ECLI:NL:RBGEL:2013:4079

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 oktober 2013
Publicatiedatum
24 oktober 2013
Zaaknummer
05/860515-13
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor diefstal met geweld, afpersing en poging tot oplichting

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 24 oktober 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal met geweld, afpersing en poging tot oplichting. De verdachte, geboren in 1994 en thans gedetineerd, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. J. Vlug. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten die zich op 2 februari 2013 in Nijmegen hebben afgespeeld, waarbij de verdachte samen met anderen een gewelddadige overval heeft gepleegd op een benadeelde. De verdachte heeft de benadeelde onder bedreiging met een mes gedwongen tot de afgifte van geld en goederen, waaronder een mobiele telefoon en een gouden ring. Daarnaast heeft de verdachte geprobeerd de benadeelde te misleiden door zich voor te doen als minderjarige en een afspraak te maken voor seksuele handelingen, waarvoor hij een geldbedrag van 200 euro vroeg.

Tijdens de zitting op 10 oktober 2013 zijn de bewijsmiddelen besproken, waaronder de aangifte van de benadeelde en de verklaring van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, vooral omdat deze plaatsvonden in de woning van het slachtoffer, wat een gevoel van onveiligheid creëert. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals zijn leeftijd en blanco strafblad, maar oordeelde dat een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, passend was. Tevens werd de verdachte verplicht om zich te houden aan de voorwaarden van de reclassering en werd een schadevergoeding aan de benadeelde toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Promis II
Parketnummer : 05/860515-13
Datum zitting : 10 oktober 2013
Datum uitspraak : 24 oktober 2013
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte]
geboren op : [1994] te [geboorteplaats]
adres : [adres 1]
plaats : [woonplaats]
(ter terechtzitting heeft verdachte als adres opgegeven [adres 2]).
thans gedetineerd in [verblijfplaats].
Raadsman : mr. J. Vlug, advocaat te Deventer.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 02 februari 2013 te Nijmegen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 200 Euro,
althans een geldbedrag, en/of een mobiele telefoon (Samsung Smartphone) en/of
een webcam en/of een portemonnee (met inhoud) en/of een of meer andere
goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde], gepleegd met het oogmerk om
die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s): - met deels gezichtsbedekkende kleding de woonkamer van de woning van die [benadeelde] ([adres 3]) is/zijn binnengegaan en/of - die [benadeelde] onverhoeds en/of op overrompelende/agressieve wijze
heeft/hebben benaderd en/of - die [benadeelde] heeft vastgepakt en/of geduwd en/of - die [benadeelde] bij/ter hoogte van diens keel en/of hoofd en/of elders aan zijn
lichaam heeft vastgegrepen en/of vastgehouden en/of - die [benadeelde] een mes boven het hoofd en/of ter hoogte van diens borststreek
heeft gehouden en/of dat mes tegen die borststreek heeft gedrukt en/of dat mes
aan die [benadeelde] heeft getoond en/of voorgehouden en/of - meermalen, althans eenmaal tegen die [benadeelde] heeft geroepen: "Geld, geld" en/of " Drie minuten, anders steek ik je neer." , althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of - meermalen, althans eenmaal tegen die [benadeelde] heeft/hebben geschreeuwd, dan wel op dwingende toon tegen die [benadeelde] heeft/hebben gezegd: "Waar is je portemonnee? "en/of "Meer. Meer.", althans woorden van gelijke aard of strekking;
EN/OF
hij op of omstreeks 02 februari 2013 te Nijmegen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde] heeft gedwongen tot de afgifte
van een (gouden)ring, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan die [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) - met deels gezichtsbedekkende kleding de woonkamer van de woning van die [benadeelde] ([adres 3]) is/zijn binnengegaan en/of - die [benadeelde] onverhoeds en/of op overrompelende/agressieve wijze
heeft/hebben benaderd en/of - die [benadeelde] heeft vastgepakt en/of geduwd en/of - die [benadeelde] bij/ter hoogte van diens keel en/of hoofd en/of elders aan zijn
lichaam heeft vastgegrepen en/of vastgehouden en/of - die [benadeelde] een mes boven het hoofd en/of ter hoogte van diens borststreek
heeft gehouden en/of dat mes tegen die borststreek heeft gedrukt en/of dat mes
aan die [benadeelde] heeft getoond en/of voorgehouden en/of - meermalen, althans eenmaal tegen die [benadeelde] heeft geroepen: "Geld, geld" en/of " Drie minuten, anders steek ik je neer." , althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of - meermalen, althans eenmaal tegen die [benadeelde] heeft geschreeuwd, dan wel op dwingende toon tegen die [benadeelde] heeft/hebben gezegd: "Waar is je portemonnee? "en/of "Meer. Meer.", althans woorden van gelijke aard of strekking;
2.
hij op of omstreeks 02 februari 2013 te Nijmegen en/of Deventer en/of elders
in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, [benadeelde] te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag van 200 euro, althans
een geldbedrag, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk
en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid met zijn
