In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, op 16 september 2013 een verzoek tot wraking van de rechter mr. D.J. Buijs afgewezen. Het wrakingsverzoek was ingediend door verzoeker, die in een eerdere beroepszaak onder nummer 523457 BR 13-356 betrokken was. Verzoeker had eerder al meerdere keren wrakingsverzoeken ingediend tegen dezelfde rechter, die steeds niet gehonoreerd waren. Hij stelde dat de rechter hem (bijna) altijd in het ongelijk stelde en dat er sprake was van vooringenomenheid. De rechtbank heeft het verloop van de wrakingsprocedure en de eerdere beslissingen van de rechter in de beroepszaak in overweging genomen. De rechtbank oordeelde dat de door verzoeker aangevoerde gronden niet kwalificeerden als uitzonderlijke omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel zouden kunnen trekken. De rechtbank benadrukte dat het niet de taak van de wrakingskamer is om de inhoudelijke juistheid van de beslissingen van de rechter te beoordelen, maar enkel om te onderzoeken of er feiten zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank concludeerde dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor de vrees van verzoeker dat de rechter vooringenomen was. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen, en de procedure in de onderliggende zaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van het indienen van het wrakingsverzoek.