ECLI:NL:RBGEL:2013:2622

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 augustus 2013
Publicatiedatum
29 augustus 2013
Zaaknummer
05/701260-12
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deels voorwaardelijke gevangenisstraf voor diefstal met geweld in vereniging

Op 29 augustus 2013 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal met geweld in vereniging. De feiten vonden plaats tussen 7 en 8 augustus 2012 in Nijmegen, waar de verdachte samen met medeverdachten een slachtoffer beroofde van zijn persoonlijke bezittingen, waaronder een portemonnee, mobiele telefoon en andere waardevolle goederen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten het slachtoffer onder bedreiging met een mes hebben mishandeld en gedwongen om zijn pincode prijs te geven. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer als betrouwbaar beoordeeld, waarbij de details van de mishandelingen en de rol van de verdachte in het geheel zijn bevestigd door verschillende bewijsmiddelen. De verdachte heeft tijdens het proces ontkend geweld te hebben gebruikt, maar de rechtbank oordeelde dat hij een significante rol heeft gespeeld in het geweld tegen het slachtoffer. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het medeplegen van diefstal met geweld en heeft een gevangenisstraf van 30 maanden opgelegd, waarvan 14 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden waaronder reclasseringstoezicht en een klinische behandeling. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn geestelijke gezondheid, en heeft hem als verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Promis II
Parketnummer : 05/701260-12
Data zittingen : 27 november 2012, 22 januari 2013, 5 april 2013, 23 mei 2013, 27 juni 2013, 15 augustus 2013
Datum uitspraak : 29 augustus 2013
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Oost-Nederland
tegen
naam :
[verdachte]
geboren op : [1994] te [geboorteplaats]
adres : [adres]
plaats : [woonplaats]
thans gedetineerd in [verblijfplaats].
Raadsman : mr. J.M. Stad, advocaat te Boxmeer.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 07 augustus 2012 tot en met 08 augustus 2012 te Malden, gemeente Heumen en/of te Nijmegen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd (tussen 22.00 uur en 01.09 uur) op de openbare weg ([straat 1]), met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee met inhoud (waaronder een geldbedrag van EURO 110,00 en/of een rijbewijs en/of een bankpas) en/of een mobiele telefoon (merk Apple, type Iphone, kleur zwart) en/of een geldbedrag van EURO 950,00) en/of een sleutelbos en/of meerdere, althans een tas(sen) en/of een koffer (merk Samsonite, kleur zwart) en/of een computer (merk Apple, type Macbook Pro, kleur grijs) en/of sportschoenen en/of een sportbroek (merk Adidas, kleur grijs), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij verdachte- en/of zijn mededader(s) -een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp aan die [slachtoffer] heeft/hebben getoond en/of -(vervolgens) die [slachtoffer] (met kracht) heeft/hebben vastgepakt/vastgegrepen en/of op de grond heeft/hebben geduwd en/of -(vervolgens) metdat/een mes, althans dat/een scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp op/over de rug van die [slachtoffer] heeft/hebben gewreven en/of -(vervolgens/daarbij) die [slachtoffer] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "We hebben een mes" en/of "Als er niet genoeg geld is op je rekening heb je een
probleem. We weten je te vinden" en/of "We willen geld zien" en/of "Ik snijd je duim eraf", althans woorden van gelijke dreigende/dwingende aard of strekking en/of -(vervolgens) met dat/een mes, althans dat/een scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp meermalen, althans eenmaal in de blouse en/of in de (wijs)vinger van die [slachtoffer] heeft/hebben gesneden/geprikt en/of -die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal (met kracht) tegen de rug en/of de ribben en/of op/tegen het hoofd, althans op/tegen het lichaam heeft/hebben geschopt/getrapt.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is laatstelijk op 15 augustus 2013 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. J.M. Stad, advocaat te Boxmeer.