mededader, althans alleen, - zich (via de chatsite [site]) tegenover die [benadeelde] heeft/hebben
voorgedaan als minderjarige(n) en/of - die [benadeelde] (via de chatsite [site]) heeft/hebben voorgewend dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader een afspraak met die [benadeelde] wilde/wilden
maken waarbij (tegen betaling) sexuele handelingen zouden worden verricht en/of - een foto naar die [benadeelde] heeft gestuurd en daarmee voorgewend dat (onder
andere) met de daarop afgebeelde persoon de afspraak zou worden /werd gemaakt
(terwijl de op die foto afgebeelde persoon een geheel andere persoon betrof)
en/of - tegenover die [benadeelde] heeft/hebben gedaan alsof hij/zij tegen betaling van
een geldbedrag van 200 euro sexuele handelingen met die [benadeelde] zou/zouden
verrichten en/of de nacht bij die [benadeelde] zou/zouden doorbrengen en/of - tegenover die [benadeelde] heeft/hebben gedaan alsof hij, verdachte, en zijn
mededader een (sexuele) relatie hadden en/of - tegen die [benadeelde] heeft/hebben gezegd (zakelijk weergegeven) dat hij,
[benadeelde], voorafgaand aan de sexuele handelingen moest betalen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is op 10 oktober 2013 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. J. Vlug, advocaat te Deventer.
Als benadeelde partij heeft zich schriftelijk in het geding gevoegd [benadeelde].
De officier van justitie, mr. A. Waterman, heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs [1]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
Ten aanzien van feit 1
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde], p. 34-35;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 oktober 2013.
Ten aanzien van feit 2
- het proces-verbaal van verhoor van [benadeelde], p. 38-41;
- het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 1], p. 302;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 oktober 2013.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij op 02 februari 2013 te Nijmegen tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 200 Euro, en een mobiele telefoon (Samsung Smartphone) en een webcam en een portemonnee (met inhoud) toebehorende aan [benadeelde], welke diefstal vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [benadeelde], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s): - de woonkamer van de woning van die [benadeelde] ([adres 3]) zijn binnengegaan en - die [benadeelde] onverhoeds en/of op overrompelende/agressieve wijze hebben benaderd en die [benadeelde] heeft geduwd en - die [benadeelde] bij/ter hoogte van diens keel heeft vastgegrepen en/of vastgehouden en- die [benadeelde] een mes boven het hoofd en/of ter hoogte van diens borststreek heeft gehouden en
/ofdat mes tegen die borststreek heeft gedrukt en/
ofdat mes
aan die [benadeelde] heeft getoond en/of voorgehouden en tegen die [benadeelde] heeft geroepen: "Geld, geld" en " Drie minuten, anders steek ik je neer." , en tegen die [benadeelde] heeft/hebben geschreeuwd, "Waar is je portemonnee? "en "Meer. Meer.",
EN
hij op 02 februari 2013 te Nijmegen tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en
/ofbedreiging met geweld [benadeelde] heeft gedwongen tot de afgifte van een gouden ring, toebehorende aan die [benadeelde], welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) - de woonkamer van de woning van die [benadeelde] ([adres 3]) zijn binnengegaan en - die [benadeelde] onverhoeds en/of op overrompelende/agressieve wijze
hebben benaderd en die [benadeelde] heeft geduwd en - die [benadeelde] bij/ter hoogte van diens keel heeft vastgegrepen en/of vastgehouden en- die [benadeelde] een mes boven het hoofd en/of ter hoogte van diens borststreek heeft gehouden en dat mes tegen die borststreek heeft gedrukt en dat mes aan die [benadeelde] heeft getoond en/of voorgehouden en tegen die [benadeelde] heeft geroepen: "Geld, geld" en " Drie minuten, anders steek ik je neer." , en tegen die [benadeelde] heeft/hebben geschreeuwd, "Waar is je portemonnee? "en "Meer. Meer.".
2.
hij op 02 februari 2013 te Nijmegen en Deventer ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde] te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag van 200 euro, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven bedrieglijk en in strijd met de waarheid met zijn mededader, zich (via de chatsite [site]) tegenover die [benadeelde] heeft/hebben voorgedaan als minderjarige(n) en/of - die [benadeelde] (via de chatsite [site]) hebben voorgewend dat hij, verdachte, en zijn mededader een afspraak met die [benadeelde] wilden maken waarbij (tegen betaling) sexuele handelingen zouden worden verricht en - een foto naar die [benadeelde] heeft gestuurd en daarmee voorgewend dat (onder andere) met de daarop afgebeelde persoon de afspraak zou worden gemaakt (terwijl de op die foto afgebeelde persoon een geheel andere persoon betrof) en - tegenover die [benadeelde] hebben gedaan alsof zij tegen betaling van een geldbedrag van 200 euro sexuele handelingen met die [benadeelde] zouden verrichten en de nacht bij die [benadeelde] zouden doorbrengen en - tegenover die [benadeelde] hebben gedaan alsof hij, verdachte, en zijn
mededader een (sexuele) relatie hadden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. De bewijsmiddelen worden alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
Ten aanzien van feit 2:
Medeplegen van poging tot oplichting
De feiten zijn strafbaar.

