In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 12 december 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Coöperatieve [X] B.A. en de inspecteur van de Belastingdienst/Rivierenland over een naheffingsaanslag omzetbelasting. De eiseres, een inkooporganisatie voor retailorganisaties, had over de jaren 2009 en 2010 een naheffingsaanslag van € 34.560 ontvangen, die betrekking had op promotionele acties waarbij prijzen werden weggegeven aan consumenten. De inspecteur stelde dat deze acties moesten worden aangemerkt als kansspelen, waardoor de aftrek van voorbelasting niet was toegestaan. Eiseres had de omzetbelasting die aan haar in rekening was gebracht, als voorbelasting in aftrek gebracht.
Tijdens de zitting op 22 oktober 2013 werd het standpunt van eiseres verdedigd door haar gemachtigden en vertegenwoordigers. De rechtbank oordeelde dat de prijzen die via radiostations werden weggegeven, als leveringen tegen vergoeding in natura moesten worden aangemerkt. Dit leidde tot de conclusie dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd voor deze specifieke leveringen. Echter, de rechtbank oordeelde ook dat de promotionele acties als meerdere prestaties moesten worden gezien, waarbij de kosten van deze acties onderdeel uitmaakten van de prijzen van de producten die eiseres verkocht.
De rechtbank concludeerde dat de verstrekking van de prijzen in het kader van de promotionele acties als verstrekking om niet moest worden gekwalificeerd. Dit leidde tot de conclusie dat de naheffingsaanslag ten onrechte was opgelegd, omdat eiseres recht had op aftrek van de omzetbelasting die zij had betaald in verband met deze acties. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar, en verminderde de naheffingsaanslag tot € 13.063. Tevens werd de heffingsrente overeenkomstig verminderd en werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres.