In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 24 september 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de aanslag afvalstoffenheffing die aan eiseres was opgelegd door de gemeente Ede. De aanslag, die een bedrag van € 234,36 betrof, was gebaseerd op het gebruik van een perceel door meerdere personen. Eiseres, die op 1 januari 2013 feitelijk gebruik maakte van het perceel, was in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) ingeschreven samen met haar zoon. De gemeente handhaafde de aanslag na bezwaar, waarop eiseres beroep instelde bij de rechtbank.
De rechtbank heeft onderzocht of de aanslag terecht was opgelegd op basis van het meerpersoonstarief of het eenpersoonstarief. De relevante wetgeving, waaronder de Wet milieubeheer en de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing, werd in de beoordeling betrokken. De rechtbank oordeelde dat de GBA leidend is voor het vaststellen van het aantal gebruikers, maar dat in geval van twijfel andere gegevens gebruikt kunnen worden.
Eiseres heeft overtuigend aangetoond dat haar zoon niet als gebruiker van het perceel kan worden aangemerkt, omdat hij feitelijk in Duitsland woont en het adres in Nederland enkel als postadres gebruikt. De rechtbank heeft geoordeeld dat het gebruik van het perceel door de zoon niet voldoende was om het meerpersoonstarief te rechtvaardigen. Op basis van deze overwegingen verklaarde de rechtbank het beroep gegrond, vernietigde de eerdere uitspraak op bezwaar en verlaagde de aanslag tot € 192,96. Tevens werd bepaald dat de gemeente het door eiseres betaalde griffierecht van € 44 moest vergoeden.