5.De strafbaarheid van verdachte

Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.

6.De motivering van de sanctie(s)

De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur 48 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarde op te leggen reclasseringstoezicht, met inbegrip van de door de Reclassering in haar rapportage genoemde voorwaarden.
De verdediging heeft verzocht aan verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf van 240 uur op te leggen, waarbij het onvoorwaardelijk gedeelte gelijk is aan het voorarrest, met bijzondere voorwaarden conform het reclasseringsrapport.
Bij de beslissing over de straf heeft de meervoudige kamer rekening gehouden met
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
 de justitiële documentatie van verdachte, gedateerd 2 juli 2013;
 een voorlichtingsrapportage van Tactus Verslavingszorg d.d. 24 september 2013, betreffende verdachte; en
 een pro justitia rapportage van drs. [psycholoog 1] en drs. [psycholoog 2], beiden GZ- psycholoog, gedateerd 23 september 2013.
De rechtbank heeft tevens rekening gehouden met de conclusie in de laatstgenoemde rapportage dat het tenlastegelegde verdachte in licht verminderde mate kan worden toegerekend.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft samen met twee anderen een man onder dreiging van een mes beroofd en afgeperst, nadat hij had gepoogd het slachtoffer op te lichten.
Dit zijn ernstige feiten, die in het algemeen een forse impact op de slachtoffers hebben. Het slachtoffer van de onderhavig feiten ondervindt nog steeds de psychische gevolgen ervan, zo blijkt uit de toelichting bij de civiele vordering. Daarnaast veroorzaken dergelijke delicten gevoelens van angst en onveiligheid binnen de samenleving in het algemeen. Dit geldt eens te meer nu de feiten hebben plaatsgevonden in de woning van het slachtoffer, een plek waar men zich juist veilig zou moeten kunnen voelen.
Naar het oordeel van de rechtbank is voor deze feiten een deels voorwaardelijke gevangenisstraf de enige passende sanctie. Gelet op de ernst van de feiten en hetgeen doorgaans in soortgelijke zaken wordt opgelegd acht de rechtbank een straf zoals door de verdediging is voorgesteld niet in overeenstemming met de ernst van het bewezenverklaarde, temeer daar het verdachte is geweest die het initiatief heeft genomen om het slachtoffer geld afhandig te gaan maken.
De rechtbank zal in het voordeel van verdachte wel rekening houden met de omstandigheden dat hij nog maar 19 jaar is, een blanco strafblad heeft en heeft meegewerkt aan het onderzoek. De rechtbank zal mede daarom de straf matigen ten opzichte van de eis van de officier van justitie.
De rechtbank ziet, gelet op verdachtes persoonlijke omstandigheden, aanleiding aan de voorwaardelijke gevangenisstraf de bijzondere voorwaarde te verbinden dat verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen van de Reclassering, inclusief de door de Reclassering in haar rapport geadviseerde voorwaarden.
6a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde [benadeelde] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de bewezenverklaarde feiten. Gevorderd wordt een bedrag van € 2388,-, waarvan € 2200,- immateriële schade betreft. De benadeelde partij vordert tevens de wettelijk rente over dit bedrag.
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 33 dagen hechtenis.
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank maar verzoekt een eventuele schadevergoedingsmaatregel slechts op te leggen voor eenderde van het te ontnemen bedrag.
De vordering van [benadeelde] is niet betwist door verdachte en komt de rechtbank voor wat betreft het materiële gedeelte geheel en voor wat betreft het immateriële bedrag tot een geschat bedrag van € 1500,- gegrond voor. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering en kan derhalve dit deel van haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter
De verdachte is niet meer tot vergoeding gehouden indien en voor zover het gevorderde door zijn mededaders is of wordt voldaan.
Ter meerdere zekerheid voor daadwerkelijke betaling aan de benadeelde partij, zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen. De rechtbank legt deze maatregel op voor het gehele bedrag, nu het naar het oordeel van de rechtbank niet op het slachtoffer dient te worden afgewenteld wanneer een van de daders geen verhaal biedt.
De gevorderde en toegewezen rente is daar niet bij inbegrepen.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar over het smartengeld vanaf 2 februari 2013 en over de overige schadeposten per 24 oktober 2013 (de datum van dit vonnis).

