Hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2006
tot en met 31 juli 2007, in de gemeente Aalten en/of Doetinchem en/of Heerlen
en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer andere rechtsperso(o)n(en) en/of met
één of meer natuurlijke perso(o)n(en), althans alleen,
als ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting (telkens) opzettelijk
(een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene
wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n) voor de omzetbelasting
ten name gesteld van[verdachte] (onderneming [bedrijfsnaam 1])
over één of meer maand(en) in de/het ja(a)r(en) 2006 en/ of 2007 (bijlage D08
t/m D-18-13 onjuist en/of onvolledig heeft gedaan bij het Hoofd van de
Belastingdienst/Oost, kantoor Doetinchem / Belastingdienst te Apeldoorn en/of
Heerlen
terwijl die/dat feit(en) er (telkens) toe strekte(n) dat te weinig belasting
wordt geheven; hebbende die onjuistheid of onvolledigheid (telkens) hierin
bestaan, dat in de (elektronische) aangifte(n)
- een verkeerd en/of onjuist en/of te hoog bedrag aan voorbelasting(en) en/of
- een verkeerd en/of onjuist en/of te hoog bedrag aan bedrag waarover
omzetbelasting wordt berekend en/of
- ( een) te la(a)g(e) bedrag(en) aan omzet en/of
- ( een) te la(a)g(e) bedrag(en) aan (verschuldigde) omzetbelasting en/of
- ( een) te ho(o)g(e) bedrag(en) aan (terug te ontvangen) omzetbelasting
werd opgegeven/aangegeven/vermeld;
En/of
[bedrijfsnaam 1] (en/of [bedrijfsnaam 6]) op één of meer
tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 31 mei 2007 tot en met 31
januari 2010, in de gemeente Aalten en/of Doetinchem en/of Heerlen en/of
(elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer andere
rechtsperso(o)n(en) en/of met één of meer natuurlijke perso(o)n(en), althans
alleen,
als ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting
(telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als
bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n)
voor de omzetbelasting ten name gesteld van fiscale eenheid [bedrijfsnaam 6]
B.V., [bedrijfsnaam 1] B.C, C.S,
over één of meer maand(en) in de/het ja(a)r(en) 2007 en/of 2008 en/of 2009
(bijlage D-9 t/m D-9-30) onjuist en/of onvolledig heeft gedaan bij het Hoofd
van de Belastingdienst/Oost, kantoor Doetinchem / Belastingdienst te Apeldoorn
en/of Heerlen terwijl die/dat feit(en) er (telkens) toe strekte(n) dat te
weinig belasting wordt geheven;
hebbende die onjuistheid of onvolledigheid
(telkens) hierin bestaan, dat in de (elektronische) aangifte(n)
- een verkeerd en/of onjuist en/of te hoog bedrag aan voorbelasting(en) en/of
- een verkeerd en/of onjuist en/of te hoog bedrag aan bedrag waarover
omzetbelasting wordt berekend en/of
- ( een) te la(a)g(e) bedrag(en) aan omzet en/of
- ( een) te la(a)g(e) bedrag(en) aan (verschuldigde) omzetbelasting en/of
- ( een) te ho(o)g(e) bedrag(en) aan (terug te ontvangen) omzetbelasting
werd opgegeven/aangegeven/vermeld;
tot het plegen van welke bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte, al dan
niet tezamen met een ander of anderen, (telkens) opdracht heeft gegeven, dan
wel aan welke verboden gedraging(en) verdachte, al dan niet tezamen met een
ander of anderen, (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is
gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
art 68 lid 2 ahf/ond a Algemene wet inzake rijksbelastingen
art 69 lid 2 Algemene wet inzake rijksbelastingen
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Aanleiding van het onderzoek
Op 26 oktober 2009 is door de Belastingdienst Oost kantoor Almelo een boekenonderzoek ingesteld bij [bedrijfsnaam 6] (waaronder [bedrijfsnaam 1]. en [bedrijfsnaam 2]) en verdachte in zijn hoedanigheid van eenmanszaak. Aanleiding voor het boekenonderzoek was dat door [bedrijfsnaam 6] over de te controleren jaren alleen maar negatieve aangiften omzetbelasting werden aangeleverd. Tijdens het boekenonderzoek is een tweetal vermoedelijk fictieve goederenstromen vastgesteld in de eenmanszaak van verdachte. Door de FIOD is vervolgens een opsporingsonderzoek gestart tegen verdachte en de aan hem gelieerde rechtspersonen.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerequireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 en 2 tenlastegelegde. Ter terechtzitting heeft hij de bewijsmiddelen opgesomd en heeft die in zijn op schrift gestelde requisitoir toegelicht.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte onder druk en bedreiging heeft meegewerkt aan het opmaken en verwerken van diverse valse facturen. Daarnaast is door de verdediging aangevoerd dat een andere beweegreden voor het opmaken en het verwerken van de valse facturen was om een hogere omzet te genereren teneinde het door de bank verstrekte krediet te behouden dan wel te kunnen verhogen.