De officier van justitie, mr. A.M. Fellinger, heeft gerekwireerd.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs [1]
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op dinsdag 7 augustus 2012 rond 22.00 uur bevond aangever [slachtoffer] zich op een parkeerplaats aan de [straat 2] te Nijmegen. Op een gegeven moment kwam er een auto, een zwarte Peugeot, die parkeerplaats oprijden, waaruit vier jongens stapten. Het betrof één jongen met een negroïde uiterlijk en drie met een Marokkaans uiterlijk: een ‘kleine’, een ‘lange’ en ‘een beetje een sul’. [2] De negroïde jongen was verdachte [verdachte]. [3]
Aangever kwam in gesprek met de jongens en zij gaven aan dat ze ‘alles wel voor hem konden regelen’. Aangever was geïnteresseerd in drugs en sprak met de jongens af dat hij achter hen aan zou rijden, naar een plek waar ze ‘een deal konden maken’. Aangever reed met zijn eigen auto vervolgens achter de jongens aan, naar [straat 1] te Nijmegen.
Daar aangekomen, is aangever door de jongens beroofd van zijn autosleutels en portemonnee. Ook gaf aangever onder bedreiging zijn pincode prijs. Aangever is daarbij geduwd, geslagen en geschopt. Ook is tegen aangever gezegd dat zijn duim/vinger eraf gesneden zou worden. [4]
Uit aangevers auto zijn meerdere tassen, een Samsonite koffer, een computer, (merk Apple, type Macbook Pro), kleur grijs, sportschoenen en een sportbroek (merk Adidas, kleur grijs) weggenomen. [5]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte het feit heeft gepleegd.
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft bekend bij het feit aanwezig te zijn geweest. De verdediging betoogt dat verdachte niet betrokken had willen worden bij de diefstal en dat verdachte bij het feit geen geweld heeft gebruikt en niet heeft gedreigd. Verdachte zou zich juist tegen het geweld hebben verzet en het slachtoffer in bescherming hebben genomen. Om die reden kan het feit niet aan verdachte worden toegerekend.
Beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft niet willen verklaren wie de andere drie personen waren die bij het feit betrokken waren. De rechtbank gaat ervan uit dat dit [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] zijn geweest en verwijst daarbij naar de op 6 juni 2013 tegen deze personen gewezen strafvonnissen. Met betrekking tot de rol van verdachte in het geheel overweegt de rechtbank het volgende.
Aangever heeft als volgt verklaard over de door de verdachten gepleegde handelingen:
Eén van de jongens pakte een mes uit de Peugeot. Hij hield het mes voor aangevers neus en pakte met zijn andere hand aangevers hand vast. De andere jongens pakten daarop aangever vast en dwongen hem mee te lopen, weg van de auto’s. Ze duwden hem in de struiken en riepen dat ze geld wilden hebben. Verdachte en één van de Marokkanen hielden aangever op de grond geduwd. Aangever zei dat hij zijn portemonnee nog in de auto had liggen. De leider van de jongens begon daarop in zijn zakken te zoeken naar zijn portemonnee en naar de sleutels van zijn auto. De leider en de kleine fanatieke Marokkaan zijn in de auto van aangever diens portemonnee gaan zoeken. Toen ze die niet konden vinden, begon de kleine fanatieke Marokkaan aangever te schoppen. De leider - de langere Marokkaan - begon daarop nogmaals in aangevers zakken te voelen en trof daar de portemonnee van aangever aan. De langere Marokkaan riep daarop dat hij aangevers pincode moest hebben. Ondertussen bleef de kleine fanatieke op aangever intrappen. De jongens bleven maar doorgaan over de pincode, waarop aangever zijn pincode gaf.
Twee van de jongens gingen vervolgens weg om te pinnen, terwijl de twee anderen, verdachte en de langere Marokkaan bij aangever bleven.
In de tussentijd zei de lange Marokkaan tegen aangever: ‘we hebben een mes’ en ‘als er niet genoeg geld is op je rekening, heb je een probleem’. Hij sneed daarbij met het mes op aangevers rechterschouder en maakte twee sneeën in zijn blouse. Toen aangever zei dat hij niet wist hoeveel geld er op zijn rekening stond en dat hij er niet meer van kon maken, werd hij door de lange Marokkaan in zijn rug en op zijn hoofd getrapt.
De kleine fanatieke en de sul zijn nog even terug geweest. Op dat moment is hij door alle verdachten getrapt. Verdachte liet het mes op de rug van aangever rusten terwijl hij op de grond lag.
