Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[gedaagde 1]
[gedaagde 2]
1.De procedure
- het tussenvonnis van 26 juni 2013
- het proces-verbaal van comparitie van 2 september 2013.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Gelderland, stond de eigendom van een strook grond centraal. De eiser, wonende te [woonplaats], vorderde dat de gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2], de strook grond aan hem zouden overdragen. De eiser stelde dat de strook grond, die door de gedaagden in gebruik was, zijn eigendom was op basis van de kadastrale gegevens en een grensreconstructie die op 7 juli 2008 was uitgevoerd. De rechtbank oordeelde dat de strook grond inderdaad deel uitmaakte van het perceel van de eiser, zoals vastgelegd in de notariële akten van levering. De rechtbank wees de vordering van de eiser toe en veroordeelde de gedaagden om de strook grond aan de eiser ter hand te stellen, onder verbeurte van een dwangsom bij niet-nakoming.
In reconventie vorderden de gedaagden dat de rechtbank zou verklaren dat de strook grond bij hun perceel F29 hoorde en dat de eiser zou moeten meewerken aan een correctie van de kadastrale registratie. De rechtbank verwierp deze vorderingen, oordelend dat de gedaagden niet konden aantonen dat zij eigenaars waren van de strook grond, noch dat zij door verjaring eigenaar waren geworden. De rechtbank concludeerde dat de vorderingen van de gedaagden in reconventie niet konden slagen, en dat de eiser recht had op de strook grond.
De rechtbank legde de proceskosten ten laste van de gedaagden, die als in het ongelijk gestelde partijen werden aangemerkt. Dit vonnis werd uitgesproken op 16 oktober 2013 door mr. J.R. Veerman.