ECLI:NL:RBGEL:2013:3270

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 september 2013
Publicatiedatum
25 september 2013
Zaaknummer
05/720028-13, 05/701448-12 en 05/720615-12
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor poging tot zware mishandeling en mishandeling met wapenbezit

Op 25 september 2013 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 43-jarige verdachte. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 624 dagen, waarvan 365 dagen voorwaardelijk. De veroordeling betreft een poging tot zware mishandeling, twee mishandelingen en het dragen van een (steek)wapen. De feiten vonden plaats in Arnhem, waarbij de verdachte op 10 januari 2013 een persoon met een mes heeft gestoken, en op 18 september 2012 een andere persoon heeft mishandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij opzettelijk de dood van de slachtoffers heeft gewild, en heeft hem daarom vrijgesproken van de zwaardere aanklachten. De rechtbank heeft echter wel bewezen geacht dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de lichtere aanklachten van mishandeling en poging tot zware mishandeling. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verslaving aan verschillende middelen en zijn eerdere justitiële documentatie. De rechtbank heeft besloten om de gevangenisstraf deels voorwaardelijk op te leggen, met bijzondere voorwaarden voor behandeling en begeleiding, om recidive te voorkomen. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wet Wapens en Munitie.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/720028-13, 05/701448-12 en 05/720615-12
Data zittingen : 14 januari 2013, 24 april 2013, 3 juli 2013 en 18 september 2013
Datum uitspraak : 25 september 2013
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte]
geboren op : [geboortedatum]
adres :[adres]
plaats :[woonplaats]
thans gedetineerd in [adres].
raadsman : mr. C.D.A.J. Majoie, advocaat te Arnhem.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een door de rechtbank toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, tenlastegelegd dat:
Ten aanzien van parketnummer 05/720028-13:
Primair
hij op of omstreeks 10 januari 2013 te Arnhem, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om opzettelijk [slachtoffer1] van het leven te beroven, opzettelijk die [slachtoffer1] meermalen, althans eenmaal, met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de buikstreek, althans het onderlichaam heeft gestoken/geprikt en/of gesneden terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
Subsidiair
hij op of omstreeks 10 januari 2013 te Arnhem aan een persoon genaamd [slachtoffer1]
, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (een of meer steek en/of snijwonden in de buikstreek), heeft toegebracht, door deze opzettelijk meermalen, althans eenmaal met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de buikstreek, althans het onderlichaam te steken/prikken en/of te snijden;
meer subsidiair
hij op of omstreeks 10 januari 2013 in de gemeente Arnhem, ter uitvoering van het dor verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon, genaamd [slachtoffer1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [slachtoffer1] met kracht, meermalen, althans eenmaal, met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in de buikstreek, althans het onderlichaam heeft gestoken/geprikt en/of gesneden, terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid.
Ten aanzien van parketnummer 05/701448-12:
Primair
hij op of omstreeks 18 september 2012 te Arnhem, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om aan [slachtoffer2]
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, opzettelijk met een mes,
althans een scherp voorwerp, een of meerdere stekende beweging(en) heeft
gemaakt in de richting van de arm en/of het lichaam van die [slachtoffer2] en
waarbij die [slachtoffer2] in de arm werd geraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
Subsidiair
hij op of omstreeks 18 september 2012 te Arnhem, in elk geval in Nederland, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer2]), meermalen,
althans eenmaal heeft geslagen en/of gestompt en/of (vervolgens) met een mes,
althans een scherp voorwerp, een of meerdere stekende bewegingen heeft gemaakt
in de richting van die [slachtoffer2], waardoor deze letsel heeft bekomen en/of
pijn heeft ondervonden;
Ten aanzien van parketnummer 05/720651-12:
1.
hij op of omstreeks 27 maart 2012 te Arnhem, in elk geval in Nederland, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten[slachtoffer3]), meermalen,
althans eenmaal, met een hard voorwerp tegen het hoofd, althans het lichaam
heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft
ondervonden;
2.
hij op of omstreeks 27 maart 2012 te Arnhem (een) een speer, althans een
scherp/puntig voorwerp, zijnde (een) voorwerp(en) als bedoeld in de categorie
IV onder 7 van de Wet wapens en munitie, heeft gedragen; De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaken zijn laatstelijk op 18 september 2013 ter openbare terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. C.D.A.J. Majoie, advocaat te Arnhem.
De officier van justitie, mr. A.M. Fellinger, heeft geëist dat verdachte ter zake van de onder parketnummer 05/720028-13 primair, parketnummer 05/701448-12 primair en parketnummer 05/720651-12 feit 1 en 2 tenlastegelegde feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 799 dagen, waarvan 540 dagen voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde opname in een zorginstelling ter klinische behandeling, alsmede (aansluitend) opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, meldplicht en een behandelverplichting voor ambulante begeleiding met een proeftijd van 3 jaren.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.

3.De beslissing inzake het bewijs

De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder 05/720028-13 primair en subsidiair en 05/701448-12 primair is tenlastegelegd en zal verdachte daarvan vrijspreken.
De rechtbank overweegt hierover als volgt.
Ten aanzien van parketnummer 05/720028-13:
Verdachte heeft [slachtoffer1] op 10 januari 2013 in Arnhem met een mes met een lemmet van ongeveer 7 a8 centimeter meermalen gestoken in de buikstreek.
Ondanks dat [slachtoffer1] meermalen is gestoken, heeft hij door het incident ‘slechts’ een steekwond tot in de buikholte opgelopen en een prikgaatje in de buik. De rechtbank is gelet hierop (en bij afwezigheid van informatie die op het tegengestelde wijst) van oordeel dat de kans dat [slachtoffer1] door dit steken zou komen te overlijden niet aanmerkelijk is. Nu er geen aanwijzingen in het dossier zijn te vinden dat verdachte aangever dood wenste en gelet op het bovenstaande de kans niet aanmerkelijk was dat aangever [slachtoffer1] door verdachtes handelen zou komen te overlijden, kan het opzet noch het voorwaardelijke opzet op de dood van aangever worden bewezen.
De rechtbank is verder van oordeel dat deze steekwond tot in de buikholte niet is aan te merken als zwaar lichamelijk letsel, nu uit de medische verklaring d.d. 11 januari 2013 blijkt dat er een goede kans is dat de verwonding restloos zal genezen.
Ten aanzien van parketnummer 05/701448-12:
Verdachte heeft aangever [slachtoffer2] op 18 september 2012 in Arnhem geslagen met zijn vuist, terwijl hij in zijn hand een schilmesje had.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is niet gebleken dat verdachte de opzet had aangever te doden dan wel hem zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. De volgende vraag is dan of verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat aangever door zijn handelen zou komen te overlijden of dat hij hierdoor zwaar lichamelijk letsel op zou lopen?
De rechtbank is van oordeel dat de kans dat aangever door deze ene slag het leven zou laten of zwaar lichamelijk letsel op zou lopen niet als aanmerkelijk is te beschouwen en komt gelet hierop tot een vrijspraak.
De rechtbank acht wel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder parketnummer 05/720028-13 meer subsidiair, parketnummer 05/701448-12 subsidiair en het onder parketnummer 05/720651-12 feit 1 en feit 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
Ten aanzien van parketnummer 05/720028-13:
meer subsidiair
hij op 10 januari 2013 in de gemeente Arnhem, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon, genaamd [slachtoffer1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [slachtoffer1] met kracht, meermalen, met een mes, in de buikstreek, heeft gestoken/geprikt, terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid.
Ten aanzien van parketnummer 05/701448-12:
Subsidiair
hij op 18 september 2012 te Arnhem, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer2]), heeft geslagen en/of gestompt en (vervolgens) met een mes, een of meerdere stekende bewegingen heeft gemaakt
in de richting van die [slachtoffer2], waardoor deze letsel heeft bekomen en/of
pijn heeft ondervonden;
Ten aanzien van parketnummer 05/720651-12:
1.
hij op 27 maart 2012 te Arnhem, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten[slachtoffer3]), meermalen, met een hard voorwerp tegen het hoofd, althans het lichaam
heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft
ondervonden;
2.
hij op 27 maart 2012 te Arnhem een speer, zijnde (een) voorwerp als bedoeld in de categorie
IV onder 7 van de Wet wapens en munitie, heeft gedragen;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van parketnummer 05/720028-13 meer subsidiair:
‘poging tot zware mishandeling’
Ten aanzien van parketnummer 05/701448-12 subsidiair en parketnummer 05/720651-12 feit 1, telkens:
‘mishandeling’
Ten aanzien van parketnummer 05/720651-12 feit 2:
‘handelen in strijd met artikel 27 eerste lid van de Wet Wapens en Munitie’
De feiten zijn strafbaar.

