In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 30 augustus 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer, aangeduid als [eisende partij], en zijn werkgever, Metro Cash & Carry Nederland B.V. (Makro). De werknemer had verzocht om onbetaald verlof van 1 september tot en met 30 november 2013 om een stage in het buitenland te kunnen volgen. Makro had dit verzoek afgewezen, met als argument dat er binnen het bedrijf geen mogelijkheid voor onbetaald verlof bestaat en dat de werknemer in deze situatie ontslag zou moeten nemen. De werknemer stelde dat Makro in redelijkheid niet kon besluiten tot afwijzing van zijn verzoek en dat het bedrijf niet als goed werkgever had gehandeld door hem geen andere opties te bieden.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de belangen van beide partijen. De werknemer benadrukte het belang van de stage voor zijn studie Biomedische Wetenschappen aan de Radboud Universiteit en de noodzaak om internationale ervaring op te doen. Makro voerde aan dat de afwezigheid van de werknemer negatieve gevolgen zou hebben voor de bedrijfsvoering, vooral gezien de drukke periode die voor hen aanstaande was.
Na een zorgvuldige belangenafweging kwam de kantonrechter tot de conclusie dat de belangen van de werknemer zwaarder wogen dan die van Makro. De rechter oordeelde dat, hoewel de werknemer geen wettelijk recht had op onbetaald verlof, de omstandigheden van het geval en de lange dienstverband van de werknemer bij Makro meebrachten dat het verzoek om onbetaald verlof moest worden toegewezen. De kantonrechter heeft Makro veroordeeld om de werknemer het gevraagde verlof te verlenen en tevens in de proceskosten te vergoeden.
Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor werkgevers om rekening te houden met de persoonlijke en maatschappelijke belangen van hun werknemers, vooral in situaties waarin deze belangen van invloed zijn op de ontwikkeling van de werknemer.