ECLI:NL:RBGEL:2013:2901

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 augustus 2013
Publicatiedatum
9 september 2013
Zaaknummer
2264703
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van onbetaald verlof voor werknemer ten behoeve van stage in het buitenland

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 30 augustus 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer, aangeduid als [eisende partij], en zijn werkgever, Metro Cash & Carry Nederland B.V. (Makro). De werknemer had verzocht om onbetaald verlof van 1 september tot en met 30 november 2013 om een stage in het buitenland te kunnen volgen. Makro had dit verzoek afgewezen, met als argument dat er binnen het bedrijf geen mogelijkheid voor onbetaald verlof bestaat en dat de werknemer in deze situatie ontslag zou moeten nemen. De werknemer stelde dat Makro in redelijkheid niet kon besluiten tot afwijzing van zijn verzoek en dat het bedrijf niet als goed werkgever had gehandeld door hem geen andere opties te bieden.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de belangen van beide partijen. De werknemer benadrukte het belang van de stage voor zijn studie Biomedische Wetenschappen aan de Radboud Universiteit en de noodzaak om internationale ervaring op te doen. Makro voerde aan dat de afwezigheid van de werknemer negatieve gevolgen zou hebben voor de bedrijfsvoering, vooral gezien de drukke periode die voor hen aanstaande was.

Na een zorgvuldige belangenafweging kwam de kantonrechter tot de conclusie dat de belangen van de werknemer zwaarder wogen dan die van Makro. De rechter oordeelde dat, hoewel de werknemer geen wettelijk recht had op onbetaald verlof, de omstandigheden van het geval en de lange dienstverband van de werknemer bij Makro meebrachten dat het verzoek om onbetaald verlof moest worden toegewezen. De kantonrechter heeft Makro veroordeeld om de werknemer het gevraagde verlof te verlenen en tevens in de proceskosten te vergoeden.

Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor werkgevers om rekening te houden met de persoonlijke en maatschappelijke belangen van hun werknemers, vooral in situaties waarin deze belangen van invloed zijn op de ontwikkeling van de werknemer.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 2264703 \ VV EXPL 13-10112 \ BE \ 340 \ be
uitspraak van
vonnis in kort geding
in de zaak van
[eisende partij]
wonende te [woonplaats]
eisende partij
gemachtigde mr. H.R.T.M. van Ojen
toevoeging aangevraagd
tegen
de besloten vennootschap
Metro Cash & Carry Nederland B.V.
gevestigd te Nijmegen
gedaagde partij
gemachtigde mr. A.E. Sijtsma
Partijen worden hierna [eisende partij] en Makro genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 16 augustus 2013 met producties
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 26 augustus 2013 mede inhoudende de pleitnotities van de gemachtigde van [eisende partij] en de gemachtigde van Makro.

2.De feiten

2.1.
[eisende partij], geboren op [dag en maand] 1986, is op 1 oktober 2002 bij Makro in dienst getreden in de functie van medewerker. Hij is thans voor tien uur per week werkzaam op de afdeling Seasonal bij het filiaal van Makro te Nijmegen. De werktijden en dagen van [eisende partij] worden (twee)wekelijks vastgesteld. Zijn salaris bedraagt ongeveer € 435,- netto per maand. Op de afdeling Seasonal wordt door een wisselend aantal van de medewerkers van het filiaal Nijmegen van Makro gewerkt gedurende in totaal ongeveer 250 uur per week.
2.2.
[eisende partij] studeert Biomedische Wetenschappen aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. In verband daarmee ontvangt hij een studielening. In het kader van genoemde studie kan [eisende partij] een stage lopen bij [naam professor] in Malawi. Daarom heeft [eisende partij] Makro begin juli 2013 verzocht hem onbetaald verlof te geven voor de periode van 1 september 2013 tot 30 november 2013. Makro heeft dit verzoek afgewezen door [naam HR manager], HR-manager bij Makro, hetgeen door haar aan [eisende partij] is bevestigd bij e-mailbericht van 29 juli 2013. Bij de afwijzing is, onder verwijzing naar het op de arbeidsovereenkomst met [eisende partij] van toepassing zijnde reglement (onderdeel Verlofvormen), aangegeven dat Makro geen onbetaald verlof kent (voor het volgen van een stage). In het reglement staat dat de directie in individuele gevallen onbetaald verlof kan toekennen. [eisende partij] heeft zijn verzoek daarop voorgelegd aan [naam director HR], Director Human Resources. [naam director HR] heeft het verzoek bij brief van 5 augustus 2013 (wederom) afgewezen:
“Wij moeten je helaas informeren, dat wij dit verzoek niet kunnen inwilligen. Reden hiervoor is dat wij geen onbetaald verlof kennen binnen Makro Nederland en wij onvoldoende reden zien om hiervan af te wijken. (...) dat ontslag nemen in deze situatie de enige mogelijkheid is. Wij begrijpen dat dit een teleurstelling is, (…) [eisende partij], wij willen je bedanken voor je inzet van de afgelopen jaren en wensen je veel succes in Malawi”

3.De vordering en het verweer

3.1.
[eisende partij] vordert dat de kantonrechter als voorzieningenrechter, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Makro zal veroordelen om te gehengen en te gedogen dat [eisende partij] van 1 september tot en met 30 november 2013 onbetaald verlof kan genieten, althans tot een zodanige verplichting als de kantonrechter in goede justitie zal bepalen, met veroordeling van Makro in de proceskosten.
3.2.
[eisende partij] stelt daartoe dat Makro in redelijkheid niet kon besluiten tot afwijzing van zijn verzoek tot het opnemen van onbetaald verlof en dat Makro gehandeld heeft in strijd met haar verplichting te handelen als goed werkgever door [eisende partij] geen andere mogelijkheid voor te houden dan beëindiging van het dienstverband. Van enig materieel belang voor Makro om het verzoek af te wijzen is niet gebleken.
3.3.
Makro voert gemotiveerd verweer, waarop hierna nader wordt ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang van de vordering vloeit voort uit de stellingen van [eisende partij].
4.2.
In deze procedure moet worden beoordeeld of de vordering in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft, dat vooruitlopend daarop, toewijzing gerechtvaardigd is. Gelet op het voorlopige karakter van de kortgedingprocedure past geen uitgebreid onderzoek naar de feiten, noch is er plaats voor nadere bewijsvoering. Er is in dit geval geen reden om van deze regel af te wijken. De kantonrechter baseert de beslissing daarom op stellingen die erkend of onweersproken zijn of die aannemelijk zijn geworden.
Belangenafweging?
4.3.
Makro stelt primair dat geen wettelijk of contractueel recht bestaat op onbetaald verlof en dat daarom bij de beoordeling van het verzoek van [eisende partij] aan Makro aan een belangenafweging niet is, noch hoefde te worden, toegekomen.
Het is juist – dit is ook niet in geschil – dat [eisende partij] geen recht heeft op het opnemen van onbetaald verlof voor het lopen van een stage (voor zijn studie). Dit betekent naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter echter niet dat bij de beoordeling van het verzoek (thans de vordering) van [eisende partij] een belangenafweging achterwege kan blijven. Dit volgt uit het bepaalde in art. 7:611 BW, waarin is neergelegd dat een werkgever en werknemer zich als goed werkgever en goed werknemer dienen te gedragen. Deze bepaling wordt beschouwd als een uitwerking van art. 6:248 BW, welke bepaling inhoudt dat de rechtsverhouding tussen contractpartijen wordt beheerst door de eisen van redelijkheid en billijkheid. In art. 3:12 BW is bepaald dat bij de vaststelling van wat redelijkheid en billijkheid eisen, rekening moet worden gehouden met – onder meer – de maatschappelijke en persoonlijke belangen die bij het gegeven geval betrokken zijn.
Belangen [eisende partij]
4.4.
De belangen van [eisende partij] zijn dat hij stage dient te lopen teneinde zijn studie met succes te kunnen afronden. Ter zitting heeft [eisende partij] daar nog aan toegevoegd dat het van groot belang is dat hij een stage in het buitenland volgt omdat sprake is van een internationaal georiënteerde (Engelstalige) studie en 70% van de studenten onderzoek in het buitenland doet. [eisende partij] wil na afloop van zijn studie – als PhD – promoveren en daarvoor is welhaast onontbeerlijk dat hij tijdens zijn studie in het buitenland stage heeft gelopen. Makro heeft niet op deze stellingen gereageerd. De kantonrechter acht ze voldoende aannemelijk.