5.De strafbaarheid van verdachte

De verdediging heeft ten aanzien van het hem onder parketnummers 05/720028-13 en 05/701448-12 tenlastegelegde aangevoerd dat verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Verdachte kan immers een gerechtvaardigd beroep doen op noodweer, aldus de verdediging.
De rechtbank overweegt hierover als volgt.
Ten aanzien van parketnummer 05/7200728-13:
De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging.
De rechtbank wil, net als de officier van justitie, wel aannemen dat aangever eerst verdachte met een stuk hout sloeg, voordat verdachte aangever met het mes stak. De rechtbank is echter van oordeel dat niet aannemelijk is geworden, dat verdachte geen andere keuze had dan verdachte vervolgens meermalen in de buik te steken. Verdachte had, zoals hij in eerste instantie volgens zijn eigen verklaring ook van plan was, weg kunnen lopen. Op een gegeven moment draaide hij zich echter om en begon op aangever in te steken. De rechtbank is van oordeel dat verdachte niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in die situatie genoodzaakt was zich te verdedigen tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding door aangever. Dat verdachte zich in zijn eigen woning bevond, zoals de verdediging heeft aangevoerd, maakt dit naar het oordeel van de rechtbank in casu niet anders, nu verdachte aangever in eerste instantie zelf heeft binnengelaten en zichzelf daarmee in die positie heeft gebracht.
Ten aanzien van parketnummer 05/701448-12:
De rechtbank verwerpt ook hier het verweer van de verdediging dat verdachte een gerechtvaardigd beroep op noodweer toekomt. De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat sprake was van een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding door aangever, waaraan verdachte zich in casu niet kon onttrekken. De rechtbank is voorts van oordeel dat verdachte zichzelf in deze situatie heeft gebracht door aangever zelf als eerste aan te vallen.
Ook voor het overige is niet gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.

6.De motivering van de sanctie(s)

