In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, staat de aansprakelijkheid van de bestuurders van Lourdes Projecten centraal. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 1 juni 2011 geoordeeld dat de aansprakelijkheid van de bestuurders pas aan de orde komt als vaststaat dat Lourdes Projecten toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verbintenissen uit de aannemingsovereenkomst. De rechtbank heeft vastgesteld dat niet is komen vast te staan dat Lourdes Projecten toerekenbaar tekort is geschoten, waardoor de aansprakelijkheid van de bestuurders niet aan de orde komt. De vorderingen van Justus Magnus B.V. zijn afgewezen.
De procedure begon met een vordering van Justus Magnus B.V. tegen Lourdes Projecten, waarbij Justus Magnus stelde dat Lourdes Projecten haar verplichtingen niet was nagekomen. De rechtbank heeft verschillende bewijsstukken en getuigenverklaringen beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat Justus Magnus niet kon aantonen dat Lourdes Projecten tekort was geschoten. De rechtbank heeft ook de rol van de zekerheidsclausule in de overeenkomst tussen partijen besproken en vastgesteld dat Justus Magnus niet in staat was om de vereiste zekerheid te bieden voor de openstaande bouwsom.
In reconventie hebben de gedaagden gevorderd dat Justus Magnus het beslag opheft dat zij onder de heer [gedaagde 1] had gelegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen sprake was van bestuurdersaansprakelijkheid, waardoor de vordering tot opheffing van het beslag toewijsbaar was. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij partijen hun eigen kosten dragen. De rechtbank heeft de vorderingen van Justus Magnus in conventie afgewezen en de vorderingen in reconventie toegewezen, met een veroordeling tot het betalen van proceskosten.