Belangen Makro
4.5.
Makro heeft aangevoerd dat er de komende drie maanden (zeer) veel werkzaamheden moeten worden uitgevoerd op de afdeling Seasonal (waar [eisende partij] werkt). Zo moet de komende tijd enkele malen het assortiment op deze afdeling gewisseld worden. Daarnaast moet een medewerker op deze afdeling (telkens) goed op de hoogte zijn met het assortiment en de vragen van klanten kunnen beantwoorden. Het duurt ongeveer twee weken voor een nieuwe medewerker is ingewerkt. Tevens wijst Makro erop dat de komende vier maanden cruciaal zijn om de omzetdoelstelling van de afdeling te behalen. Met de thema’s kerst en speelgoed (die de komende periode op het programma staan) wordt bijna 50% van de totale omzet behaald. Ten slotte wijst Makro erop dat het onwenselijk is om precedenten te scheppen door [eisende partij] onbetaald verlof toe te kennen. Dat klemt te meer omdat de gemiddelde leeftijd van de ongeveer 200 medewerkers bij het filiaal in Nijmegen 29,6 jaar is, waarvan een groot aantal student is.
4.6.
[eisende partij] heeft ten aanzien van de door Makro genoemde belangen aangevoerd dat hij slechts 10 uur per week werkt zodat zijn afwezigheid, gelet op het totale personeelsbestand van Makro, eenvoudig opgevangen kan worden. Daar komt enerzijds bij dat bij negen werknemers uit de groep medewerkers van Makro van waaruit de afdeling Seasonal werd bemenst, de arbeidscontracten onlangs niet zijn verlengd en anderzijds dat het arbeidscontract een nieuwe collega ([voornaam]), die tijdens zijn arbeidsongeschiktheid in de zomer is aangenomen, is gewijzigd in die zin dat hij niet 8 maar thans 32 uur per week werd. In totaal zijn bovendien bij het filiaal in Nijmegen ongeveer 300 medewerkers in dienst. Ook heeft hij aangevoerd dat Makro hem niet heeft ingeroosterd nadat hij zich beter had gemeld op of omstreeks 23 augustus 2013. Slechts op zijn verzoek is hij voor de week van 26 augustus 2013 ingeroosterd. Voor de periode vanaf 1 september 2013 is hij niet ingeroosterd waaruit blijkt dat Makro reeds uit is gegaan van zijn afwezigheid gedurende de komende maanden. Ten slotte wijst hij erop dat waar Makro van hem flexibiliteit verlangt, dit thans ook van Makro mag worden verlangd. In dat verband heeft [eisende partij] aangevoerd en erop gewezen dat hij de operatie aan zijn schouder heeft uitgesteld ten behoeve van Makro, dat hij dit jaar enkele sportwedstrijden heeft afgezegd omdat er problemen in het rooster waren en hij bereid was om (op korte termijn) extra te werken. Ten slotte heeft hij erop gewezen dat zijn werkdagen en tijden wisselen zodat hij ook in dat opzicht steeds flexibel is geweest. Ten aanzien van de door Makro gevreesde precedentwerking heeft hij op de lange duur van zijn dienstverband gewezen alsook op zijn aanbod om zijn vakantiedagen op te nemen teneinde de duur van het onbetaalde verlof te bekorten.
Weging van de belangen
4.7.