De raadsvrouw heeft een en ander verwoord zoals weergegeven in de door haar overgelegde en in het dossier gevoegde pleitnota.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank gaat bij de beoordeling van de ten laste gelegde feiten uit van de volgende feiten en omstandigheden. De verschillende verklaringen en bevindingen zijn hierna zakelijk en verhalenderwijs weergegeven.
Met betrekking tot feit 1
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
- De verklaring van verdachte tegenover zowel de FIODals tegenover de meervoudige kamer van de rechtbank.
- De zich in het dossier bevindende valse facturen zoals die in de debiteuren-, inkoop-, verkoop- en bedrijfsadministratie van verdachte en de aan hem gelieerde rechtspersonen zijn opgenomen en verwerkt.
- De verklaringen van getuigen namens de bedrijven die zijn genoemd in de tenlastelegde facturen.
Met betrekking tot feit 2
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
- De verklaring van verdachte tegenover de FIOD.
- De verklaring van (mede)verdachte [medeverdachte] tegenover de FIOD.
- De aangiften omzetbelasting over de tijdvakken januari 2006 tot en met juni 2007 ten name van verdachte, de aangiften omzetbelasting over de tijdvakken juli 2007 tot en met december 2009 ten name van de fiscale eenheid [bedrijfsnaam 6] en[bedrijfsnaam 1].
- De bevindingen met betrekking tot voornoemde aangiften omzetbelasting.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
Hij in de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 mei 2007, in de gemeente Aalten en elders in Nederland,
telkens een digitale debiteuren- en verkoop- en inkoop- en bedrijfsadministratie (van [bedrijfsnaam 1] en [bedrijfsnaam 2])
- elk zijnde een samenstel van geschriften dat in onderlinge samenhang bestemd was om te dienen tot bewijs van het daaringestelde, valselijk heeft opgemaakt,
met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, hebbende dat valselijk opmaken telkens hierin bestaan, dat in die
debiteuren- en verkoop- en inkoop- en bedrijfsadministratie
- valse inkoopfacturen waren opgenomen en verwerkt, waaronder
( a) een inkoopfactuur van de [bedrijfsnaam 3] d.d. 05-01-2006 (factuur
[nr]) gericht aan [bedrijfsnaam 1] (door [bedrijfsnaam 1] te betalen
EUR 31.130,40) (dossier vindplaats D-016-01) en
( b) een inkoopfactuur van de [bedrijfsnaam 3] d.d. 24-08-2006 (factuur[nr]) gericht
aan [bedrijfsnaam 1] (door [bedrijfsnaam 1] te betalen EUR 27.855,52)
(dossier vindplaats D-16-13) en
( c) een inkoopfactuur van [bedrijfsnaam 4]. d.d. 15-01-2007 (factnr. [nr])
gericht aan [bedrijfsnaam 1] (door [bedrijfsnaam 1] te betalen EUR
95.676,00) (dossier vindplaats D-003-02)
en valse verkoopfacturen waren opgenomen en verwerkt, waaronder
( a) een verkoopfactuur van [bedrijfsnaam 1] d.d. 23-09-2006
(factuurnummer[nr]) gericht aan de heer [betrokkene 1](door [bedrijfsnaam 1]
te ontvangen EUR 13.302,58) (dossier vindplaats D-02-23) en
(b)een verkoopfactuur van [bedrijfsnaam 1] d.d. 23-09-2006
(factuurnummer [nr]) gericht aan[betrokkene 2] (door [bedrijfsnaam 1]
te ontvangen EUR 16.628,22) (dossier vindplaats D-02-24) en
(c)een verkoopfactuur van [bedrijfsnaam 1] d.d. 23-09-2006
