Op 25 november 2013 heeft de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, het verzoek tot wraking van de rechters afgewezen. Het verzoek was ingediend door Gevi Gorssel B.V., Gevi International B.V., Holding Silest B.V., Lest Beheer B.V. en Siles Beheer B.V. (hierna gezamenlijk aangeduid als Gevi c.s.), vertegenwoordigd door advocaten mr. V.R.M. Appelman en mr. J.M.J. Arts. De wraking was gericht tegen de rechters mr. K.H.A. Heenk, mr. M.A.M. Vaessen en mr. E. Boerwinkel, die betrokken waren bij een civiele procedure tussen Gevi c.s. en de Coöperatieve Rabobank Apeldoorn en omgeving U.A. en de curatoren van Eurocommerce Holding B.V.
Gevi c.s. voerden aan dat de onpartijdigheid van de rechters in het geding was, omdat zij geen gelegenheid hadden gekregen om te reageren op nieuwe producties die door de tegenpartij waren ingediend. De rechters stelden echter dat zij niet betrokken waren bij de beslissing om het pleidooi te weigeren en dat de procedure voortvarend moest worden voortgezet. De rechtbank oordeelde dat de door Gevi c.s. aangevoerde gronden niet voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van een gebrek aan onpartijdigheid.
De rechtbank benadrukte dat een verzoek tot wraking niet kan dienen als een verkapt rechtsmiddel tegen onwelgevallige beslissingen van de rechter. De beslissing van de rolrechter om het pleidooi te weigeren werd niet als een rolbeschikking beschouwd, maar als een tussenvonnis waartegen hoger beroep openstaat. Gelet op deze overwegingen werd het wrakingsverzoek afgewezen en werd bepaald dat de procedure zou worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van indiening van het wrakingsverzoek.