ECLI:NL:RBGEL:2013:4267
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.J.M. Besselink
- L. van Gijn
- S.A. van Hoof
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vergoeding van planschade door de gemeente Oost Gelre
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 5 november 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen Erve Kots B.V., eiseres, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oost Gelre, verweerder. Eiseres had een verzoek ingediend om vergoeding van planschade als gevolg van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan "Buitengebied 1998, herziening 31, kaasboerderij Eimersweg 3 te Lievelde". Het verzoek werd afgewezen door verweerder, die het ingediende bezwaar ongegrond verklaarde. Eiseres was van mening dat de planologische wijziging leidde tot een waardeverlies van haar perceel, omdat de uitbreidingsmogelijkheden van de horecavoorzieningen van de kaasboerderij de unieke aantrekkingskracht van haar perceel zouden verminderen.
De rechtbank overwoog dat toegenomen concurrentie als gevolg van planologische mutaties niet als een ruimtelijk relevant gevolg kan worden beschouwd. De waarde van bedrijfsmatige objecten wordt doorgaans niet in significante mate beïnvloed door factoren zoals uitzicht, geluid en privacy, tenzij deze de exploitatie wezenlijk nadelig beïnvloeden. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een planologisch nadeliger situatie voor eiseres en dat de SAOZ, die het verzoek had beoordeeld, terecht had geconcludeerd dat er geen planschade was. Eiseres kon zich niet verenigen met deze conclusie en voerde aan dat de SAOZ ten onrechte de toegenomen concurrentie als niet relevant beschouwde.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanknopingspunten waren om te twijfelen aan de juistheid van het advies van de SAOZ. De rechtbank achtte geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en werd openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden binnen zes weken hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.