ECLI:NL:RBGEL:2013:3798
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in vaderschapskwestie
Op 14 oktober 2013 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoekster, die in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigster van haar minderjarige kind een verzoek tot vaststelling van het vaderschap had ingediend. De verzoekster had de rechter, mr. M.J.H. Schuurman, gewraakt omdat zij meende dat de rechter het verzoek ten onrechte had afgewezen zonder het afwachten van een paspoort van de vermeende vader, die geen verblijfsdocumenten had. Tijdens de zitting op 18 september 2013 had de rechter de verzoekster de gelegenheid gegeven om haar verzoek toe te lichten, maar het wrakingsverzoek werd ingediend voordat de rechter haar beslissing had genomen. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek tijdig was ingediend, maar dat de gronden voor wraking niet voldoende waren. De rechter had verklaard dat zij geen reden zag om de zaak aan te houden en dat de identiteit van de vader niet op basis van een W-document kon worden vastgesteld. De wrakingskamer concludeerde dat de rechter niet vooringenomen was en dat de stellingen van de verzoekster niet objectief gerechtvaardigd waren. Het wrakingsverzoek werd afgewezen en de procedure betreffende de vaststelling van het vaderschap werd hervat in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de indiening van het wrakingsverzoek.