In deze zaak heeft de kantonrechter te Zutphen op 28 november 2013 uitspraak gedaan in een procedure waarin klagers klachten hebben ingediend tegen hun bewindvoerder. De klachten zijn ingediend door zes klagers, die allen in persoon procederen, en zijn gericht tegen de bewindvoerder, vertegenwoordigd door mr. K.W.A. Wools. De procedure is gestart met een verzoekschrift op 18 februari 2013, gevolgd door een verweerschrift van de bewindvoerder op 2 april 2013 en diverse producties en correspondentie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er eerder een bewind was ingesteld over de goederen van twee rechthebbenden, met benoeming van de bewindvoerder. De klagers hebben verschillende klachten geuit, waaronder het onterecht kopen van auto’s door de rechthebbenden, problemen met de Rabobank en het niet tijdig voldoen van huurbetalingen. De kantonrechter heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat de bewindvoerder niet verwijtbaar heeft gehandeld. De kantonrechter heeft de klagers sub 1 en sub 3 tot en met 6 niet ontvankelijk verklaard en de klachten ongegrond verklaard. Tevens zijn de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De beslissing is openbaar uitgesproken door de kantonrechter.