(factuurnummer [nr]) gericht aan [bedrijfsnaam 5]. (door [bedrijfsnaam 1]
te ontvangen EUR 27.202,51) (dossier vindplaats D-02-26)
- valse kreditfacturen waren opgenomen en verwerkt, waaronder
(a)een kreditfactuur van [bedrijfsnaam 4]. d.d. 31-01-2007 (factnr. [nr])
gericht aan [bedrijfsnaam 1] (waarop zowel geleverde als afgenomen
producten staan vermeld) (door [bedrijfsnaam 1] te ontvangen EUR
191.571,30) (dossier vindplaats D-003-05) en
( b) een kreditfactuur van [bedrijfsnaam 4]. d.d. 20-03-2007 (factnr. [nr])
gericht aan [bedrijfsnaam 1] (waarop zowel geleverde als afgenomen
producten staan vermeld) (door [bedrijfsnaam 1] te ontvangen EUR
215.634,00 (dossier vindplaats D-03-11) en
[bedrijfsnaam 1] en [bedrijfsnaam 6] in de periode van 31 mei 2007 tot en met 31 januari 2010, in de gemeente Aalten en elders in Nederland,
telkens een digitale debiteuren- en verkoop- en inkoop- en bedrijfsadministratie, - elk zijnde een samenstel van geschriften dat in onderlinge samenhang bestemd was om te dienen tot bewijs van het daaringestelde - valselijk hebben opgemaakt met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, hebbende dat valselijk opmaken telkens hierin bestaan, dat in die debiteuren- en verkoopadministratie en inkoopadministratie en bedrijfsadministratie
- telkens valse inkoopfacturen waren opgenomen en verwerkt, waaronder
(a)een inkoopfactuur van [bedrijfsnaam 4]. d.d. 06-07-2007 (factnr. [nr])
gericht aan [bedrijfsnaam 1] (door [bedrijfsnaam 1] te betalen EUR
71.971,20) (Dossier vindplaats D-003-17) en
(b)een inkoopfactuur van [bedrijfsnaam 4]. d.d. 25-10-2007 (factnr. [nr])
gericht aan [bedrijfsnaam 1] (door [bedrijfsnaam 1] te betalen EUR
48.226,92) (dossier vindplaats D-03-24) en
(c)een inkoopfactuur van [betrokkene 3] d.d. 31-03-2008 (fac.nr. [nr])
gericht aan [bedrijfsnaam 1] (door [bedrijfsnaam 1] te betalen EUR
12.750, 42 (dossier vindplaats D-15-06) en
- telkens valse verkoopfacturen waren opgenomen en verwerkt, waaronder
(a)Een verkoopfactuur van [bedrijfsnaam 1]. d.d. 30-12-2009
(factuurnummer [nr]) gericht aan [bedrijfsnaam 7] (door [bedrijfsnaam 1]
B.V. te ontvangen EUR 48.240,69) (dossier vindplaats D-007-01)
en
(b)Een verkoopfactuur van[bedrijfsnaam 1]. d.d. 30-12-2009
(factuurnummer [nr]) gericht aan [bedrijfsnaam 7] (door [bedrijfsnaam 1]
B.V. te ontvangen EUR 102.189,50) (dossier vindplaats D-007-05)
en
(c)Een verkoopfactuur van [bedrijfsnaam 1]. d.d. 30-12-2009
(factuurnummer [nr]) gericht aan [betrokkene 3] (door [bedrijfsnaam 1]
te ontvangen EUR 6.556,31) (dossier vindplaats D-015-16)
- telkens valse kreditfacturen waren opgenomen en verwerkt, waaronder
(a)een kreditfactuur van [bedrijfsnaam 4]. d.d. 07-07-2007 (factnr. [nr])
gericht aan [bedrijfsnaam 1] (waarop enkel door hun afgenomen producten
staan vermeld) (door [bedrijfsnaam 1] te ontvangen EUR 45.079,47) (dossier
vindplaats D-003-18) en
(b)Een kreditfactuur van [bedrijfsnaam 4]. d.d. 30-08-2007 (factnr. [nr])
gericht aan [bedrijfsnaam 1] (waarop enkel door hun afgenomen goederen
staan vermeld) (door [bedrijfsnaam 1] te ontvangen EUR 48.884,42)
(vindplaats dossier D-003-22)
zulks terwijl hij, verdachte, feitelijk leiding heeft gegeven aan bovenomschreven verboden gedragingen;