7.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 36f, 45, 47, 57, 310, 311, 317 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf 1 (één) jaar niet tenuitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren navolgende (bijzondere) voorwaarde(n) niet is nagekomen:
Algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
4. zich binnen drie werkdagen na het onherroepelijk worden van het vonnis meldt bij Tactus Reclassering. Hierna moet veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zolang de Reclassering dit noodzakelijk acht. Veroordeelde moet zich houden aan de afspraken en aanwijzingen gegeven door of namens Tactus Reclassering.
5. zich laat behandelen voor zijn gokverslaving in combinatie met PDD-NOS bij een forensische polikliniek of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de Reclassering, waarbij betrokkene zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven.
6. begeleid gaat wonen in een RIBW of een soortgelijke instelling, zulks ter beoordeling van de Reclassering. Veroordeelde zal daar verblijven en zich houden aan het (dag)programma dat deze voorziening in overleg met de Reclassering heeft opgesteld, zolang de Reclassering dit nodig acht
waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe.
- Veroordeelt de veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] betaalt/betalen ook veroordeelde daardoor tegenover [benadeelde] zal zijn gekweten - tegen kwijting aan [benadeelde], te betalen € 1688,00 (zestienhonderdenachtentachtig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 februari 2012 over € 1500,00 (het smartengeld) en vanaf 24 oktober 2013 over € 188,00 (de materiële schade) tot aan de dag der algehele voldoening.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
- De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij voor wat het meer gevorderde betreft in haar vordering niet ontvankelijk is en dat zij haar vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Maatregel van schadevergoeding
- Legt op aan veroordeelde - met dien verstande dat indien en voorzover [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] betaalt/betalen ook veroordeelde daardoor tegenover [benadeelde] zal zijn gekweten - de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde], te betalen € 1688,00 (zestienhonderdenachtentachtig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 februari 2012 over € 1500,00 (het smartengeld) en vanaf 24 oktober 2013 over € 188,00 (de materiële schade) tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van de hoofdsom te vervangen door hechtenis voor de duur van 26 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Bepaalt daarbij dat voldoening van de ene betalingsverplichting de andere doet vervallen.
Aldus gewezen door:
mr. G.M.L. Tomassen (voorzitter), mr. M.G.J. Post en mr. J.P.M. Schwillens, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.T.P.M. van Aarssen, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 oktober 2013.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, District Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 2013011100 gesloten op 22 augustus 2013 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.