De tweede keer dat de kleine fanatieke en de sul op pad waren, werd er steeds gezegd dat aangevers vinger eraf gesneden zou worden, als er niet genoeg geld stond op de rekening. Verdachte zei tegen aangever dat hij zijn duim er wel af zou snijden. De lange Marokkaan pakte daarop het mes, zette het op aangevers rechterwijsvinger, en maakte er een snee in. Toen de jongens terug waren, zeiden ze dat ze € 950,- hadden gepind.
Dit bleek echter niet genoeg, want de lange Marokkaan wilde dat aangever geld overmaakte van zijn spaarrekening naar zijn betaalrekening, zodat ze meer geld konden pinnen. Verder wilden ze aangevers adres en de sleutels van zijn huis en kluis.
Aangever gaf een vals adres op en op het moment dat de lange Marokkaan en de kleine fanatieke daar naar toe vertrokken, wist aangever te vluchten naar een huis in de buurt. Op dat moment had verdachte het mes in zijn handen. [6]
Aangever heeft voorts verklaard dat het verdachte was die de pasjes uit aangevers portemonnee heeft gehaald en in zijn broekzak heeft gestopt. [7]
Aangever heeft zeer gedetailleerd verklaard met betrekking tot hetgeen hem is overkomen, de volgorde van de gebeurtenissen en de rol van de verschillende verdachten daarin. Verifieerbare details uit zijn verklaring, over de mishandelingen, het gepinde geld en de weggenomen voorwerpen, worden bevestigd door verschillende bewijsmiddelen:
- de signalementen die aangever van de daders heeft gegeven [8] komen overeen met die van [medeverdachte 1], [medeverdachte 2], [medeverdachte 3] en verdachte;
- de bankpas van verdachte is aangetroffen bij verdachte; [9]
- bij hun aanhouding op 13 augustus 2012 hadden alle verdachten opvallend veel geld bij zich, in nieuwe “gladde” biljetten; [10]
- verdachte en zijn medeverdachten reden op 13 augustus 2012 in een zwarte Peugeot. [11] In die auto is een mes aangetroffen; [12]
- op 8 augustus 2012 kon verdachtes portemonnee bijna niet meer dicht door de bankbiljetten van 50 euro, terwijl hij een dag eerder om 5 euro voor sigaretten had gevraagd; [13]
- de mobiele telefoon van aangever is verkocht aan [winkel] Nijmegen door medeverdachte [medeverdachte 1]; [14]
- aangever had een snee in zijn rechterwijsvinger; [15]
- in aangevers shirt zaten sneden bovenin de rechtermouw; [16]
- aangever had de schouder uit de kom [17] .
Gelet hierop heeft de rechtbank geen enkele reden om te twijfelen aan de verklaring van aangever, ook waar het betreft de rol van verdachte. Verdachte heeft een veel groter aandeel gehad in het geweld tegen aangever dan hij zelf beweert. Hij heeft aangever tegen de grond geduwd en geschopt, heeft het mes in handen gehad en dat op aangevers rug gezet en hij heeft gedreigd aangevers duim af te snijden. Ook is hij met een medeverdachte bij aangever gebleven toen twee anderen gingen pinnen. Verdachtes verklaring dat hij aangever heeft beschermd tegen de anderen en heeft laten gaan, wordt door geen enkel bewijsmiddel ondersteund. Verdachte heeft zich dus schuldig gemaakt aan het medeplegen van diefstal met geweld.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij in de periode van 07 augustus 2012 tot en met 08 augustus 2012 te Nijmegen tezamen en in vereniging met anderen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd (tussen 22.00 uur en 01.09 uur) op de openbare weg ([straat 1]), met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee met inhoud (waaronder een geldbedrag van EURO 110,00 en een rijbewijs en een bankpas) en een mobiele telefoon (merk Apple, type iPhone, kleur zwart) en een geldbedrag van EURO 950,00 en een sleutelbos en tassen en een koffer (merk Samsonite, kleur zwart) en een computer (merk Apple, type Macbook Pro, kleur grijs) en sportschoenen en een sportbroek (merk Adidas, kleur grijs toebehorende aan [slachtoffer], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij -verdachte- en zijn mededader(s) -een mes, aan die [slachtoffer] heeft/hebben getoond en -(vervolgens) die [slachtoffer] (met kracht) heeft/hebben vastgepakt/vastgegrepen en
/ofop de grond heeft/hebben geduwd en -(vervolgens) met dat/een mes, op/over de rug van die [slachtoffer] heeft/hebben gewreven en -(vervolgens/daarbij) die [slachtoffer] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "We hebben een mes" en "Als er niet genoeg geld is op je rekening heb je een
probleem. We weten je te vinden" en "We willen geld zien" en "Ik snijd
je duim eraf", en met dat/een mes, meermalen, in de blouse en in de (wijs)vinger van
die [slachtoffer] heeft/hebben gesneden/geprikt en -die [slachtoffer] meermalen, (met kracht) tegen de rug en ribben en op/tegen het hoofd, heeft/hebben geschopt/getrapt.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
Het feit is strafbaar.

