ECLI:NL:RBGEL:2013:4866

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 november 2013
Publicatiedatum
27 november 2013
Zaaknummer
C/06/122370 / HA ZA 11-521
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding bij seksueel misbruik en benoeming deskundige

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Gelderland op 27 november 2013, is een vordering tot schadevergoeding ingediend door eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.H. Poortman-de Boer, tegen gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. H. Grootjans. De zaak betreft schadevergoeding als gevolg van seksueel misbruik. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 11 september 2013 partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de benoeming van een deskundige. Partijen hebben overeenstemming bereikt over het inschakelen van een deskundige van bureau Heling & Partners, te weten de heer J.A.M. Pigge, gecertificeerd registerarbeidsdeskundige. De rechtbank heeft het voorschot op de kosten van de deskundige vastgesteld op € 8.000,-, inclusief BTW, en gedaagde belast met de betaling hiervan. De deskundige is belast met het beantwoorden van specifieke vragen over het carrièreverloop en verdienvermogen van eiser, zowel in de situatie zonder het misbruik als met de huidige mentale beperkingen. De rechtbank heeft de deskundige opgedragen om binnen drie maanden na de beslissing een schriftelijk rapport in te dienen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling na het deskundigenbericht.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/06/122370 / HA ZA 11-521
Vonnis van 27 november 2013
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats],
eiser,
advocaat mr. L.H. Poortman-de Boer te Drachten,
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats],
gedaagde,
advocaat mr. H. Grootjans te Doetinchem.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 11 september 2013
  • de reactie van [gedaagde] bij formulier B16.

2.De nadere instructie van de zaak

2.1.
Bij voormeld tussenvonnis zijn partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de te benoemen deskundige en de aan deze te stellen vragen.
2.2.
Tussen partijen bestaat overeenstemming om een deskundige in te schakelen die is verbonden aan het bureau Heling & Partners. Partijen hebben de rechtbank verzocht om binnen voornoemd bureau een deskundige te zoeken.
De rechtbank heeft de heer J.A.M. Pigge, gecertificeerd registerarbeidsdeskundige bereid gevonden om in deze als deskundige op te treden. De heer Pigge zal daarom als deskundige worden benoemd. Als voorschot op zijn honorarium heeft de deskundige een bedrag van € 7.816,60 (inclusief BTW) verlangd. Dit bedrag komt de rechtbank -gegeven de deskundigheid van de heer Pigge en de complexiteit van de vraagstelling- niet onredelijk voor.
[gedaagde] zal ook ditmaal weer worden belast met de integrale voldoening van het voorschot, dat zal worden afgerond op € 8.000,-- (inclusief BTW).
2.3.
Aan deze deskundige zullen de in de beslissing vermelde vragen worden voorgelegd.
2.4.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
2.5.
De rechtbank ziet geen aanleiding om tussentijds hoger beroep van deze tussenbeslissing toe te staan. Zij zal de beslissing over het voorschot ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
2.6. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
I: Uitgaande van de situatie dat het seksueel misbruik met al zijn gevolgen voor het psychiatrisch functioneren van [eiser] niet zou hebben plaatsgevonden.
Wat zou naar uw inschatting de meest waarschijnlijke universitaire opleiding zijn geweest die [eiser] zou hebben gekozen vanwege zijn belangstelling en gelet op de door hem genoten middelbare vooropleiding met succes hebben kunnen afronden?
Wat zou het carrièreverloop van [eiser] zijn geweest indien hij bedoelde universitaire opleiding zou hebben afgerond? Wilt u bij de beantwoording van deze vraag ook de te verwachten arbeidsduur per week bepalen en de periode(en) waarover betrokkene in dat geval vermoedelijk op de arbeidsmarkt werkzaam zou zijn geweest?
Tot welke leeftijd wordt het beroep/de functie die [eiser] zou hebben uitgeoefend, doorgaans uitgeoefend?
Kunt u bepalen wat - uitgaande van uw antwoord op vraag a, b en c - het reële verdienvermogen, zowel bruto als netto, van de door [eiser] te verrichten arbeid zou zijn geweest?
II: Uitgaande van de situatie van een afgeronde HBO studie Forensic Sciences met de gegeven mentale beperkingen van [eiser].
Kunt u bepalen hoe het carrièreverloop van [eiser] naar alle waarschijnlijkheid zal verlopen? Wat zal in dit geval het meest waarschijnlijke reële verdienvermogen zijn, zowel bruto als netto, van de door [eiser] vervulde en te vervullen functie? Wilt u het verdienvermogen bepalen in het geval dat [eiser] in staat is om drie dagen per week te werken alsmede in het geval dat [eiser] in staat is om vier dagen per week te werken?
Tot welke leeftijd wordt het beroep /de functie die in de gegeven omstandigheden naar alle waarschijnlijkheid door [eiser] zal worden uitgeoefend, doorgaans uitgeoefend? Geven de beperkingen van [eiser] u aanleiding om te veronderstellen dat hij het verrichten van loonvormende arbeid eerder zal beëindigen dan het geval zou zijn geweest indien [eiser] geen beperkingen zou hebben gehad? Indien u deze vraag bevestigend beantwoordt, op welke leeftijd zou [eiser] dan met werken zijn gestopt?
Tot slot:
g. Zijn er nog andere punten die volgens u van belang kunnen zijn voor de verdere beoordeling van deze zaak?
3.2.
benoemt tot deskundige:
J.A.M. Pigge, gecertificeerd registerarbeidsdeskundige verbonden aan het bureau
Heling & Partners,
correspondentieadres: [adres en plaats],
bezoekadres: [adres en plaats],
telefoon: [telefoonnummer],
fax: [faxnummer],
emailadres:[e-mailadres],
het voorschot
3.3.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van € 8.000,-- (inclusief BTW),
3.4.
bepaalt dat [gedaagde] het voorschot dient over te maken op rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van MVJ 5740 Arnhem onder vermelding van "voorschot deskundigenrapport" inzake [eiser]/[gedaagde], zaak- en rolnummer C/06/122370 / HA ZA 11-521, en wel
binnen twee wekenna heden,
3.5.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
3.6.
bepaalt dat partijen hun procesdossier in afschrift aan de deskundige dienen te doen toekomen,
3.7.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
3.8.
wijst de deskundige er op dat:
  • de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
  • de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
3.9.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
3.10.
draagt de deskundige op om uiterlijk drie maanden na deze beslissing een schriftelijk en ondertekend bericht ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
3.11.
wijst de deskundige er op dat:
  • uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
  • de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
3.12. bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
overige bepalingen
3.13.
bepaalt dat de zaak op de rol zal komen van
19 maart 2014, voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van [eiser],
3.14.
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad,
3.15.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.M. Strens-Meulemeester en in het openbaar uitgesproken op 27 november 2013. [1]

Voetnoten

1.Th/St