Bij de beslissing over de straf heeft de meervoudige kamer rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
 het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 30 mei 2013; en
 een voorlichtingsrapportage van IrisZorg, d.d. 20 maart 2013, betreffende verdachte;
 een multidisciplinair rapport van drs. [psycholoog], psycholoog, gedateerd 22 mei 2013 en van dr. [psychiater], psychiater, gedateerd 30 mei 2013; en
 Een voorlichtingsrapportage van IrisZorg d.d. 27 augustus 2013, betreffende verdachte.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot zware mishandeling, aan twee mishandelingen en aan het dragen van wapen, te weten een speer.
Verdachte is verslaafd aan verschillende middelen en alle bewezenverklaarde delicten vonden plaats in het zogenaamde gebruikerswereldje en onder invloed van drank en/of drugs.
Verdachte heeft reeds een lange justitiële documentatie met eerder gepleegde feiten, maar is tussen 2007 en 2011 niet in aanraking geweest met politie en justitie, waardoor hij van de veelplegerslijst af is gegaan. Met de bewezenverklaarde delicten lijkt het weer de verkeerde kant op te gaan met verdachte.
Bij dergelijke delicten passen doorgaans gevangenisstraffen van lange duur.
Positief is echter dat verdachte beseft dat het niet goed met hem gaat en dat hij op dit moment gemotiveerd is tot het volgen van een behandeling.
Door bovengenoemde psychiater en psycholoog wordt verdachte omschreven als iemand met een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens in de zin van langdurige verslavingsproblematiek. Verder wordt omschreven dat sprake is van polymiddelengebruik (alcohol, harddrugs, amfetaminen) en dat sprake is van een aandachttekortstoornis met hyperactiviteit en impulsiviteit.
Door psychiater, psycholoog en reclassering is daarom geadviseerd om verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.
De rechtbank volgt hen hierin en zal eveneens op basis van het advies van psychiater, psycholoog en reclassering aan verdachte een behandeling opleggen in het kader van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf.
Uit het reclasseringsrapport van 27 augustus 2013, aangevuld ter zitting door reclasseringswerker [psychiater], volgt dat verdachte op 26 september 2013 om 11.00 uur bij de Dubbel Diagnose te Wolfheze kliniek terecht kan. Daar zal hij gedurende minimaal twee tot vier weken moeten verblijven en maximaal 9 weken, zodat daar de diagnostiek kan worden vastgesteld en verdachte op het moment dat er plek is bij Hoogeland, hij daar naartoe zal kunnen doorstromen.
De rechtbank zal gelet op het bovenstaande aan verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 624 dagen, waarvan 365 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden, zoals ontleend aan het reclasseringsrapport en hieronder vermeld.
De rechtbank komt tot een lagere straf dan de officier van justitie, omdat zij verdachte vrijspreekt van het hem onder parketnummer 05/720028-13 primair en 05/701448-12 primair tenlastegelegde en naar het oordeel van de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar als voldoende stok achter de deur moet fungeren.
De rechtbank zal bevelen dat de bijzondere voorwaarden en het op grond van artikel 14d uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn, nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat, als verdachte niet direct behandeling krijgt en zich aan de voorwaarden houdt, hij wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

7.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 9a, 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 14e, 27, 45, 57, 62, 91, 300, 302, van het Wetboek van Strafrecht en artikel 27, 54 en 56 WWM

8.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van de onder parketnummer 05/720028-13 primair en subsidiair en onder parketnummer 05/701448-12 primair tenlastegelegde feiten.
Verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
ten aanzien van parketnummer 05/720028-13 meer subsidiair, parketnummer 05/701448-12 subsidiair en parketnummer 05/720651-12 feit 1:
een gevangenisstraf voor de duur van 624 (zeshonderdvierentwintig) dagen.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf 365 (driehonderdvijfenzestig) dagen niet ten uitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van
3 (drie) jarennavolgende (bijzondere) voorwaarde(n) niet is nagekomen:
Algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
4. zich gedurende maximaal 10 (tien) weken, of zoveel korter als door de kliniek nodig wordt geacht, van de proeftijd van drie jaar zal laten opnemen in de Dubbel Diagnose Kliniek te Wolfheze, althans een soortgelijke intramurale instelling, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die veroordeelde in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven;
5. zich gedurende de proeftijd van drie jaar of zoveel korter als door de reclassering nodig wordt geacht onder behandeling zal stellen bij IrisZorg ambulant of een soortgelijke ambulante forensische zorg, op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling aan te geven, teneinde zich te laten behandelen voor psychische stoornis en/of verslavingsproblematiek;
6. na de klinische opname gedurende de proeftijd of zoveel korter als door de instelling nodig wordt geacht zal verblijven in een 24 uur(s) zorg bijvoorbeeld Hoogeland of een soortgelijke instelling ter beoordeling van NIFP IFZ, en zich zal houden aan het (dag-) programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld;
Beveelt dat de op grond van artikel 14c gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14d uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Ten aanzien van parketnummer 05/720651-12 feit 2:
Verklaart verdachte schuldig, zonder oplegging van straf.
Heft op het bevel voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van de opgelegde straf.
Aldus gewezen door:
mr. H.P.M. Kester-Bik (voorzitter), mr. P.C. Quak en mr. R.M. Maanicus, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. Y. Rikken, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 september 2013.