of klanten laten ontvangen en/of
- ( een deel van) het door die [slachtoffer 1] verdiende geld ingenomen en/of geholpen
om het geld naar Roemenië te sturen;
2.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2013 tot en met 9 april 2013 te Voorthuizen en/of te Ede en/of te Wageningen en/of
te Amsterdam en/of elders in Nederland en/of in Roemenië
(lid 3, onder 1°)
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal (telkens),
een ander, genaamd [slachtoffer 2],
(lid 1, onder 1°)
door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door
dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden, door afpersing,
fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden
voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, heeft/hebben geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen met
het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 2],
en/of
(lid 1, onder 3°)
die [slachtoffer 2] heeft/hebben aangeworven en/of medegenomen en/of ontvoerd, met het
oogmerk die [slachtoffer 2] in een ander land, te weten Nederland, ertoe te brengen
zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van één of meer seksuele
handelingen met of voor een derde tegen betaling,
en/of
(lid 1, onder 4°)
die [slachtoffer 2] door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden
en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden, door
afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke
omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare
positie heeft/hebben gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het
verrichten van arbeid en/of diensten en/of onder de onder 1° van dit artikel genoemde omstandigheden, te weten dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden, door afpersing, fraude,
misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden
voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen waarvan hij, verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten,
en/of
(lid 1, onder 6°)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van die [slachtoffer 2], en/of
(lid 1, onder 9°)
met één of meerdere van de onder 1° genoemde middelen, te weten dwang en/of
geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door dreiging met
geweld en/of één of meer andere feitelijkheden, door afpersing, fraude,
misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden
voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie die [slachtoffer 2] heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen hem, verdachte en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met en/of voor een derde,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
- terwijl die [slachtoffer 2] de Nederlandse taal niet beheerst en/of
- terwijl die [slachtoffer 2] schulden heeft bij verdachte en/of diens mededader(s),
- die [slachtoffer 2] aangeboden in Nederland werk voor haar te regelen en/of met die
[slachtoffer 2] gesproken over prostitutiewerk in Nederland en/of
- die [slachtoffer 2] vanuit Roemenië naar Nederland gebracht en/of laten brengen en/of
- die [slachtoffer 2] onderdak gegeven in meerdere, althans een woning(en) en/of
- voor die [slachtoffer 2] een seksadvertentie gemaakt en/of op internet geplaatst en/of
- de klantentelefoon beheerd en/of afspraken gemaakt met klanten voor die
[slachtoffer 2] en/of
- die [slachtoffer 2] naar klanten gebracht en/of klanten laten ontvangen en/of
- ( een deel van) het door die [slachtoffer 2] verdiende geld ingenomen en/of geholpen om
het geld naar Roemenië te sturen,
door welke feiten en omstandigheden voor voornoemde [slachtoffer 2] een (afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen
onttrekken en/of ten gevolge waarvan zij geen weerstand aan verdachte en/of
zijn mededader(s) heeft kunnen bieden;

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is laatstelijk op 2 en 3 december 2013 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte niet verschenen. De raadsman van verdachte, mr. R.A.C. Frijns, advocaat te Arnhem, heeft verklaard uitdrukkelijk gemachtigd te zijn om namens verdachte het woord te voeren.
De officier van justitie, mr. E.D.I. Martens, heeft gerekwireerd dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2].
De raadsman van verdachte heeft het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte enige betrokkenheid heeft gehad bij prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2].
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1 ([slachtoffer 1])
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte een voor het tenlastegelegde relevante betrokkenheid heeft gehad bij de prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer 1].
Feit 2 ([slachtoffer 2])
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte [slachtoffer 2] vanuit het buitenland (Roemenië) heeft aangeworven, meegenomen of ontvoerd om haar ertoe te brengen in Nederland in de prostitutie te gaan werken, dat hij in relatie tot haar prostitutiewerkzaamheden gebruik heeft gemaakt van de een in artikel 273f sub 1, 4, of 9 genoemde middelen, of dat hij heeft geprofiteerd van haar uitbuiting (door een ander).
ConclusieDe rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder feit 1 en 2 is tenlastegelegd en zal verdachte daarvan vrijspreken.

4.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van de onder
1 en 2tenlastegelegde feiten.
Aldus gewezen door:
mr. T.P.E.E. van Groeningen (voorzitter), mr. J.M.J.M. Doon en mr. H.T. Wagenaar, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.W.M. Heutinck en L.J.M. Visser, griffiers
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op
17 december 2013.