De rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, heeft op 22 oktober 2013 uitspraak gedaan in de zaak tegen een 36-jarige man, die als Coördinator financiële administratie bij een grote winkelketen werkzaam was. De verdachte is veroordeeld tot een werkstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van twee jaar voor verduistering. De verduistering vond plaats in de periode van 19 april 2008 tot en met 15 juni 2011, waarbij de verdachte in totaal ongeveer 379.421,04 euro heeft verduisterd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk geldbedragen die toebehoorden aan zijn werkgever, zich wederrechtelijk heeft toegeëigend.
Tijdens de zitting op 8 oktober 2013 heeft de verdachte bekend en is hij bijgestaan door zijn raadsman, mr. O.N.J. Maatje. De officier van justitie, mr. A. Zuil, heeft een werkstraf van 200 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden geëist. De rechtbank heeft echter een zwaardere straf opgelegd, rekening houdend met de ernst van de feiten, het tijdsverloop en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn gokverslaving. De rechtbank heeft ook de schadevergoeding aan de benadeelde partij, [naam bv] B.V., beoordeeld, maar verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering, omdat er al een civielrechtelijk vonnis was waarin de verdachte aansprakelijk was gesteld voor de schade.
De rechtbank heeft de verdachte als strafbaar verklaard en de opgelegde sancties gemotiveerd. De beslissing is gebaseerd op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank heeft bijzondere voorwaarden verbonden aan de voorwaardelijke gevangenisstraf, waaronder toezicht door de reclassering. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de rechters de ernst van de verduistering en het misbruik van vertrouwen van de werkgever zwaar hebben meegewogen.