5.De strafbaarheid van verdachte

Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.

6.De motivering van de sanctie(s)

De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, waarvan 18 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met als bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht en een klinische behandeling van verdachte in [kliniek], voor een maximale periode van een jaar.
De verdediging voert aan dat de verbalisanten tijdens het verhoor van verdachte de omstandigheid dat aan verdachte volledige beperkingen waren opgelegd hebben gebruikt om verdachte tot een verklaring te dwingen. Volgens de verdediging is op die manier onrechtmatig gehandeld, hetgeen tot (een aanzienlijke) strafvermindering zou moeten leiden.
De raadsman betoogt verder dat verdachtes rechten zijn geschonden, doordat twee maal zijn verzoek – gedaan tijdens een verhoor door de politie - om zijn raadsman te mogen spreken niet is ingewilligd.
Daarnaast stelt de verdediging dat de politie heeft getracht de vertrouwelijke communicatie tussen verdachte en zijn raadsman te beïnvloeden. De rechtbank zou daarmee rekening moeten houden bij het bepalen van de strafmaat. Voorts verzoekt de raadsman de rechtbank rekening te houden met de omstandigheid dat verdachte first offender is.
Beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de meervoudige kamer rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
 de justitiële documentatie van verdachte, gedateerd 9 juli 2013;
 een viertal voorlichtingsrapportages van Reclassering Nederland betreffende verdachte gedateerd 15 augustus 2012, 20 november 2012, 27 februari 2013, 22 mei 2013 en 13 augustus 2013;
 een psychologische rapportage van drs. [psycholoog], GZ-psycholoog, gedateerd 23 november 2012.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een diefstal met geweld in vereniging, waarbij het slachtoffer fors is mishandeld en bedreigd. Het feit is zeer ernstig. Het voorval heeft lange tijd geduurd, omdat verdachte en zijn mededaders telkens meer geld van aangever wilden hebben. Aangever heeft tijdens het incident doodsangsten uitgestaan. Hij heeft verklaard bang te zijn geweest dat hij zou worden neergestoken en heeft, door het geweld dat op hem werd uitgeoefend, gekneusde ribben, een schouder uit de kom en snijwonden opgelopen.
Naast de gevolgen voor het slachtoffer versterken dergelijke feiten de gevoelens van onveiligheid in de samenleving.
Naar het oordeel van de rechtbank is voor dit feit een gevangenisstraf passend en geboden. De rechtbank zal die dan ook aan verdachte opleggen.
Ten aanzien van de strafmaatverweren van de raadsman overweegt de rechtbank als volgt.
De visie van de verdediging dat verdachtes rechten zijn geschonden, doordat hij niet steeds als hij dat wenste zijn raadsman te spreken kreeg, vindt geen steun in het recht. Wel is er mogelijk aanleiding geweest om, gelet op verdachtes kwetsbare persoonlijkheid, waarvan gaandeweg het onderzoek is gebleken, hem vaker zijn raadsman te laten consulteren dan gebruikelijk. De verhorende verbalisanten hadden hier mogelijk alerter op kunnen zijn en hadden zich – op een wijze die voor de verdediging en de rechtbank is na te gaan – hiervan rekenschap kunnen geven. De rechtbank ziet hier echter geen reden voor strafvermindering in.
De rechtbank stelt met de verdediging vast dat verdachte tijdens zijn verhoren informatie uit het dossier is voorgehouden en dat is gesproken over de beperkingen waarin hij zich op dat moment al geruime tijd bevond. Uit deze (verbatim uitgewerkte) verhoren is de rechtbank niet gebleken dat verdachte door het voorhouden van deze informatie, dan wel anderszins, dusdanig beïnvloed werd dat hij zich niet langer vrij voelde conform zijn waarheid te verklaren. Hoewel op verdachte enige druk is uitgeoefend, blijkt ook uit de verbatim uitgewerkte verhoren dat verdachte, daar waar hij het niet met de verbalisanten eens was, dit aangaf en dat hij vervolgens de ruimte kreeg om deze punten te corrigeren. De rechtbank ziet hierin geen aanleiding de straf te matigen.
In het eerder aangehaalde psychologische rapport wordt geconcludeerd dat bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een gedragsstoornis, type beginnend in de kinderleeftijd, ernstig van aard, op basis van een Post Traumatische Stress Stoornis. De sociale en emotionele ontwikkeling bij verdachte verlopen deviant, de gewetensfunctie is zeer onrijp, terwijl er sprake is van een gebrekkige impulsbeheersing. Er zijn aanwijzingen voor de ontwikkeling van toekomstige antisociale persoonlijkheidsproblematiek. De psycholoog adviseert verdachte betreffende het tenlastegelegde als verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen. De psycholoog acht het voorts noodzakelijk dat betrokkene voor langere tijd behandeld wordt om de kans op recidive te verminderen. De rechtbank volgt de conclusies van de psycholoog en maakt die tot de hare. Verdachte zal voor het bewezenverklaarde als verminderd toerekeningsvatbaar worden beschouwd.
Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank een na te noemen gedeelte van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen, en aan het voorwaardelijk deel de bijzondere voorwaarde verbinden dat verdachte zich houdt aan de aanwijzingen van de Reclassering, en dat verdachte een klinische behandeling ondergaat in [kliniek] in [plaats]. Ter terechtzitting heeft de deskundige [deskundige] van de Reclassering verklaard dat de behandeling van verdachte in beginsel ongeveer een jaar zal vergen, maar dat de precieze duur afhankelijk is van de motivatie van verdachte en van de vorderingen die hij maakt. Gelet hierop zal de rechtbank, in afwijking van de eis van de officier van justitie, de maximale behandelduur op 14 maanden bepalen.

7.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf 14 (veertien) maanden niet tenuitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde voor het einde van de proeftijd van 3 (drie) jaren navolgende (bijzondere) voorwaarde(n) niet is nagekomen:
Algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
Bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
4. zich gedurende een periode van maximaal14 maanden van de proeftijd zal laten opnemen in [kliniek] te [plaats], althans een soortgelijke intramurale instelling, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die veroordeelde in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven;
waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Aldus gewezen door:
mr. J.M. Klep (voorzitter), mr. W.A. Holland en mr. G.M.L. Tomassen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.T.P.M. van Aarssen, griffier.
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 augustus 2013.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de regiopolitie Gelderland-Zuid, Regionale Eenheid Vermogenscriminaliteit Overvallenteam, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL08002012101405, gesloten op 10 oktober 2012 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte, p. 41-42
3.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 481.
4.Proces-verbaal van aangifte, p. 42-45; verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 april 2013; proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 471-474, 481.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 51-54.
6.Proces-verbaal van aangifte, p. 41-45.
7.Proces-verbaal van bevindingen p. 61.
8.Proces-verbaal van aangifte, p. 45-46.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 39.
10.Idem.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 37A.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 153.
13.Proces-verbaal van verhoor [vader] (vader), p. 98.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 101.
15.Schriftelijk bescheid, te weten een foto, p. 68.
16.Idem, p. 74.
17.Schriftelijk bescheid, te weten een medische verklaring, p. 49.