Het belang van [eisende partij] bij enerzijds het volgen van een stage en anderzijds behoud van zijn werk bij Makro is evident. Als onbetwist staat vast dat [eisende partij] het inkomen uit zijn werk bij Makro niet kan missen. Het belang van Marko bij continuïteit in de bedrijfsvoering (op de afdeling Seasonal) is daarentegen onvoldoende komen vast te staan. Ter zitting is gebleken dat van de groep medewerkers waaruit de afdeling Seasonal wordt bezet ten aanzien van negen werknemers overeenkomsten zijn beëindigd wegens noodzakelijke inkrimping van het personeelsbestand, terwijl anderzijds de door [eisende partij] genoemde collega [voornaam] onlangs uitbreiding van het aantal uren heeft gehad. Aldus is aannemelijk geworden dat Makro met de huidige bezetting, eventueel aangevuld met een van de onlangs ‘ontslagen’ medewerkers, de komende tijd het werk op de afdeling Seasonal kan verrichten zonder dat de afwezigheid van [eisende partij] haar daarbij in relevante mate hindert. Dit blijkt voorts uit het feit (Makro heeft de desbetreffende stelling van [eisende partij] niet betwist) dat [eisende partij] reeds voor de periode na 1 september 2013 niet is ingeroosterd alsook dat [eisende partij] slechts 4% van het aantal op de afdeling Seasonal te werken uren verricht (10 op 250 uur).
De kantonrechter hecht meer gewicht aan het argument van Makro dat het verlenen van onbetaald verlof aan [eisende partij] een precedent zou kunnen scheppen. Dit legt echter in dit geval onvoldoende gewicht in de schaal omdat [eisende partij], anders dan veel andere student-medewerkers bij Makro, reeds zeer lange tijd bij haar in dienst is (11 jaar) en zich meer dan gemiddeld flexibel heeft opgesteld jegens Makro. [eisende partij] heeft immers meermalen privé afspraken (sportwedstrijden) afgezegd teneinde bezettingsproblemen bij Makro op te lossen en tevens het tijdstip van zijn schouderoperatie aangepast aan de bedrijfsvoering van Makro. Deze beide bijzondere omstandigheden, welke de kantonrechter voorlopig oordelend bij de belangenafweging relevant acht, brengen mee dat de toewijzing van het verzoek geen of nauwelijks precedentwerking zal hebben. De kantonrechter is aldus van oordeel dat in dit geval de belangen van [eisende partij] bij het gevraagde onbetaalde verlof zoveel meer gewicht in de schaal leggen dan de door Makro genoemde belangen dat de gevraagde voorziening wordt gegeven. [eisende partij] heeft nog aangeboden om zijn vakantiedagen gedurende zijn stage op te nemen zodat de duur van het onbetaald verlof beperkt wordt. Dit ligt inderdaad voor de hand, maar ter zitting is gebleken dat partijen het nog niet eens zijn over het aantal vakantiedagen dat [eisende partij] nog kan opnemen. Om die reden wordt daarmee bij het toewijzen van de vordering geen rekening gehouden. Het staat partijen uiteraard vrij om daarover nog nadere afspraken te maken.
4.8.
Makro wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.

5.De beslissing

De kantonrechter
rechtdoende als voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Makro om te gehengen en te gedogen dat [eisende partij] van 1 september tot en met 30 november 2013 onbetaald verlof kan genieten;
5.2.
veroordeelt Makro in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [eisende partij] begroot op € 576,89 in totaal, welk bedrag bestaat uit € 101,89 aan dagvaardingskosten, € 75,00 aan griffierecht en € 400,00 aan salaris voor de gemachtigde;
5.3.
bepaalt dat Makro van het totaalbedrag aan proceskosten het door [eisende partij] betaalde griffierecht van € 75,00 en het salaris gemachtigde van € 400,00 moet betalen aan de gemachtigde van [eisende partij] en de explootkosten van € 101,89 aan de griffier van de rechtbank te Arnhem, waarvoor een nota wordt toegestuurd;
5.4.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. B.J. Engberts en in het openbaar uitgesproken op